In 1995 bood slechts 4 procent van de Amerikaanse bedrijven e-learning aan als onderdeel van hun opleidingspakket. Vandaag de dag is dat 77 procent. En de sprong is nog groter als je bedenkt dat de twee cijfers nauwelijks te vergelijken zijn: e-learning was twintig jaar geleden vrij theoretisch en bestond in zijn gunstigste vorm uit het bekijken van een filmpje.
Het heette vijf jaar voor de eeuwwisseling ook helemaal geen e-learning: Pas eind jaren negentig raakte de term in zwang. In 1999 werd de term ‘e-learning’ gebruikt op een seminar van CBT Systems (CBT staat voor computer based training) in Los Angeles. U weet wel, 1999 was het jaar vlak voor de millenniumbug die toch niet zo gevaarlijk bleek. En het was de tijd dat we cd-rom’s nog een uitstekend medium vonden om daar onze bedrijfsgegevens op te zetten en te bewaren.
Nu e-learning volwassen is geworden, trekt dat de aandacht van de voorheen klassikale opleidingenaanbieders. Lange tijd deden zij e-learning af als ‘dat werkt toch niet’ en ‘online leren is een slecht alternatief voor klassikaal leren’. Ik zie om mij heen dat deze spelers nu een inhaalslag proberen te bewerkstelligen om de e-learningboot niet te missen.
De blended vorm, een klassikale opleiding met e-learningmodules of webinars, probeert in te spelen op de behoefte van mensen aan de flexibiliteit die e-learning biedt en op het feit dat mensen niet langer dagen achtereen in een klaslokaal willen zitten. Ze willen met een training of opleiding kunnen starten wanneer zij dat willen en niet afhankelijk zijn van derden.
Uiteraard hebben klassikale opleiders wel een achterstand bij het aanbieden van e-learning. Partijen die gespecialiseerd zijn in e-learning hebben nagedacht over het didactische concept van online leren en over hoe je e-learning het beste kunt inzetten in een organisatie. Het feit dat je een webinar kunt organiseren, betekent nog niet dat je hebt nagedacht over hoe de kijker daarvan echt iets leert en ook in de praktijk kan toepassen. Bovendien moet degene die het webinar volgt nog steeds op een vaste tijd achter de computer zitten om live vragen te kunnen stellen.
Lukt het je wel om een goede e-learningtak op te zetten waarin de native voordelen van e-learning als flexibiliteit in tijd en niveau zijn verwerkt, dan is het onnodig om nog een klassikale component daaraan toe te voegen. Functionaliteit als een docent die via een chat gemakkelijk bereikbaar is, maakt de leraar die fysiek voor de klas staat overbodig. Maar ja, de combinatie van klassikale trainingen en e-learning mag dan voor degene die de trainingen volgt weinig voordelen hebben, voor de aanbieder is het natuurlijk wel een interessant businessmodel.
Wat zijn uw ervaringen met blended learning? Ziet u de toegevoegde waarde van het klaslokaal? Ik hoor het graag!