De enorme vraag naar elektronische apparatuur, waaronder mobiele telefoons, leidt tot een tekort aan vitale onderdelen. Als gevolg hiervan stijgen de prijzen van onder meer chips en verschuift de machtsverhouding tussen leveranciers en fabrikanten.
Hewlett-Packard weet wat op het laatste nippertje betekent. In december vorig jaar scheelde het maar een haar of het bedrijf had de belangrijke productielijn voor computerservers moeten sluiten – een product met hoge marges en verkoopprijzen vanaf 4000 gulden. De reden: HP was bijna door zijn condensators heen. Een nietig onderdeeltje, normaliter niet duurder dan een cent of vier. De inkopers van HP hebben er hard voor moeten knokken om via Internet 100.000 exemplaren te pakken te krijgen. Daar is natuurlijk fiks extra voor betaald, maar "dat was het dubbel en dwars waard", aldus Don Schmickrath, vice-president productie bij Hewlett-Packard. "Het was beslist geen probleempje van vier cent".
Daar zullen heel wat directies het roerend mee eens zijn. Van Seoel tot Silicon Valley kampen bedrijven in de hightech-sector met een totaal onverwacht probleem. Er blijkt wereldwijd zo’n enorme vraag naar elektronische apparatuur te zijn – vooral naar mobiele telefoons, digitale camera’s en netwerkspullen – dat halfgeleiderfabrieken bij lange na niet aan de vraag naar onderdelen kunnen voldoen. Er is een schreeuwend tekort aan geheugenchips, LCD-schermen en andere vitale componenten. En dat leidt weer tot hogere productiekosten. Dat betekent dat op zijn minst enkele fabrikanten hun winstverwachtingen zullen moeten bijstellen. En als de tekorten aanhouden, zullen veel meer bedrijven de gevolgen in hun omzet gaan voelen: de detailhandel krijgt niet voldoende geleverd en moet nee gaan verkopen op de vraag naar de nieuwste hebbedingen.
Tot dusver hebben de grote bedrijven die met het probleem kampen – waaronder Motorola en Cisco Systems – weerstand kunnen bieden aan de verleiding de kosten door te berekenen aan de klant. Maar als de tekorten niet snel worden teruggebracht, komen de prijzen van half- en eindproducten onvermijdelijk onder druk te staan.
Te weinig geïnvesteerd
Hoe nijpend is het tekort aan onderdelen eigenlijk? Cisco Systems, ’s werelds grootste leverancier van infrastructuur voor Internet, heeft forse druk op zijn leveranciers uitgeoefend om de productie te verhogen van enkele veelgezochte onderdelen, waaronder een hele reeks halfgeleiders. Maar zelfs een reus als Cisco kan zijn leveranciers niet onbeperkt dwingen om bepaalde onderdelen te produceren of ze elders vandaan te halen. In het afgelopen jaar heeft bijvoorbeeld Samsung Electronics zijn leveranties aan Cisco van zogenaamde flash memory chips (die de gegevens ook na het uitschakelen van het apparaat vasthouden) met 50 procent verhoogd. "Maar daarmee krijgt Cisco maar 70 procent van wat het vraagt", zegt Chung Eui Yong, directeur chip-marketing van Samsung.
Het tekort aan onderdelen is het gevolg van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. De afgelopen drie jaar gingen de zaken in de chipindustrie slechter dan ooit tevoren, waardoor de fabrikanten zich genoodzaakt zagen hun investeringen in nieuwe fabrieken terug te brengen. Dat was mede te wijten aan de meedogenloze opstelling van de PC-fabrikanten en andere chipgrootgebruikers: ze dwongen de chipfabrikanten enorme kortingen af, waarna die op hun beurt hun inkomsten op peil trachtten te houden door minder te investeren. Zelfs een gigant als Intel besloot zijn investeringen terug te brengen – met het huidige tekort aan processors als gevolg.
