De Duitser Christof Hellmis is bij Nokia verantwoordelijk voor het platform van Nokia Maps: hij moet gps-diensten zo breed mogelijk verspreiden als basis voor ‘context based services’, de toekomst waar de Finnen miljarden op zetten. Uiteindelijk wil Nokia zeker 100 miljoen gps-mobieltjes verkopen.
Verdwalen in een stad waar je nooit geweest bent, behoort over een paar jaar tot de verleden tijd. Als het aan Nokia ligt. Sterker nog: in Nokia’s toekomstvisie zie je met een klik op de knop van de mobiele telefoon welke foto’s of filmpjes er op iedere gegeven locatie zijn gemaakt en welke ervaringen vrienden en bekenden daar opdeden. Het maakt niet uit of dat een heftige uitgaansnacht was, een vroeg rondje hardlopen of een cultureel uitstapje.
De mobiele telefoon, met aanpalende webdiensten, moet de nieuwe richtingaanwijzer worden. In iedere nieuwe multimediatelefoon die op de markt komt, zit daarom niet enkel een gps-antenne verwerkt, maar ook een uitgebreide set digitale landkaarten. Nokia hoopt dit jaar 35 miljoen gps-mobieltjes te verkopen en uiteindelijk zo’n 100 miljoen, op een markt van 3 miljard mobiele bellers.
Uit cijfers van marktonderzoeker GfK blijkt dat 4 procent van de in Europa verkochte mobieltjes gps-functies heeft. Maar een gps-antenne en landkaarten op zich betekenen nog niets. Het gaat erom hoe die in combinatie met elkaar tot nieuwe context leiden. Christof Hellmis: "Na web 1.0 en web 2.0 komt nu wat ik het ‘context web’ noem. Dat is de combinatie van community’s en gps."
Geld verdienen Hellmis is sinds 2006 in dienst bij Nokia. Zijn visitekaartje toont de onuitspreekbare titel ‘Director Navigation & Context Services Platform Nokia Services & Software’. Hij is verantwoordelijk voor het hart van Nokia Maps, het zogeheten core platform. "Ik ben bij Nokia komen werken nadat het ons bedrijf Gate5 had overgenomen. Gate5 was eigenlijk een club enthousiaste techneuten uit Berlijn die leuke dingen maakten op basis van locatie-informatie. Er werd eigenlijk niet over nagedacht op welke manier we daar geld aan konden verdienen. Op een gegeven moment kwamen we in contact met Nokia voor een bepaald project. Ik weet niet meer wat. Die samenwerking zette het overnameproces in werking."
Een deel van het personeel ging mee naar Nokia, een ander deel van de techneuten ging naar Keyhole. Dát bedrijf staat sinds zijn overname beter bekend als Google Earth.
Ook Nokia heeft, net als Gate5, geen gedetailleerd plan om geld te verdienen met gps-diensten. Maar dat is Hellmis’ primaire taak nu niet. Hij moet van losse onderdelen een stevige eenheid vlechten, die uiteindelijk omgesmeed kan worden tot een stevig financieel fundament onder het Finse telecombedrijf.
Zonder blauwdruk "Nokia heeft een heel open bedrijfscultuur. Met de afdeling Markets bekijken we wat nodig is om bepaalde markten te bedienen. Met Devices en Services bespreken we welke diensten in welke toestellen verwerkt kunnen worden, en hoe." De Duitser werkt in een omgeving die constant aan verandering onderhevig is. De overname van Gate5 was een van de eerste in een lange reeks. Op gps-gebied kreeg zijn afdeling gezelschap van kaartenmaker Navteq (5,7 miljard euro) en recentelijk nog Plazes, eveneens uit Berlijn. Laatstgenoemde is een soort profielensite op basis van de geografische locatie van de gebruiker. "De teams over leggen veel met elkaar om te bekijken wat van nut is voor de gebruiker. Er is niet iemand die van bovenaf bepaalt hoe alles er uit moet zien. We denken zo: je kan lang kletsen over wat mogelijk is, maar het is beter om er gewoon mee te beginnen. Dit is een nog onontgonnen gebied."
Behalve het ‘vlechten’ van wensen van collega’s, heeft Hellmis nóg een rol: het faciliteren van ontwikkelaars. Die rol is minstens zo belangrijk, zo niet belangrijker. "Volgend jaar maken we een aantal api’s publiek beschikbaar, zodat externe partijen hun eigen diensten kunnen ontwikkelen op basis van ons platform. Hiertoe hebben we ook een aantal samenwerkingsverbanden gesloten. Ik kan niet zeggen met wie." De api’s laten derden diensten bouwen rondom iemands beschikbaarheid, positie en bereidwilligheid om informatie met bekenden te delen.
De digitale landkaarten van Nokia worden volgend jaar ook beschikbaar op het vaste web, net als Google Maps. De Google-kaarten hebben al veel profijt van de beschikbaarheid van api’s. Afgelopen jaren verschenen er duizenden specialistische landkaarten, waarvan velen op weblog Google Maps Mania zijn te vinden. Nokia’s voorland is veelbelovend.
Meerdere goden dienen "De huidige killer-applicatie van gps is navigatie voor de auto", stelt Hellmis. "Wij hebben sinds februari ook navigatiediensten voor voetgangers. Voor beiden moet je een licentie bij ons kopen, voor enkele dagen, weken of maanden. De belángrijkste vraag die moet worden beantwoord is: hoe gaan we hier geld mee verdienen? Er is een aantal modellen: advertenties, transactionele referrals, premium content en navigatieaanwijzingen. In onze downloadwinkel zitten 470 items, met multimediale stadsgidsen. Die verkopen allemaal even goed. Niets verkoopt slecht. Je ziet de ‘long tail’ in werking." Navigatie loopt ook goed volgens Hellmis. Lokale advertenties zijn een optie, maar Hellmis wijst erop dat verreweg de meeste midden- en kleinbedrijven nog niet op Maps zitten.
Nokia zit, wat de gps-inkomsten betreft, gevangen tussen twee vuren. Aan de ene kant wil het bedrijf zelf geld innen voor zijn diensten, aan de andere kant moet het telecombedrijven bedienen die in gpsdiensten nieuwe inkomstenbronnen zien. En dan laten we programmeurs die gpsdiensten schrijven en willen exploiteren nog buiten beschouwing. Hoe de verhoudingen tussen die partijen in de toekomst ligt, weet Hellmis niet. "The devil is in the detail."
Op de opkomende gps-markt ziet Nokia zich geconfronteerd met een verscheidenheid aan concurrenten. En dat zijn niet de oude, vertrouwde partijen die de Finnen van haver tot gort kennen, maar bedrijven als Apple, Google en TomTom. Ieder hebben ze een ander verdienmodel: Apple met hardware- en softwareverkopen, Google met advertenties en TomTom met hardware en abonnementen.
Dat Nokia een serieuze speler op deze markt wil worden, blijkt uit de miljarden euro’s die het op tafel legde voor kaartenmaker Navteq. Hoe en hoe snel die miljarden worden terugverdiend, moet nog blijken. In het tweede kwartaal van 2008 zette de afdeling Internet & Services 119 miljoen euro om, 42 procent meer dan het jaar ervoor. In het derde kwartaal kwam de omzet uit op 140 miljoen. Aardige getallen, maar als je in aanmerking neemt dat de concernomzet 12 miljard bedraagt, is dat nog slechts een habbekrats.