De opmars van Intel-compatibele processors naar nieuwe prestatieniveaus stuwt de prestaties van concurrerende, zware chips op. Bedrijven als Sun Microsystems, Compaq en IBM komen in de loop van dit jaar met nieuwe generaties van hun eigen processorreeksen. Zelfs Intels processor-partner Hewlett-Packard (HP) spijkert de eigen reeks Risc-chips nog bij.
Het is niet verwonderlijk dat de diverse leveranciers van zware servers hun processorreeksen opvoeren. De lucratieve markt voor elektronische commercie vereist namelijk zware, betrouwbare servers met veel uitbreidingsmogelijkheden. Wel bijzonder is het feit dat het ontwikkelwerk van die bedrijven de komende tijd in korte opeenvolging vruchten afwerpt. In sommige gevallen echter wel aan de late kant.
Serengeti
Zo had de nieuwe, derde generatie van Suns 64-bit Ultrasparc-processor, codenaam Cheetah, in het laatste kwartaal van 1999 reeds op de markt moeten zijn. Volgens de fabrikant is de massaproductie van deze zware processor inmiddels op gang gekomen. Berichten doen echter de ronde dat Sun problemen heeft met de Serengeti-servers, de nieuwe topmodellen die deze derde Ultrasparc-generatie zullen gebruiken. Het bedrijf zelf ontkent in alle toonaarden dat dit het geval is. Volgens woordvoerders komen de eerste modellen rond het midden van dit jaar uit. Zoals reeds was gepland. "Er is geen vertraging, wij houden ons aan het uitgestippelde toekomstpad", aldus het bedrijf.
Analisten zijn echter een andere mening toegedaan. "Wij denken dat servers met de Ultrasparc III pas tegen het einde van dit jaar zullen verschijnen", zegt analist Steve Milunovich van zakenbank Merrill Lynch. Pessimisten spreken zelfs van het eerste kwartaal van 2001. Daarmee zou de lancering van deze machines ruim een jaar later plaatsvinden dan oorspronkelijk was gepland.
Merrill Lynch-expert Milunovich geeft als verklaring voor deze vertraging de uitgebreide testprocedures voor de servers. Sun heeft die volgens hem nog niet geheel doorlopen. Het probleem lijkt in ieder geval niet te liggen in de Ultrasparc-processors, aangezien die inmiddels in productie zijn. Onduidelijk is waar de moeilijkheden dan wel liggen. Sommige analisten menen dat de oorzaak ligt bij de ingebouwde Firewire-verbindingen en de grafische systemen. Andere kenners denken weer dat de betrouwbaarheid van de nieuwe moederborden voor de Ultrasparc III te wensen overlaat.
Reuzenservers
Een andere factor die mee zou spelen, is het feit dat de vraag naar de huidige systemen van Sun nog niet sterk afneemt. Dit blijkt onder meer uit de gunstige financiële cijfers voor het afgelopen kwartaal (zie pagina 15). Toch is de onzekerheid rondom de Serengeti-reeks niet gunstig voor Sun. Deze zware machines moeten uiteindelijk duizend processors, elk op een kloksnelheid van 600 MHz, per machine ondersteunen. Die kracht is een belangrijk verkooppunt voor Sun. De concurrenten zitten immers niet stil en introduceren ook dergelijke ‘reuzenservers’.
Zo werkt Compaq al geruime tijd aan een nieuwe serie zware Alpha-servers, codenaam Wildfire, die het moeten opnemen tegen Suns Starfire-servers. De productie van de Wildfire-machines komt al op gang en wereldwijd zijn er een honderdtal van deze nieuwe systemen operationeel. Compaq onthult deze zware Unix-servers op 16 mei. De eerste uitvoeringen gebruiken 32 Alpha-processors van de huidige EV6-generatie en de opgevoerde EV67. Rond het midden van volgend jaar rust Compaq zijn Wildfire-reeks uit met de dan verkrijgbare EV7-processors die boven de 1,4 GHz moeten draaien.
Maar ook IBM zit niet stil. Deze serverproducent heeft net een nieuwe uitvoering van zijn zware S80-server uitgebracht, die volgens Merrill Lynch-analist Milunovich nu al prestatierecords verbreekt. Die machine gebruikt echter nog de huidige generatie van IBM’s Risc-processor, de Power-PC. Het bedrijf heeft al werkende prototypes gedemonstreerd van opvolger Power4, die in de tweede helft van 2001 uitkomt. De eerste exemplaren zullen kloksnelheden van tenminste 1 GHz halen.
Kloksnelheid
Net zoals bij de processors van Sun, Compaq en HP is de kloksnelheid niet het opvallende of zelfs het belangrijkste element. De flessenhals voor servers wordt in toenemende mate gevormd door de bandbreedte van de communicatiekanalen tussen de diverse systeemcomponenten, zoals de processors en het geheugen. De fabrikanten van zware chips concentreren zich dan ook meer en meer op dergelijke omringende factoren. IBM’s Power4 is niet alleen een verbetering wat betreft bussnelheid, maar is ook speciaal ontworpen voor multi-processorgebruik. Eén Power4-chip bestaat namelijk eigenlijk uit twee 64-bit processors op een enkele plak silicium.
Vreemd
Een enigszins vreemde eend in deze processor-bijt is Hewlett-Packard. Deze computerfabrikant heeft namelijk samen met Intel de onderliggende chiparchitectuur (IA-64) ontwikkeld voor diens aanstaande eerste 64-bit processor Itanium, voorheen bekend als Merced. HP wil zijn PA-Risc-processors binnen een paar jaar laten vallen ten gunste van Intels IA-64-chips. Die termijn is een jaar geleden door het voortdurende uitstel van de Merced verlengd tot 2004 met de opeenvolgende generaties PA-8700, 8800 en 8900.
HP heeft nu details onthuld over die eerstgenoemde generatie, die in de eerste helft van volgend jaar moet uitkomen. De 8700-processors krijgen koperen transistorverbindingen van 0,18 micron die zijn geïsoleerd met silicon-on-insulator-materiaal. Deze beide technologieën zijn overigens ontwikkeld door IBM. De nieuwe HP-chips moeten kloksnelheden halen vanaf 800 MHz en gebruiken een geïntegreerd cache-geheugen van maar liefst 2,25 MB. Dat is twee keer zoveel als het processor-gekoppelde cache van de huidige PA-8600 processors. De 8700-processor vormt het hart van een toekomstige zware Unix-machine met de codenaam Superdome. Daarmee stort ook HP zich in het gewoel aan de bovenkant van de servermarkt.