Op maat gemaakte digitale lessen zetten scholieren aan tot harder werken. Dat werd afgelopen dinsdag geconcludeerd tijdens de derde les van het digi-project van Danaë. De docenten Engels en Aardrijkskunde van het Sint Ignatius Gymnasium stonden voor het eerst zonder de programmamakers in het computerlokaal. Ict moderniseert het onderwijs, en "daar krijg je enthousiasme voor terug".
De medewerkers van Danaë schatten dat ieder project twee maanden voorbereiding kost en twee maanden voor het realiseren van een eindproduct De leraren moeten de doelen stellen en de opdrachten bedenken. Danaë werkt het uit tot een digiproject. "Eén van ons blijft er bij tot de leraren het zelf kunnen, we leveren alleen maatwerk", vertelt Anoek Drieman, van het ‘projectbureau voor ict-gebruik op school’.
Ze omschrijft het per school, per vak en per leraar maken van een onderwijskundig computerprogramma als "risicovol en arbeidsintensief". Dat is volgens haar de reden dat de meeste andere spelers op de educatieve ict-markt kiezen voor het vervaardigen van cd-rom’s en websites bij bestaande lespakketten. Toch leidt de intensieve begeleiding niet tot een torenhoge kostprijs. "Het is erg leuk om te doen. Het gaat niet om het maken van veel winst."
Nieuwigheid
Vandaag laten de twee onderwijsadviseurs van Danaë de leraren op het Amsterdamse Sint Ignatius Gymnasium voor het eerst los. Voor Dorothee Vlaar, docente Engels, is het halverwege de les klip en klaar: "Het medium zet de leerlingen aan tot harder werken". Het lijkt moeilijk te geloven dat ze de voorkeur geeft aan deze lawaaiige groep scholieren die zich in het lokaal verdringen rond de computers, in plaats van een rustige klas. Het kan ook de nieuwigheid zijn die de kinderen enthousiast maakt, voegt ze toe.
Ze is overtuigd dat de combinatie van haar eigen les met die van haar collega voor het vak Aardrijkskunde de kinderen in beide vakken vooruit helpt. Ze heeft vorige week een van de opdrachten uit het digi-project voorbereid zonder computer. Vandaag gaan de leerlingen veel uitgebreider in op haar vraag iets over zichzelf te schrijven. "Ze schrijven veel uitgebreider wat ze leuk vinden en wat niet. Ik denk omdat ze weten dat ook anderen het kunnen lezen op de websites."
Aanvullingen
Vlaar is nieuwsgierig hoe straks de ene klas de andere zal vragen om aanvullingen. De drie leerlingen dat in dit uur werken aan een reisfolder over België moeten over een paar weken vragen stellen over de website-brochure gemaakt uit de andere klas. "Vanuit de stof komt de noodzaak tot communicatie." Het is ook de reden dat ze voor deze aanpak kiest: "Anders had ik ze net zo goed kunnen vragen om een werkstuk te schrijven." Stimuleren dat de leerlingen elkaar vooruit helpen maakte ze ook onderdeel van de beoordeling: iedere website krijgt een aantal punten die de drie opstellers zelf eerlijk moeten verdelen. "Een leerling die alle gegevens bij elkaar scharrelt krijgt meer punten dan een die alleen plaatjes op de site zet. Dat zal een leerling aansporen niet achterover te blijven zitten."
Ook aardrijkskundedocent Trees Bruynel ziet in computers een nuttige aanvulling voor haar vak De eerste les lijkt de opgedane kennis wellicht nog wat oppervlakkig: het opzoeken van bevolkingsaantallen van de Europese lidstaten is voor de meeste leerlingen allang een koud kunstje. De volgende lessen, aldus Bruynel, duiken de leerlingen steeds dieper in de materie. Met computers krijgt het onderwijs ook een moderner jasje en sluit het beter aan bij de belevingswereld van kinderen, zegt ze. "Daar krijg je veel enthousiasme voor terug."
De leerlingen zelf zijn vooralsnog verdeeld over het digiproject. "Ik weet absoluut niet hoe dit moet", verzucht een meisje bij de zoekmachine van Altavista. "Het is ontzettend leuk om te kunnen overleggen met je klasgenootjes en dat je niet stil hoeft te zijn", vindt Iliana Stiljanov.
Apache
De drijvende krachten achter de digiprojecten van Danaë, Anoek Drieman en Dafne Wychgel zijn geschoold in sociale psychologie en sociale wetenschappelijke informatica. Het duo bereidt alle digiprojecten voor met de docenten en verzet het leeuwendeel van het werk om het onderwijs in de computer te krijgen. Danaë blijft host voor de programma’s en draagt zorg voor logons en wachtwoorden. Alle computers op de zes scholen waar ze nu digiprojecten hebben, zoeken via internet contact met de servers van Danaë. Daar zorgen Apache-webservers voor het contact met de MySQL database. De webpagina’s waar de scholieren hun tekstopdrachten invullen zijn geschreven in Perl.