Op sleeptouw genomen door fors hogere omzetten van de Global Services divisie en de topmodellen uit de Unix-serverlijn logenstraft IBM met fraaie winst- en omzetcijfers de pessimistische verwachtingen van marktanalisten.
Ceo Sam Palmisano van IBM weet de slechte resultaten van het eerste kwartaal in april aan ‘misstappen van het management’; de cijfers van deze week lijken hem in het gelijk te stellen. IBM heeft in het tweede kwartaal wereldwijd een omzet behaald van 22,3 miljard dollar, een daling met 4 procent vergeleken met vorig jaar. Als de omzet van de pc-groep buiten beschouwing wordt gelaten, steeg de omzet met 6 procent. De nettowinst steeg met 5,4 procent tot 1,83 miljard dollar.
In de pijplijn
Vooral de Global Services van IBM draaiden aanzienlijk beter dan vorig kwartaal; nu een omzet van 14,6 miljard dollar, vorig kwartaal slechts tien miljard. De backlog van serviceovereenkomsten heeft voor 113 miljard dollar aan werk in de pijplijn, drie miljard meer dan vorig kwartaal.
De hardware divisie van IBM verhoogde zijn verkopen (zonder pc’s) met 5 procent tot 4,9 miljard dollar. De omzet van Unix-servers in het hoogste marktsegment schoot 36 procent omhoog, maar de omzet van mainframes in dezelfde divisie nam met 24 procent af. Insiders vermoeden dat die daling veroorzaakt wordt door een ingezakte vraag aan de vooravond van de lancering, volgende week, van een nieuwe generatie IBM-mainframes.
De microelektronicagroup van IBM moest genoegen nemen met een omzetdaling van 5 procent. De chipfabricage, bedoeld om te concurreren met Taiwanese fabrikanten als TSMC en UMC is nog steeds niet winstgevend.