Citrix heeft een hypervisor ontwikkeld die op verschillende apparaten lokaal draait. Normaal staan de beheerconsoles waarmee je virtuele sessies aanstuurt, op een centrale server die je lokaal benadert. Dat werkt echter lang niet altijd optimaal. De virtualisatieleverancier werkt samen met Intel.
Leverancier van virtualisatiesoftware Citrix komt met een hypervisor die op lokale clients kan worden geïnstalleerd. Dat is nieuw, omdat de virtuele sessies meestal tot stand komen via een beheerconsole die op de server staat en wordt aangeroepen vanaf de client. Hypervisors zijn een softwaretoepassing waarmee virtuele sessies worden opgestart en aangestuurd.
Server-gebaseerde hypervisors hebben als nadeel dat centraal draaiende toepassingen lang niet altijd juist werken op de apparatuur van de eindgebruiker, schrijft Computable-expert Bert Bouwhuis op zijn blog. Zo kunnen ze te zwaar leunen op grafische ondersteuning of alleen werken met een heel hoge bandbreedte tussen client en server.
Bare-metal client hypervisor
Een oplossing voor dit probleem is volgens Citrix om de hypervisor op de apparatuur van de eindgebruiker te installeren. Die technologie heet bare-metal client hypervisor. Desktop- en applicatiesoftware wordt daarbij rechtstreeks opgeslagen en uitgevoerd vanaf de pc-client. De virtualisatieleverancier meent dat hiermee hogere prestaties, rijke grafische elementen en een ‘volledige off-network mobiliteit voor laptop-gebruikers’ worden bereikt. Gebruikers kunnen zonder netwerkverbinding gebruik maken van gevirtualiseerde applicaties. Later worden de applicaties gesynchroniseerd.
De noodzaak van een hypervisor die lokaal draait, neemt toe naar mate bedrijven een grotere diversiteit toestaan in de apparatuur die door hun medewerkers worden gebruikt. Om te voorkomen dat de centraal draaiende en virtueel benaderde programma’s op veel pc’s niet optimaal werkt, kan zo’n client hypervisor een uitkomst zijn. Apparaten, applicaties en gebruikers kunnen volgens de leverancier onafhankelijker van elkaar en met minder beperkingen werken.
Intel
Citrix werkt samen met Intel om de nieuwe technologie te bouwen. Naast de lokaal te installeren hypervisor, biedt de virtualisatieleverancier een centraal beheer managementsysteem, een delivery-mechanisme en beveiligingssoftware voor de virtuele machines. Alles is geoptimaliseerd voor notebooks en desktop-pc’s die gebruikmaken van Intel vPro.
Kleine nuancering: client hypervisors waren er altijd wel (denk bijvoorbeeld aan Microsoft Virtual PC, VMware Workstation of Sun VirtualBox). Dit zijn echter allen hypervisors die bovenop een normaal operating systeem draaien (zogenoemde type 2 hypervisors). Dit heeft niet alleen als nadeel dat je performance verliest, maar ook verhoogt het de beheerlasten op de client omdat je naast de virtuele omgeving ook nog het onderliggende operating systeem moet beheren. Wat nieuw is in de aankondiging van Citrix – en wat reeds eerder is aangekondigd door o.a. Virtual Computer, VMware en Neocleus- is de ontwikkeling van bare-metal (type 1) client hypervisors. Hiermee ben je verlost van het onderliggende oparating systeem. Samen met een goede geintegreerde beheeromgeving waarmee je onder andere de virtuele machine kunt synchroniseren, kun je zo de voordelen van lokaal werken (offline, goede performance) combineren met de voordelen van centraal beheer (veiligheid, lage kosten).
Dat bestaande server-gebaseerde bare-metal hypervisors – zoals XenServer, ESX of Hyper-V – minder geschikt zijn voor de client heeft inderdaad te maken met gebrekkige ondersteuning van grafische kaarten, USB-devices en geavanceerde power mogelijkheden. Echter ook met de wens om je virtuele machine op de client te willen synchroniseren op de server nadat je een tijd offline hebt gewerkt.
Dus eerst draaide alles op de PC (hoge beheerkosten, lage veiligheid), toen alles op de server (minder goede performance, alleen online werken), nu weer alles op de PC (lage beheerkosten, hoge veiligheid, goede performance, ook offline werken mogelijk).