Het loopt geen storm bij de aanmeldingen voor de subsidieregeling Mijn Cyberweerbare Zaak, bedoeld voor kleine ondernemingen. Van de pot van een miljoen euro is bijna tachtig procent nog niet toegewezen. Bedrijven kunnen tot eind december een subsidieverzoek indienen en krijgen dan de aanschaf van securitydiensten of -producten deels vergoed.
Het Digital Trust Center (DTC) riep de regeling Mijn Cyberweerbare Zaak in 2023 in het leven. Toen stelde het onderdeel van het ministerie van Economische Zaken 300.000 euro beschikbaar. Dit najaar ging de tweede subsidieronde van start met een miljoen euro, een ruime verdriedubbeling dus.
De subsidie is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van aanschaf en implementatie van cyberweerbaarheidsmaatregelen. Doelgroep zijn zzp’ers en mkb’ers tot vijftig medewerkers en een omzet van maximaal tien miljoen euro. Het gaat bijvoorbeeld om veilige netwerktoegang, antivirussoftware, backups, risicoanalyses en awareness-trainingen.
Kloof tussen dreiging en maatregelen
Het idee is om ondernemers financieel te stimuleren om basismaatregelen te treffen. Volgens het DTC, onderdeel van het ministerie van EZK, bestaat er nog steeds een kloof tussen cyberdreiging en de maatregelen die bedrijven treffen. De bijdrage bedraagt de helft van de kosten voor aanschaf of implementatie en is gemaximeerd op 1.250 euro per aanvrager. Hierbij geldt dat wie het eerst komt, het eerst maalt.
Het DTC heeft een checklijst vrijgegeven waarmee kleine ondernemers kunnen achterhalen waar hun cyberbeveiliging tekortschiet en welke maatregelen er zijn.
Acht cyberweerbaarheidsmaatregelen
Kleine bedrijven kunnen een investeringssubsidie krijgen voor producten of diensten die vallen onder de volgende acht cyberweerbaarheidsmaatregelen:
– Veilige netwerktoegang/wifi;
– Wachtwoordmanager;
– Twee-factorauthenticatie, tweestapsverificatie en multi-factortauthenticatie;
– Patchmanagement;
– Antivirussoftware;
– Backups instellen en testen;
– Risico-inventarisatie en -evaluatie;
– Cyber-awarenesstrainingen.
De subsidie hiervoor is vijftig procent van de subsidiabele kosten, met een maximum van 1.250 euro per aanvrager.
(Bron: RVO)