Dé virtuele organisatie bestaat niet. De verscheidenheid in vormen is zo groot dat men beter over ‘virtueel organiseren’ kan praten. Dit zeggen de wetenschappers Ruud van Dael en Carolien Metselaar in het boek De virtuele organisatie.
De presentatie van deze bundel vindt 9 december in Ede plaats tijdens het jaarcongres ‘De virtuele organisatie. Van concept naar realisatie’ van het Nederlands Genootschap van Informatica (NGI). Virtueel organiseren behelst meer dan de Homo Televirtualis, elektronische handel of virtual banking. Het kenmerkende ervan is dat het grenzen slecht binnen een organisatie, tussen organisaties en tussen individueel operende kenniswerkers. Een activiteit als uitbesteding valt er bijvoorbeeld ook onder. Het gevolg van deze diversiteit is dat de term ‘virtuele organisatie’ aan wildgroei onderhevig is. Om dit tegen te gaan, pleiten Van Dael en Metselaar, de samenstellers van de bundel, het indelingsmodel van de onderzoeker A. Campbell aan te houden.
Categorie
Campbell heeft de meest gangbare vormen van virtueel organiseren in vier categorieën ingedeeld: de interne, de stabiele en de dynamische virtuele organisatie en het web-bedrijf. De exponent van de interne vorm is het virtuele kantoor, zoals van Interpolis en Andersen Consulting. Een stabiele virtuele organisatie besteedt veel handelingen uit die niet tot zijn kernactiviteiten behoren. De keuze voor een dynamische structuur betekent dat een organisatie op grote schaal tijdelijk met andere organisaties samenwerkt. Het web-bedrijf is een organisatie in de vorm van een netwerk van deskundigen die via Internet producten en diensten aanbieden.
Kiezen voor een vorm van virtueel organiseren betekent ook een keuze voor de inzet van ICT op strategisch, organisatorisch en technisch niveau, zeggen Van Dael en Metselaar. Middelen zijn bijvoorbeeld local and wide area networks, electronic data interchange, Internet en intranet, workflow– en groupware-systemen, multimedia-communicatie, kennistechnologie en intelligent agents. De auteurs wijzen erop dat voor werken in een virtuele omgeving standaardisatie van programma’s, netwerken en procedures noodzakelijk is.