Automatiseerders hechten meer belang aan salaris dan aan vrije tijd. Geld vinden ze ook belangrijker dan cursussen en opleidingen. Dit blijkt uit het Beloningsonderzoek 1999 van De Breed en Partners. Bedrijven met flexibele arbeidsvoorwaarden moeten er rekening mee houden dat het personeel vooral vrije dagen verkoopt.
Veel IT-bedrijven voeren een systeem van flexibele arbeidsvoorwaarden in. Dat biedt de werknemers de mogelijkheid prioriteiten vast te stellen en hun arbeidsvoorwaarden deels zelf in te vullen. Medewerkers kunnen ondermeer vrije dagen verkopen en met de opbrengst bijvoorbeeld hun pensioen of salaris aanvullen. Soms kunnen ze ook loon inleveren voor meer vrije tijd. De meeste bedrijven zijn net begonnen met het vaststellen van deze flexibele arbeidsvoorwaarden en hebben nog geen ervaring met dit keuzemodel. Voor werkgevers is het belangrijk om te kunnen inschatten of het personeel veel dagen gaat kopen of juist verkopen.
Origin sloot in mei 1998 een cao à la carte af. Uit de eerste ervaringen van het bedrijf blijkt dat de ongeveer zesduizend werknemers meer dagen kopen dan verkopen. Bij Roccade ligt dit anders. Het personeel verkoopt juist meer dagen; het ruilt vrije tijd voor meer salaris.
De Breed en Partners legde automatiseerders een aantal wensen voor. De ondervraagden mochten een keuze maken tussen twee secundaire voorwaarden en emolumenten, bijvoorbeeld geld of vrije tijd. Uit de resultaten blijkt dat 64 procent een hoger salaris belangrijker vindt dan vrije tijd. Deze mensen zullen, als ze de mogelijkheid krijgen, vrije dagen verkopen. Ongeveer 36 procent zal extra dagen kopen.
Een hoger salaris is verreweg de belangrijkste wens van de automatiseerders. Alleen de mogelijkheid om cursussen te volgen kan aan de populariteit van geld tippen. Als de informatici mogen kiezen tussen geld of scholing, kiest 54 procent voor het salaris. Ruim 72 procent acht een hoger loon belangrijker dan een beter pensioen.
De auto heeft als arbeidsvoorwaarde afgedaan. Automatiseerders hechten veel meer waarde aan vrije tijd (77 procent), opleidingen (87 procent) en een hoger salaris (95 procent) dan aan een duurdere wagen. Zelfs een beter pensioen is voor 77 procent belangrijker dan een auto, terwijl de veelal jonge automatiseerders niet bekend staan als mensen die aan hun oude dag denken.