De strijd om de snelste zoekmachine is nog lang niet beslist. Met alleen een grote database is een internetindex er nog niet. Het gaat erom de slimste rekentruc te bedenken om de relevante informatie eruit te vissen. Zelfs wiskundeprofessoren mengen zich in de strijd. Onderzoekers zien ook gebreken aan deze zoekmachines: nieuwe informatie wordt steeds moeilijker te vinden.
De populiare zoekmachine Google krijgt er dankzij professoren Apostolos Gerasoulis van de Rutgers-universiteit in New Jersey en Tao Yang van de universiteit van Californië een concurrent bij: Teoma. Onderzoekers die de kwaliteit van de verschillende indexen van internet bijhouden zijn vol lof over de nieuwkomer.
Na het intikken van zoektermen, speuren Google en Teoma op precies omgekeerde manier naar de meest relevante informatie. Google kijkt welke informatie op relevante websites meer verwijzingen krijgt van andere websites. De populairste site krijgt de hoogste score.
Teoma zoekt op het web naar relevante sites en rangschikt deze in groepen. Door te kijken naar de verbanden in iedere groep wordt vervolgens berekend welke site het populairst is.
Onzichtbaar
Zoekmachines zijn een onmisbaar onderdeel van het ongeorganiseerde internet. Sterker nog: wat niet online staat, blijft onzichtbaar. Zo absoluut stelt onderzoeker Steve Lawrence het niet, maar zijn onderzoek wijst in die richting. Lawrence werkt bij het Nec-onderzoeksinstituut, bekostigd door het gelijknamige elektronicaconcern uit Japan.
Informatie die online beschikbaar is, wordt vaker geraadpleegd dan gegevens die niet via internet zijn ontsloten, toont Lawrence aan in het mei-nummer van Nature. Hij doet dat door te tellen hoe vaak computeronderzoekers in hun publicaties verwijzen naar online geplaatste onderzoeksresultaten. De it-onderzoekers zijn uitgekozen omdat ze meer dan andere wetenschappers hun werk online beschikbaar stellen.
Lawrence stelt dat er in een it-onderzoeksartikel gemiddeld 2,74 keer wordt doorverwezen naar een it-publicatie die niet online staat. Is een artikel op internet te lezen, dan wordt er gemiddeld 7,03 keer naar verwezen, een toename van 157 procent. Hij splitst vervolgens de it-publicaties op in vakgebieden en neemt meerdere jaren achtereen in beschouwing: het online plaatsen blijkt dan goed voor 336 procent meer verwijzingen dan het offline publiceren.
Conclusies durft hij niet te trekken: "Misschien worden alleen de beste artikelen online geplaatst. Het lijkt er echter op dat de toegankelijkheid een grote invloed heeft op het aantal verwijzingen."
Lawrence maakt zich weinig zorgen over het gebrekkige bereik van de zoekmachines. In 1999 was ongeveer een derde van alle beschikbare informatie op internet via zoekmachines ontsloten en de hoeveelheid informatie op het net neemt volgens hem sneller toe dan de machines kunnen bijbenen. Die informatiegroei zwakt ooit een keer af en Lawrence denkt dat de steeds krachtiger computers de achterstand dan wel kunnen wegwerken.
Wel deigt om de hoek een ander gevaar. De wiskundige methoden om de meest relevante informatie boven te krijgen, zoals Google en Teoma die gebruiken, geven populaire informatie de hoogste score. Lawrence: "Pagina’s zonder hyperlinks krijgen het steeds moeilijker in de indexen te worden opgenomen. Zo blijven we wellicht verstoken van nieuwe en hoogwaardige informatie."
Webindexen vallen uit de race
De strijd om de beste index van het internet is nog lang niet gestreden. Sommige webindexen dreigen weliswaar uit de race te vallen. De Britse krant The Times meldde begin juni dat zoekmachine Exite stopt met activiteiten in Duitsland, Spanje, Frankrijk, Denemarken, Zweden en Nederland. Infoseek, tegenwoordig in handen van Disney en omgedoopt tot ‘Go’, heeft de grootste moeite om de andere zoek-portalen bij te houden. Afgelopen maart meldde het bedrijf de site toch in de lucht te houden, door de zoekmachine te verhuren aan internetbedrijf Goto.com; zes weken eerder stelde het vierhonderd programmeurs te zullen ontslaan en de site te sluiten. Een vergelijkbaar scenario maakte portaal NBCi door. In januari ontsloeg het honderdvijftig medewerkers, een maand later meldt het een verlies van een slordige 47 miljoen dollar.
8 jaar later zijn we volgens mij nog steeds niets verder.
Zoeken op internet geeft steeds meer problemen, juist bij het vinden van relevante informatie.
Ik ben ervan overtuigt dat opleidingsinstituten te weinig aandacht besteden bij het leren van zoeken op internet.
Kijkende naar de klassieke naslagwerken, ga ik ervan uit, dat populaire zoekmachines het in de toekomst steeds moeilijker zullen krijgen bij het werven van advertentie/ positieplaatsen en de daarbij behorende inkomsten.
Vele ondernemingen staren zich blind op internetwerven, terwijl de locale omgeving sterk vergeten wordt, en daarmee de klantenbinding en de locale gunfactor onbenut laten.
Juist in deze tijd moeten ondernemers zich sterker locaal presenteren in de locale media!Om in het werkgebied van de ondernemer een sterke positie te krijgen waar de spontane naamsbekendheid af te “dwingen”
Ondernemers zijn tegenwoordig zo “gek”van de desorientatie op/ van internet dat het hun niet uitmaakt waar kalnten vandaan komen.
Lange reistijden moeten vermeden worden om deze periode te gebruiken voor efficienter te kunnen werken waardoot de productiviteit per FTE zal toenemen.
Particulieren zoeken weer steeds meer aanbieders in directe regio vanuit regio gebonden publicaties.
Dit omdat internet en de zoekmachines niet in staat zijn om bedrijven te filteren op woonplaats.
De grootste zoekmachines der aarde gaan terrein verliezen doordat vele externe partijen posities verkopen in de vorm van adwords.
Doordat vele tientallen bedrijven “garanderen” dat hun relaties bovenaan komen te staan, is er geen controle mogelijk bij deze bedrijven intern.
Vergelijk het met de Tour de France: er kan er maar 1 de tour winnen.
Kranten moeten nog een lange adem hebben, maar ook zeker hoogwaardige journalistiek bedrijven. Klakkeloos overnemen op websites komt zeker niet ten goede aan de betrouwbaarheid.
Kranten zullen innovatief moeten zijn.
Ten eerste denk ik aan het bundelen van abonnementen aan toegang op internet en nu zeker ook mobiel.
Gratis nieuwssites zullen hun aandel houden, echter diepgaande onderwerpen hebben zij niet. Kranten moeten daar wel wat aan doen.
Periodiek een thema uitwerken en publiceren, dat van te voren wordt aangekondigd en daarbij modulair voor adverteerders oplossingen en creatieve toepassingen worden aangeboden.
Men zal vaker “out the Box”moeten denken
Op prijs hoeft er niet geconcurreerd te worden mist je en toegevoegde waarde levert.