T-Systems breidt zijn wereldwijde cloud computing-capaciteit uit. Na een voorbereidingsperiode van een jaar is nieuwe servercapaciteit beschikbaar gekomen in een van de datacenters in München.
De voormalige bunker in Allach (ten noordwesten van München) en het gekoppelde dubbele datacenter op het Euro-industriepark in de Beierse hoofdstad bieden gezamenlijk twee voetbalvelden aan serverruimte. Daardoor is München nu de grootste datacenterlocatie in Duitsland. Klanten, waaronder Shell, Philips en Linde, ondersteunen hun bedrijfsprocessen vanuit deze locaties. Zij ‘betalen naar gebruik’ voor flexibele dienstverlening.
"De vraag naar cloud computing onder onze klanten groeit snel", zegt Olaf Heyden, die bij T-Systems wereldwijd verantwoordelijk is voor zeventig datacenters. "We gebruiken nu alle nieuwe ruimte voor cloud computing-applicaties. We hebben alleen al voor onze SAP cloud-service de verwerkingscapaciteit binnen acht maanden verdubbeld."
T-Systems maakte bij de uitbreiding van het datacenter voor het eerst gebruik van de ervaringen van zijn testlaboratorium in München. In dit DataCenter 2020-lab onderzoeken T-Systems en Intel de eigenschappen van datacenters die geoptimaliseerd zijn voor energie-efficiëntie. Een van de indicatoren daarvoor is de PUE-waarde (power usage effectiveness). Deze stelt de verhouding vast tussen het totale energiegebruik van een datacenter en van de computers. Hoe lager de waarde, hoe efficiënter het energiegebruik in het datacenter. Op dit moment halen datacenters gemiddeld een PUE van 1,8. Dat betekent dat tachtig procent van de noodzakelijke energie voor it-hardware ook gebruikt wordt voor andere doelen, waaronder airconditioning, constante stroomvoorziening en verlichting. De bunkerlocatie in München zal in de toekomst een maximumwaarde bereiken van 1,3 en zorgt dan voor aanzienlijke kostenbesparingen en reductie van CO2-uitstoot. Het datacenter gebruikt onder meer bronwater voor het koelen van de serverruimten.