Binnen de informatiedisciplines is het onderzoek naar informatie- en kennissystemen (IKS) het meest toepassingsgericht. Steeds minder IKS-onderzoek heeft raakvlakken met software engineering.
De invloed van Artificial Intelligence (AI) en Databases en Information Systems neemt toe binnen het wetenschappelijk onderzoek naar informatie- en kennissystemen. Dat blijkt uit onderzoek van Richard Starmans en John-Jules Meyer naar de voornaamste trends en ontwikkelingen binnen het IKS-onderzoek in Nederland. Dr. Richard Starmans is universitair docent aan de Universiteit van Utrecht (UU) en manager aan de School voor Informatie- en Kennissystemen (SIKS). Prof. dr. John-Jules Meyer is hoogleraar informatica aan de UU en was bovendien ruim tien jaar wetenschappelijk directeur van SIKS. Het onderzoek laat zien dat de ‘founding disciplines’ (AI, Databases en Information Systems en software engineering) van IKS-onderzoek nog steeds zichtbaar zijn. In 2001 zag 54 procent van de promovendi AI terug in zijn of haar onderzoek, in 2005 is dat 61 procent. Ook het onderzoek met invloeden van Databases en Information Systems groeide van 34 procent naar 49 procent. Dat komt voornamelijk door de groei van internet. “Het internet zorgt voor nieuwe toepassingen, maar leidt evenzeer tot nieuw fundamenteel onderzoek; denk bijvoorbeeld aan multimedia-databases, ‘information retrieval’ en het semantisch web”, aldus Starmans. Software engineering verliest wat terrein. “Binnen de populatie die John-Jules Meyer en ik onderzocht hebben is dat inderdaad het geval. Dat kan echter tijdelijk zijn. We blijven deze ontwikkelingen monitoren”.
Kapitaalgoed
Wetenschappelijk IKS-onderzoek is vaak erg toepassingsgericht. “De menselijke maat staat centraal bij veel IKS-onderzoek. Ruwweg kun je zeggen dat de onderzoekers zich ook bezig houden met de mens achter de computer. Wil je informatie daadwerkelijk tot kapitaalgoed maken dan moet je ook systemen ontwikkelen waar organisaties en mensen ook echt iets mee kunnen”, aldus Starmans.
Het aantal IKS-onderzoekers groeit hard. In 1999 deden er 35 promovendi onderzoek. Inmiddels is dit aantal gegroeid tot bijna 200. “Er is veel belangstelling om onderzoek te doen binnen het IKS-veld. Toch lijkt in sommige andere informaticadisciplines de groei minder sterk. Ik denk dat wij sterk groeien, omdat wij onder meer onderzoek doen naar de impact van informatica op de samenleving”. Opvallend is het grote aantal vrouwelijke promovendi die IKS-onderzoek doen. Bijna een kwart van de onderzoekers is vrouw.
Trends
Het onderzoek van Starmans en Meyer laat de voornaamste trends en ontwikkelingen zien binnen het IKS-onderzoek in Nederland. Starmans: “De individuele onderzoeker heeft misschien niet zo veel aan het onderzoek, maar beleidsmatig is het belangrijk om te weten op welke terreinen in Nederland nu de zwaartepunten liggen. Zo kun je beter een koers uitzetten”. Starmans en Meyer vroegen aan ruim 300 promovendi welke sleutelwoorden het meest van toepassing zijn op het onderzoek waar ze mee bezig zijn. “Je mag niet zeggen dat we met het promotieonderzoek al het onderzoek bestrijken, maar in de praktijk blijkt wel dat veel senior-onderzoekers aan die promotieprojecten verbonden zijn”, aldus Starmans.
Meyer en Starmans zien vijf thema’s binnen het wetenschappelijk IKS-onderzoek duidelijk naar voren komen. Dat zijn de gebieden Enterprise Information Systems, Computational Intelligence, web-based Information Systems, Human Computer Interaction en Agent Technologie.
