De offertes van hardwareleveranciers voor levering van computers aan het onderwijs voldeden geen van allen aan de eisen van het ministerie. Dit vertelde onderwijsminister Jo Ritzen de Tweede Kamer. Tijdens de aanbestedingsprocedure meldden zich in totaal achttien leveranciers bij het ministerie.
Ritzen maakte via een brief aan de parlementariërs bekend dat de scholen zelf hun computers mogen kiezen. De ‘voorhoedescholen’ in het voortgezet onderwijs ontvangen per 1 mei een eenmalig bedrag van circa tweehonderd gulden per leerling. De minister geeft de scholen enkele tips, maar geen voorkeurslijst van leveranciers. Tijdens de vergadering van de vaste kamercommissie voor onderwijs meldde Ritzen dat geen van de offertes aan de eisen van het ministerie voldoet. Volgens een woordvoerster gaat het niet om de kwaliteit van de hardware. De leveranciers hebben het beheer van de computers op de scholen te weinig ingevuld. "Een oorzaak hiervan is dat veel aanbieders vanuit het buitenland opereren en in Nederland niet over een dealer beschikken", aldus de woordvoerster.
De leveranciers reageren verbaasd op de afwijzing van het ministerie. Woordvoerder Walter van het Hof van IBM: "Wij vermoeden dat verwarring is ontstaan over de inhoud van onderhoud en beheer. Er bestaat kennelijk een verschil tussen hetgeen de IT-branche hieronder verstaat en de definitie van het ministerie." Salesmanager education Jaap van der Veen van Apple: "De vraag is of alle leveranciers verkeerd hebben gehandeld, of dat er iets mis is met de communicatie van het ministerie."
De afgewezen leveranciers moeten nu met vele concurrenten in de slag. De keuzevrijheid brengt volgens woordvoerder Co Gersen van HP een aantal nadelen voor de onderwijsinstellingen met zich mee, waaronder het vervallen van het schaalvoordeel. De scholen moeten nu zelf een aanbestedingsprocedure starten. Sommige kunnen naar de dealer om de hoek, maar de grote scholen moeten waarschijnlijk een Europese aanbestedingsprocedure starten. Overheidsopdrachten groter dan 450 duizend gulden moeten via een Europese tender verlopen. Dit kan lange procedures met zich meebrengen.