Nog geen twee jaar geleden kwam Robert Finocchio aan het roer bij databankleverancier Informix. Het bedrijf is op dat moment behoorlijk aangeslagen en maakt zwaar slagzij. Slechte financiële resultaten, twijfelachtige verkoop- en boekhoudpraktijken, een zwakke aandelenkoers en wanbeleid zijn de oorzaak. Finocchio krijgt de taak om dit recht te zetten.
Hij blijkt hierin te goed te slagen. Maar nu, bijna twee jaar en zes opeenvolgende winstgevende kwartalen later, geeft de topman het stuur over aan zijn opvolger, ‘operations’-directeur Jean-Yves Dexmier. Tot ieders verbazing. Bob Finocchio, de huidige president blijft nog tot midden juli aan als voorzitter van de directieraad.
De kersverse leider Dexmier, tot voor kort vice-president van de wereldwijde operaties, hamert op het belang van elektronische handel en datapakhuizen. Die twee groeiende marktsegmenten ziet hij als cruciaal voor de nog lopende reanimatie van Informix. Grote veranderingen binnen de organisatie heeft de 47-jarige Dexmier vooralsnog niet in gedachten. Hij zal het herstelplan dat Finocchio heeft uitgestippeld netjes volgen. "Ik ben van plan de richting te blijven volgen die Bob heeft aangegeven. We hebben het bedrijf echt weer op het goede spoor weten te krijgen", aldus Dexmier, die met deze uitspraak alvast wat roem van zijn voorganger naar zich toe trekt.
Verrassing
De wisseling van de wacht komt voor velen als een verrassing. Finocchio heeft immers goede resultaten geboekt. Bij zijn aantreden kampte Informix met forse financiële problemen. Niet alleen waren de omzet- en winstcijfers slecht – en daarmee de aandelenkoers. maar de complete boekhouding van het bedrijf stond bloot aan forse kritiek – lang voordat het Nederlandse Baan in soortgelijke problemen terechtkwam. De Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) stelde daarom een onderzoek in naar de manier van balansberekening die het bedrijf hanteerde.
Dit was het toneel waarop Finocchio zijn debuut maakte in de software-industrie; zijn wortels liggen in hoek van de netwerkhardware.
Finocchio begon zijn zakelijke carrière in 1975 bij de Bank of America. Hij had zijn studie economie aan de universiteit van Santa Clara (Californië) voltooid en enkele cursussen gevolgd aan de Harvard Business School. In 1978 verruilde hij de bank voor Rolm Corporation, de op twee na grootste fabrikant van telefoonsystemen en centrales in de Verenigde Staten. Daar bekleedde hij diverse bestuursfuncties. In 1984 kwam dat bedrijf in handen van IBM. In 1988 hield hij het daar voor gezien.
Hij trad in dienst bij netwerkfabrikant 3Com, waar hij in 1993 aan het hoofd kwam van de afdeling productontwikkeling. In de daaropvolgende drie jaar klom hij gestaag op en was verantwoordelijk voor het integreren van tien bedrijven (met in totaal vierduizend werknemers) die 3Com overnam. De hardware-man was een rijzende ster binnen dit bedrijf en promoveerde in 1996 tot president van 3Com. Dat bedrijf dankt veel van zijn groei aan Finocchio. In 1991 behaalde de netwerkleverancier een omzet van 419 miljoen dollar; bij zijn vertrek naar Informix in 1997 was dat gestegen tot 3,1 miljard dollar.
Geen idee
De manager bekent achteraf dat hij ten tijde van zijn aantreden bij Informix niet echt wist waar hij aan begon. "Ik had geen idee waar ik aan begon. Ik had wel een vage notie dat software toch iets anders is dan hardware. En ik wist natuurlijk wel dat het bedrijf nogal in de problemen zat. Maar ik was me er niet van bewust dat het nodig was de financiële resultaten te herzien. Dat was een volslagen verrassing voor mij."
De volgende – onaangename – ontdekking van de nieuwe president was dat de software-industrie toch behoorlijk veel verschilt van de hardware-tak. "Aanvankelijk dacht ik dat het onnodig was om deze industrie per se te willen begrijpen. Maar na er zes maanden tot over m’n oren in te hebben gezeten, kwam ik tot de conclusie dat ik het mis had. Sommige van de gehanteerde zakenpraktijken kloppen gewoon niet. De overeenkomsten die wij en onze concurrenten sloten; ik geloofde mijn ogen niet. Bijvoorbeeld al die meerjarige contracten voor software waarvan de klant voor een vaste prijs onbeperkt gebruik kon maken: As much as you can eat. Ook kwam ik erachter dat klanten bij voorbaat enorme hoeveelheden van je product kopen, simpelweg omdat dat kan, niet omdat ze het nodig hebben. Ze schaffen goedkope software aan en moeten dan dure consultants inschakelen om het te laten functioneren. En de producenten? Zij nemen het geld aan en boeken omzet. Take-the-money-and-run."
Aanpakken
Finocchio is – terugkijkend – niet zuinig met zijn kritiek op de softwaremarkt. Dit verschilt nogal met woorden uit zijn begintijd. Deze geven een heel ander beeld. Als beginnend Informix-president sprak hij van een enorme convergentie van uitdaging en mogelijkheden: "Ik zie er naar uit om samen te werken met het management en de directieraad om Informix te leiden." Daar waren nog enkele zinsnedes aan toegevoegd met de sleutelwoorden ‘vertrouwen’, ‘groei’, ‘succes’ en ’toekomst’. Maar het bleef niet alleen bij mooie woorden; Finocchio besloot de problemen van Informix voortvarend aan te pakken. De nieuwe topman ging direct in gesprek met Wall Street-analisten en journalisten en kwam er rond voor uit dat de boekhouding van Informix niet helemaal snor was.
Het bedrijf nam alle cijfers van 1994 tot en met het eerste kwartaal van 1997 opnieuw door en rapporteerde vervolgens de herziene resultaten. Die waren op z’n zachtst gezegd niet zo goed: de omzet was 278 miljoen dollar minder dan eerder gemeld en de winst kwam ineens 236 miljoen dollar lager uit. Verder bleken ook de resultaten voor het net afgesloten derde kwartaal van 1997 minder gunstig uit te vallen. De softwareleverancier boekte een netto verlies van 111 miljoen dollar op een omzet van 150 miljoen dollar.
Cursusmateriaal
Deze ‘foutjes’ in de cijfers waren te wijten aan over-enthousiaste verkopers en creatieve boekhouders. De eerste groep wilde de gestelde quota halen, koste wat het kost, ook als daarvoor harde onderhandelingen ineens doorspekt werden met concessies vlak voor het afsluiten van het kwartaal. De tweede categorie werknemers voerde de verwachte financiële instroom van overeenkomsten met klanten en distributeurs zo snel mogelijk door in de boeken, ook als het contracten betrof voor leveringen in de verdere toekomst. Deze combinatie van factoren is in zekere zin beroemd geworden. In ieder geval bij het Amerikaanse accountantsbureau ITP Nelson. Deze onderneming gebruikte het als case van de maand bij interne cursussen.