Enterprise Information Systems
Van de vijf thema’s binnen het Nederlandse IKS-onderzoek staat het onderzoek naar Enterprise Information Systems het dichtst bij de praktijk. Steeds meer organisaties maken gebruik van complexe, geïntegreerde informatiesystemen. “Deze systemen omspannen de hele organisatie en moeten uiteenlopende en voortdurend veranderende bedrijfsprocessen ondersteunen en integreren”. Het wetenschappelijke onderzoek naar deze systemen omvat zowel ontwerponderzoek als evaluatieonderzoek. Dit laatste leidt vaak tot verbetervoorstellen waarin oplossingen voor praktijkproblemen worden aangedragen. Het leveren van maatwerk is bij deze systemen erg belangrijk. Daarom werken onderzoekers vaak intensief samen met bedrijven.
Computational Intelligence
Computational Intelligence (CI) is een reactie op de klassieke AI, waar vooral subsymbolische kennisrepresentatie (logica- en regelgebaseerde expertsystemen) centraal staat. “Anders dan de klassieke Artificial Intelligence is Computational Intelligence meer down to earth”, zegt Starmans. Terwijl bij AI geprobeerd wordt de menselijke intelligentie te imiteren, legt CI een sterk accent op computationele aspecten. Toepassingen waar CI-onderzoekers zich mee bezig houden zijn bijvoorbeeld taal- of spraaktechnologie of machine learning. Volgens de studie van Starmans en Meyer is CI duidelijk het meest dominante thema in het IKS-veld. “We hebben erg veel onderzoekers in Nederland die op dit gebied onderzoek doen en die timmeren internationaal ook behoorlijk aan de weg”.
Web-based systems
Ook het onderzoek naar web-based systems staat dicht bij toepassingen in het bedrijfsleven. Onderzoekers binnen dit thema bestuderen methoden en technieken om informatie op het web te zoeken, te presenteren, te bewerken en uit te wisselen. Bij sommige onderzoeken staat het datamanagement centraal, bij andere juist de betekenis en structuur van data. “Met name het semantisch web heeft tot een ware hausse aan nieuwe onderzoeksprojecten geleid”, zegt Starmans.
“Hier proberen ze een nieuwe generatie internet te maken dat wat slimmer is en machine-accessible. Door gebruik te maken van metadata wordt achtergrondkennis toegevoegd aan webpagina’s, die computers in staat stelt informatie te zoeken, te combineren en te interpreteren.”
Human Computer Interaction (HCI)
De naam van het onderzoeksgebied Human Computer Interaction zegt het al; het gaat om onderzoek over de interactie tussen de mens en de computer. Hier staat de gebruiksvriendelijkheid van systemen centraal. Anders dan in de andere thema’s, speelt binnen HCI empirisch onderzoek een belangrijke rol. Dat geldt ook voor de sociale, maatschappelijke en zelfs culturele implicaties van ict.
Agent Technologie en multi-agent systems
Agents zijn hardware- of softwaresystemen die autonoom acties uitvoeren in een dynamische omgeving, zoals de computergestuurde teamgenoten en vijanden in computerspellen. “Veel onderzoek betreft de zogenaamde multi-agentsystemen; gedistribueerde systemen waarbij verschillende agents hun eigen kennis en taken hebben en op basis daarvan onderling communiceren, onderhandelen en acties uitvoeren, in een competitieve of coöperatieve setting”, aldus Starmans. Ook de entertainmentindustrie heeft het thema opgepikt.
“Een uitdaging voor hen is het ontwerpen van spellen waarbij de ‘virtual characters’ zodanige ‘mensachtige’ eigenschappen (inclusief een zekere graad van autonomie) hebben dat ze zich geloofwaardig en intelligent, en voor de geoefende gamer dus interessant, gedragen.
De verschillende thema’s laten de breedte en de toepasbaarheid van IKS-onderzoek zien. Sommigen denken dat onderzoek dicht bij de praktijk ook minder innovatief onderzoek betekent. Starmans: “Geenszins, IKS-onderzoek is zeker fundamenteel onderzoek, maar veronderstelt wel altijd een context van mensen en organisaties. En ik vind het buitengewoon vernieuwend als je systemen maakt die rekening houden met hoe wij (de mens) informatie tot ons nemen”.