Vol verbazing las ik het weerwoord van Peter Teeuwen in de discussie over databases (Relationeel, maar zonder samenhang, Computable 14 februari). Hij probeert op een tamelijk botte manier alle argumenten tegen zijn stelling te ontkrachten, maar zijn argumentatie raakt kant noch wal.
Hij geeft een voorbeeld van historische data waarvan de samenhang verloren zou zijn gegaan door het gebruik van het relationele model. Dat lijkt echter niet zozeer het gevolg van het relationele model, maar van een gebrekkige modellering.
Teeuwens opmerking dat archivering iets totaal anders is dan het maken van een back-up of het samenvoegen van databases moge terecht zijn, maar het voorbeeld van archivering mag daarom nog niet als argument dienen voor het einde van de relationele database. Bedrijven en instellingen zijn bezig met het hier en nu en kunnen slechts lering trekken uit het verleden.
Ik denk zelf dat de volgende conclusie meer op zijn plaats is: zuiver relationele databases kunnen niet voor de volle honderd procent alle behoeften dekken. Er zijn altijd al omstandigheden geweest waarin het relationele model minder goed op zijn plaats was. Die krijgen echter wel steeds meer aandacht. Relationele databases blijven niet zozeer bestaan omdat ze verankerd zijn in bestaande systemen, maar omdat ze een heleboel (in ieder geval: de meeste) behoeften goed kunnen bevredigen.
De toekomst is aan databases die data zowel gestructureerd als ongestructureerd kunnen opslaan. Spijtig voor Peter Teeuwen, die een duidelijke aversie heeft tegen grotere softwareleveranciers als Microsoft, IBM en Oracle, is dat alleen de grotere softwareleveranciers in staat zijn gebleken een dergelijke hybride oplossing te bieden. Toegegeven: de een wat beter dan de ander.
Herman Mensinga, Utrecht