IBM verwerkt de multiprocessor-technologie van het overgenomen Sequent ook in zijn RS/6000-reeks Unix-servers.
De computerfabrikant komt over ongeveer een jaar met een machine, codenaam Regatta, die dankzij de Numa-q-technologie (non-uniform memory architecture) een maximum van 32 processoren bevat. Het ontwerp van de Regatta-server combineert diverse technologieën. De eerste bouwsteen is IBM’s eigen Power4-processor. Deze bestaat eigenlijk uit twee processoren op één chip, die voor de Regatta weer gebundeld wordt in blokken van vier stuks. Dit zegt vice-president David Turek, vice-president zware servers bij IBM.
De tweede bouwsteen is een nieuwe uitvoering, codenaamFederation, van de hoge-snelheids processorschakelaar (Colony) die tot op heden alleen dienst doet in de zware RS/6000 SP-machines. Het derde element, tevens ‘sluitstuk’, is de Numa-q-technologie van serverspecialist Sequent, die elke processor een eigen geheugenblok toebedeelt en de communicatie daartussen orkestreert.
Ondertussen heeft IBM ook het Monterey Unix-project naar zich toegetrokken. De aanstaande combinatie van de Unix-varianten AIX (van IBM), Dynix (van dochter Sequent) en Unixware (van de door Caldera ingelijfde platformendivisie van SCO) draagt nu de naam AIX 5L. De betrokken bedrijven ontkennen dat IBM het project hiermee in eigen handen neemt.