Leveranciers van business intelligence software (BI)moeten hun licentiestructuur op de helling zetten nu veel meer mensen deze software gebruiken. Dit vindt het merendeel van de aanbieders.
De uitspraak valt tijdens een discussie over BI met vertegenwoordigers van Microsoft, Information Builders, Oracle, Cognos en Business Objects. Roel Decneut van Microsoft stookt het vuurtje op: “De congressen over dit onderwerp worden elk jaar voller, waaruit je mag afleiden dat het probleem groeit; anders zijn niet zoveel mensen op zoek naar een antwoord. Terwijl een aantal van jullie al twintig jaar oplossingen voor de vermeende problemen verkoopt. Dan zit er toch iets fout. Er is een fundamentelere aanpak van het probleem nodig.” Hij doelde hiermee op BI als een platform en niet als aparte softwaretool. Oracle heeft dezelfde mening. Information Builders sputtert tegen en wijst erop dat zij vrijwel elke dataformaat tot zinvolle betekenis weten te brengen (wellicht dat ze daarom zo populair zijn bij organisaties met ‘antiek’ maatwerk). Dat lukt niet in het Microsoft-only-platform dat (met SQL Server 2005) standaard BI-gereedschap aan boord heeft.
Met de informatiedemocratisering is BI geen gereedschap meer voor een bepaalde bovenlaag binnen de organisatie. Alle medewerkers moeten weten hoe het ervoor staat met hun aandeel binnen de bedrijfsvoering. Business Objects vindt dat dit gevolgen moet hebben voor de licentiestructuur. “Je krijgt te maken met mensen die maar een klein deel van de oplossing gebruiken. Die willen niet betalen voor wat ze niet gebruiken”, stelt Koonings vast. Kinders van Cognos laat daarop weten dat verkochte licenties voor enkelen toch bedrijfsbreed worden gebruikt. “Jullie geven het dus toch ook gratis weg”, grapt Decneut.
Toekomst
De BI-leveranciers lopen het risico buitenspel te worden gezet als te duur en te complex. Onder de sprekers heerst grote saamhorigheid als het gaat over deze facetten: de software moet goedkoper en makkelijker te bedienen zijn. Hoewel allen zeggen dat oplossing van bedrijfsvraagstukken de boventoon moet voeren, stellen ze tegelijkertijd dat het wel een technologiekwestie is. “Je moet dit vanuit de techniek benaderen; het gaat immers om complexe, technologische vraagstukken. In de praktijk ziet een verzekeraar dat een online aanbieder tien procent onder zijn prijs zit. Businessvragen zijn dan wat de impact daarvan is en hoe hij daarop kan reageren. Je hebt echter heel wat technische kennis nodig om het antwoord daarop uit heterogene systemen te halen.”
De bedrijfsmatige invulling van de BI-inzet laten ze allen het liefst aan de partners over. Zoals Kinders het verwoordt: “Capgemini heeft 6000 man in Nederland; wij 80. Een bedrijf zit niet met ons aan tafel, maar met Capgemini.”
Aan tafel
Deelnemers aan het rondetafelgesprek over Business Intelligence waren Arjen Koonings (destijds directeur van Business Objects Nederland; per 1 januari opgevolgd door Sabine Palinckx), Karel Kinders (country manager Cognos), Raymond van Polanen Patel (business unit manager bij Information Builders Nederland), Roel Decneut (product solution marketing manager Microsoft), en Willem van Enter (director Technology Solutions Benelux bij Oracle). In de praktijk komen we elkaar nauwelijks tegen; we hebben allemaal zo onze specifieke markten, zo vertellen ze. Er is volgens het vijftal zeker ruimte op de markt voor meerdere spelers. Dat neemt niet weg dat de afgelopen jaren wel een consolidatieslag is ingezet.