"Achteraf gezien hebben we vorig jaar waarschijnlijk te weinig geïnvesteerd", geeft Intel ceo Graig R. Barrett nu toe. "De ongelooflijke vraag van het laatste half jaar heeft ons gewoon overvallen". In september vorig jaar begonnen de chipfabrikanten weer meer te investeren, maar het was al te laat. Het uitbreiden van de productie neemt gauw één à anderhalf jaar in beslag; te verwachten valt dus dat de tekorten dit jaar nog nijpender zullen worden.
Bij sommige bedrijven zijn de negatieve effecten van de tekorten al terug te vinden in de balans – en in de aandelenkoersen. Motorola ziet zijn winstmarges door de prijsstijgingen van vitale onderdelen steeds smaller worden: bij sommige mobiele telefoons vallen dalingen tot 8 procent te noteren. En wanneer de winstmarges op de topproducten teruglopen, worden de aandeelhouders ongerust. De aandelenkoers van Motorola, in maart van dit jaar nog 184 dollar, is al beneden de 100 dollar gezakt.
Cisco heeft een koersdaling van 7 procent moeten slikken, nadat ceo John T. Chambers op 9 mei had aangekondigd dat de groeicijfers ook in de toekomst te lijden kunnen hebben van leveringsproblemen met onderdelen. Tot dusver hebben nog maar weinig grote bedrijven hun groeicijfers niet gehaald als gevolg van onderdelentekorten. Maar dat gaat niet lang meer duren, waarschuwt analist Pete Peterson van Prudential Volpe Technology Group. "En wanneer dat eenmaal gebeurt, kun je enorme schommelingen in de koersen verwachten", zegt hij.
Machtsverschuiving
Hoewel het onderdelentekort nog maar net zijn weerslag begint te krijgen op de operaties van de grote ondernemingen, valt er al een verschuiving van de macht waar te nemen in de verhouding tussen de fabrikanten en de leveranciers. Midden jaren negentig maakten de computerfabrikanten geraffineerd gebruik van de wereldwijde overvloed aan computerchips en andere componenten, door hun toeleveranciers tot steeds lagere prijzen te dwingen. Door de valutacrisis zagen de onderdelenleveranciers in Azië zich bovendien genoodzaakt tegen elke prijs te verkopen, om zo in ieder geval hun fabrieken draaiende te kunnen houden.
Maar dat is verleden tijd. Door de enorme vraag bij een zeer laag aanbod zijn de onderdelenleveranciers nu oppermachtig. "Ze kunnen in principe het marktaandeel van elke fabrikant bepalen", stelt Masami Fujino, deskundige op de elektronicamarkt van Nikko Salomon Smith Barney in Tokio.
Het chipstekort begint ook de producenten van andere belangrijke onderdelen als LCD-schermen parten te spelen. Matsushita Communication Industrial, een van de grootste Japanse producenten van digitale telefoons en auto-navigatiesystemen, zegt dat de hele communicatiesector nu met een tekort aan kleine LCD-schermpjes voor mobiele telefoons wordt geconfronteerd, en dat het tekort nog wel tot eind dit jaar kan aanhouden. Bovendien leidt de krapte ertoe dat de producenten lijnrecht tegenover elkaar komen te staan. Zo geeft Schmickrath van Hewlett-Packard ‘die snertlui van de mobiele telefoons’ er de schuld van dat ze de klad in zijn mooie stabiele onderdelenleveranties hebben gebracht.
Door de tekorten beginnen sommige groothandelsprijzen ook onrustbarend te stijgen. Motorola en Ericsson zeggen dat ze vier tot tien keer zoveel betalen voor bepaalde onderdelen van mobiele telefoons als normaal, ook voor wél goed leverbare condensatoren en flash-geheugenchips.
