Sun worstelt met de productie van de i+ variant (codenaam Serrano) van zijn UltraSparc III. Het rust zijn nieuwe instapservers daarom uit met de oudere Ultrasparc IIIi (codenaam Jalapeno) die in 2003 op de markt kwam in Suns servers.
Terwijl Sun zijn multicore multithreaded T1-processor (codenaam Niagara) eerder op de markt bracht dan gepland, zijn de productieproblemen met de UltraSparc III een vervolgverhaal. De Jalapeno-variant kwam na jaren uitstel eindelijk uit en de serverleverancier heeft na forse uitloop de eerder geplande UltraSparc V-, VI- en Gemini-processoren geschrapt.
Sun gaf het gloednieuwe ontwerp van de Niagara ook voorrang boven de 'oude' single core-processoren. Het bedrijf vertrouwt voor zijn reguliere single core-processoren op partner Fujitsu, die kloonprocessor Sparc64 maakt. Sun verklaart nu dat de productie van de IIIi+ variant (Serrano) een te lage opbrengst (yield) heeft en dat die chip mogelijk pas midden komend jaar uitkomt.
Daarmee zou die chip, geproduceerd op het voor toeleverancier Texas Instruments nieuwe 90 nanometer-productieproces, anderhalf jaar later komen dan oordpronkelijk gepland. De opwaardering van de UltraSparc-instapservers wordt dus nu gedaan met de huidige 130 nanometer IIIi variant. De overstap naar de kleinere transistorlijnmaat van 90 nanometer moet ruimte bieden voor meer cachegeheugen. De instapservers krijgen nu als voornaamste vernieuwing een sneller I/O-subsysteem, gebaseerd op PCI Express in plaats van het oudere PCI dat gebruikt wordt in de huidige modellen.