Over pakweg vijf jaar is de cloud definitief een nutsvoorziening en dat is maar goed ook. Het is hoog tijd vaart te maken met die verandering: het is waanzin andere resultaten te verwachten als men hetzelfde blijft doen.
Over pakweg vijf jaar is de cloud definitief een nutsvoorziening en dat is maar goed ook. Een van de grootste tijdsverslinders binnen ict is het up-and-running houden van bestaande omgevingen. Vernieuwing en/of life-cycle management staat laag tot zeer laag op onze prioriteitenlijst. Combineer dat met het tekort aan ict-personeel binnen de rijksoverheid, en het feit dat ook de ict-industrie aan het vergrijzen is, en dat het aantal millenials (of beter gezegd: mensen die niet meer uit een analoog tijdperk komen) nu al ruim 40 procent van de arbeidsbevolking uitmaakt (en elk jaar verder groeit), en u begrijpt dat we maar beter vaart kunnen maken met deze verandering. Einstein zei tenslotte al dat het waanzin is andere resultaten te verwachten als men almaar hetzelfde blijft doen.
Als u nu aan schoolkinderen vraagt wat de cloud is, zoals wij onlangs hebben gedaan, dan merkt u dat ze eigenlijk al zo ver zijn. Ruim de helft noemt de cloud ‘een vorm van opslag buiten de eigen computer’ – een plaats waar bijvoorbeeld hun foto’s en muziek worden bewaard. Maar als u ze vraagt hoe belangrijk dat voor ze is, dan komt dat nadrukkelijk ná een goede wifi-verbinding, sociale media of smartphone apps. Cloud boeit ze maar matig, omdat het ze niet gaat om wat het is, maar om wat het doet.
Koplopers
Nederlandse bedrijven zijn koplopers in Europa als het gaat om data en apps in de cloud, blijkt uit recent onderzoek. Ruim de helft zit al in de cloud (gemiddeld in Europa is dat 50 procent) en het percentage dat zelfs al alles in de cloud doet is hier fors hoger (6,6 procent) dan elders in Europa (3,8 procent). Bijna 90 procent van de respondenten acht de cloud redelijk tot zeer belangrijk voor hun business, en zo’n 80 procent hanteert al een cloud strategie (al is die niet overal even zorgvuldig uitgewerkt).
Tegelijkertijd is de cloud nergens in Europa een onderwerp waar it-besluitvormers graag over praten. Ruim 17 procent heeft het er liever helemaal niet over met het bestuur: het zorgt alleen maar voor verwarring. En dat percentage wordt alleen maar hoger naarmate je lager in de bedrijfshiërarchie komt: ruim 27 procent praat liever niet over de cloud met het personeel.
Dat is duidelijk niet omdat de cloud niet populair zou zijn: in heel Europa erkennen it-dm’s (decision makers) volmondig dat cloud technologie wordt ingezet om de productiviteit te verhogen (ruim 46 procent is het daar zelfs zeer mee eens), en de cloud wordt genoemd als een belangrijke technologie om dataveiligheid te kunnen garanderen. Het probleem is meer dat slechts een kleine 43 procent van de Nederlandse respondenten (tegen 41 procent gemiddeld in Europa) denkt dat het bestuur volledig begrijpt wat de cloud precies is – en voor de rest van het personeel ligt dat percentage niet veel hoger.
Kennisniveau
Dat duidt op een verschil in ‘kennisniveau’ dat men vaker ziet tussen specialisten en gebruikers. Specialisten praten graag over middelen – gebruikers liever over resultaten. En als het gaat over de acceptatie van de cloud, zit daar meteen de crux. Ook specialisten moeten meer leren denken en praten over uitkomsten, en minder over techniek. Verdiep u liever in wat het doet en hoe zich dat verhoudt tot de wet- en regelgeving waar uw organisatie aan moet voldoen, dan dat u probeert uit te leggen hoe het werkt. Technische termen werken op uw business partners als een rookgordijn en zorgen er vooral voor dat u overkomt als een soort magiër die graag met z’n stokje zwaait en daar dan een buitensporige rekening voor neerlegt.
In hetzelfde onderzoek werd de it-dm’s ook gevraagd of ze denken dat de term ‘cloud’ ooit gaat verdwijnen, en dan blijkt dat verschil duidelijk naar voren te komen: de ene helft denkt dat de term verdwijnt, maar dan vooral omdat we het met elkaar gaan hebben over wat de cloud mogelijk maakt, in plaats van over de technologie zelf. De andere helft, die denkt dat de term blijft bestaan, doet dat vooral omdat ze niet zouden weten hoe ze anders over de technologie zouden moeten praten.
Het hangt er dus maar vanaf met wie u spreekt: natuurlijk blijft de term cloud relevant voor mensen die zich er direct mee bezig houden. Als men actief is in de drinkwaterproductie is het logisch dat men het geregeld heeft over waterzuiveringsstations. Maar als gewone consument van kraanwater zal u mij daar niet snel over horen.
U kunt het ook omdraaien: op het moment dat niemand buiten de branche nog over de achterliggende techniek wil praten, weet u zeker dat u de ‘commodity status’ heeft bereikt. In het onderzoek geven it-dm’s in feite aan dat ergens tussen 2020 en 2025 een moment komt waarop alleen zij zelf nog over de cloud zullen spreken. Vanaf dat moment is de cloud definitief een nutsvoorziening.
laat die specialisten dan hun kinderen meenemen naar de klant :
“Papa maakt dingen om muziek en fotos op een heeeeeeele grote computer ergens ver weg op te slaan”
Specialisten praten graag over middelen – gebruikers liever over resultaten – computable experts over van alles en nog wat.