Het Europees Octrooibureau (EOB) moet scherper letten op onzinnige softwarepatenten. Ook moet het eenvoudiger worden om bezwaar aan te tekenen. Dat stellen adviseurs van het ministerie van Economische Zaken. Het duidt op een koerswijziging van staatssecretaris Karien van Gennip.
Van Gennip heeft de Tweede Kamer ingelicht over het advies over de Europese wet voor softwarepatenten die nu wordt voorbereid. De afgelopen jaren groeide het verzet tegen het wetsvoorstel. Vooral kleine en middelgrote softwarebedrijven vrezen voor hun werk. Ook de meeste auteurs van open source software zijn tegen.
De tegenstanders vonden vooral steun bij het Europees en Nederlands parlement. De Europese Commissie en verschillende ministers hielden tot nu toe voet bij stuk.
De staatssecretaris lijkt nu echter meer begrip te hebben voor de tegenargumenten. “Ik herken het beeld dat er te veel octrooien zijn verleend die geen bijdrage leveren aan de techniek.”
Van Gennip schrijft aan de Tweede Kamer dat het onderscheid tussen in computers geïmplementeerde uitvindingen en software steeds vager wordt.
Een goede reden om softwarepatenten van octrooiering uit te sluiten, is er echter niet. “Wel ben ik tegen ongebreidelde octrooiering van software-uitvindingen.” Daarom wil Van Gennip ‘initiatieven ontwikkelen’. Als voorbeeld verwijst ze naar de maatregelen uit het advies.
Niet nieuw
Daarin wordt om te beginnen voorgesteld dat het patentbureau meer contact opbouwt met softwareontwikkelaars. Zo kan het EOB beter bepalen wat de stand der techniek is. Daarmee voorkomt het patentbureau dat octrooien verleend worden voor uitvindingen die helemaal niet nieuw zijn.
De adviseurs willen daarnaast dat het EOB beter haar best doet om patenten voor triviale of marginale uitvindingen te voorkomen. Daar “heerst grote maatschappelijke onvrede over.”
Als derde raden ze de staatssecretaris aan het gemakkelijker te maken om commentaar te leveren op patentaanvragen. Het EOB moet ook verplicht worden te vertellen wat er met die informatie is gedaan. “Indiener van die informatie zou kosteloos partij moeten worden van een beroepsprocedure.”
De overheid moet daarnaast het gebruik van open standaarden bevorderen. Octrooien kunnen standaarden echter beperken. “Rusten er octrooien op gebruikte standaarden, dan moet het mededingingsrecht of een dwanglicentiebeleid een oplossing bieden.”
Het advies is opgesteld door Michiel van Genuchten, onderzoeker bij Philips en hoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven, Joop Sistermans, voorzitter van de adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid, Reinier Bakels, voormalig Origin-topman en softwarepatentenonderzoeker, en voormalig D’66-Kamerlid Francine Giskes.
De vier raden het ministerie aan van de richtlijn af te zien. “Nederland moet zich in Brussel sterk maken voor het (voorlopig) stoppen van de onderhandelingen.”
Dat lijkt in tegenspraak met het huidige EZ-beleid, schrijven de vier. Nederland heeft volgens hen echter steeds verklaard alleen in te stemmen met een richtlijn die de juiste balans vindt tussen wat wel en wat niet octrooieerbaar is. De huidige richtlijn vindt die balans niet; “daarom is een afwijzing te rechtvaardigen.”
Staatssecretaris Van Gennip wil het advies doorsturen naar de Europese Commissie, het Europees Parlement en de andere EU-lidstaten.