De aandeelhouders van Origin krijgen geen inzage in de financiële plannen van het bedrijf, omdat dit concurrentiegevoelige informatie bevat. Dat is de uitspraak van de rechtbank van Den Bosch in een kort geding dat was aangespannen door de aandeelhouders van Origin. Zij hebben twee weken de tijd om in hoger beroep te gaan.
Moedermaatschappij Philips bezit momenteel 98 procent van de aandelen in Origin en heeft onlangs te kennen gegeven de overige aandelen voor 135 gulden per stuk te willen kopen. De houders van de resterende certificaten vonden deze prijs erg laag en eisten via het kort geding inzage in de boeken van Origin. Zij hoopten op basis nadere financiële informatie de waarde van de aandelen te kunnen schatten. Met dat gegeven willen de aandeelhouders vaststellen of Philips een correcte prijs biedt.
Concurrentiegevoelig
De rechter oordeelde echter niet in het voordeel van de aandeelhouders, maar van Origin. De winstvooruitzichten en de budgetten over de jaren 1999 en 2000 zijn concurrentiegevoelig, aldus de Bossche rechter. Daarnaast hebben de certificaathouders de verkeerde juridische partij gedaagd. "Wij gaan niet over certificaten. Dat is de Stichting Administratiekantoor Origin", zegt Origin-woordvoerder Toby Ellson desgevraagd.
Hoe dan ook, de certificaathouders trekken ook inhoudelijk aan het kortste eind. "Wij hebben anders betoogd. De betreffende bedrijfsinformatie is allerminst concurrentiegevoelig. Publieke bedrijven beschouwen deze informatie niet als gevoelig en maken hun budgetten op aandeelhoudersvergaderingen openbaar. Veel gevoeliger zijn de acquisitieplannen van Origin. Met die informatie drijf je prijzen op en die plannen worden gewoon in de openbaarheid gebracht", meent de teleurgestelde Pieter Lakeman, die met zijn Stichting Onderzoek Bedrijfsinformatie (Sobi) de belangen van de certificaathouders behartigt.
Hoger beroep
De verliezende partij kan binnen twee weken na de uitspraak (van donderdag 5 augustus) in hoger beroep gaan. Lakeman beraadt zich daar momenteel over met de certificaathouders. Naast de ongunstige uitslag, werd Sobi veroordeeld tot betaling van de proceskosten, ruim drieduizend gulden.