Tot dusver komen die gestegen groothandelsprijzen nog niet tot uiting in de prijzen op de winkelschappen. Uit angst marktaandeel te moeten inleveren berekenen de meeste producenten de prijsstijgingen nog niet door aan de klanten. Sommige telefoniebedrijven, inclusief AT&T, geven zelfs nog steeds mobiele telefoons weg om zo de klanten over te halen langetermijncontracten te tekenen. En Sony is van plan de langverwachte spelletjes-console Play Station 2 in oktober in de VS op de markt te brengen voor slechts 299 dollar – zo’n 70 dollar onder de adviesprijs in Japan.
Winstexplosie
Zelfs wanneer de klant niet wordt geconfronteerd met prijsstijgingen, gaan de hogere onderdelenprijzen de verhoudingen in de elektronica-industrie ingrijpend wijzigen, waarbij winnaars verliezers worden, en omgekeerd. Na een jarenlange doodsstrijd zag Samsung zijn winsten over het eerste kwartaal van dit jaar verviervoudigen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, tot 1,44 miljard dollar. Die winst was bijna geheel afkomstig uit de verkoop van geheugenchips.
De winstexplosie bij Samsung betekent een keerpunt voor de producenten van elektronicaonderdelen. De afgelopen vijf jaar hebben ze constant te kampen gehad met prijsdalingen. En na de wereldwijde valutacrisis stopten enkele Aziatische producenten gewoon met investeringen in capaciteitsuitbreiding. "De laatste klap was zo pijnlijk dat de chipfabrikanten ervoor terugschrokken nieuwe fabrieken neer te zetten", zegt Eric Rothdeutsch, halfgeleider-deskundige bij Merrill Lynch. "Ze bekeken elke stijging van de vraag met grote achterdocht".
Maar wat sloegen ze de plank mis. De vraag naar elektronicaproducten, vooral voor draadloze
apparatuur, is het afgelopen jaar waanzinnig gestegen. "De verkoop van mobiele telefoons stijgt dit jaar naar verwachting met maar liefst zo’n 60 procent, tot 440 miljoen dollar", aldus Bill McClean, directeur van halfgeleider-adviesbureau IC Insights. "Aan zo’n enorme vraag kan de halfgeleiderindustrie nooit ofte nimmer voldoen".
Pienter plannen
Niet alle betrokkenen worden even hard getroffen door het onderdelentekort. Bij sommige bedrijven wordt gewoon slimmer gepland. Dell Computer maakte eerder dit jaar bekend dat ze de onderdelentekorten onder de knie hebben gekregen door langetermijncontracten af te sluiten met Intel en IBM. Hewlett-Packard heeft tijdelijke inzinkingen het hoofd kunnen bieden door andere bronnen aan te boren via Internet. En bij Nokia hebben de constructeurs de productie zo kunnen regelen dat onderdelen uit slechter lopende mobiele telefoons kunnen worden overgezet in de populairdere modellen.
Dat is natuurlijk allemaal heel slim. Maar bedrijven als Dell en Nokia zijn van nature al in het voordeel. Over de hele linie blijken de bedrijven met het grootste marktaandeel de minste last te hebben. "In moeilijke tijden krijgen de topspelers alle chips die ze nodig hebben", zegt Will Strauss, marktonderzoeker bij Forward Concepts in Arizona.
Maar gelukkig duurt dit soort problemen niet eeuwig. Intel, de grootste chipproducent ter wereld, investeert dit jaar 6 miljard dollar in nieuwe fabrieken en apparatuur. In totaal hebben de chipfabrikanten wereldwijd 50 miljard dollar aan investeringen voor dit jaar aangekondigd. Helaas komt het leeuwendeel van die capaciteitsuitbreiding pas op zijn vroegst over twee jaar ter beschikking. En in de tussentijd moeten de fabrikanten bidden, smeken, lenen, schuiven, kortom: alles op stelen na – om hun productielijnen draaiende te kunnen houden.
Charges Haddad e.a.
De auteur van deze bijdrage heeft (nog) geen toestemming gegeven voor elektronische publicatie. Raadpleeg de Computable van bovenstaande datum voor de complete tekst van dit artikel. Heeft u de betreffende Computable niet (meer) in uw bezit, bel dan (023) 546.3413.