Ik denk niet dat veel mensen bekend zijn met het consortium Eclipse, maar met een beetje geluk zijn we er straks allemaal heel tevreden over. IBM is een van de leiders van Eclipse en hoewel Microsoft de belangrijkste tegenstander is, heerst er ook vijandigheid tegenover Sun. De voornaamste ontwikkelaar van de Eclipse-producten is Object Technology International, een bedrijf dat afstamt uit de Smalltalk-wereld.
Eclipse ontwikkelt Open Source-standaarden voor ontwikkeltools die gebruik maken van Java. En dat is precies het punt waar de verstoorde relatie met Sun zijn oorsprong vindt: Eclipse houdt zich namelijk bezig met alternatieven voor de ‘add-ons’ voor Java – niet voor Java zelf. Java valt onder het publieke domein (public domain), maar het beheer ervan ligt bij ‘uitvinder’ Sun. De Open Source-gemeenschap probeert al heel lang het beheer van Java ook onder te brengen in het publieke domein en wordt daarin ondersteund door IBM en vrijwel alle andere producenten die software maken waarin Java een belangrijk onderdeel is. Die producenten vinden het namelijk niet zo’n prettig idee voort te borduren op een product dat door een concurrent wordt bestuurd.
Toch worden de Sun J2EE-standaarden zeer veel gebruikt. Sterker nog: voor servergebruik is de standaard zelfs toonaangevend, voor de desktopcomputers telt dat veel minder. Daar heerst Microsoft Windows. Nu is het wel mogelijk om met een Windows-client gebruik te maken van een op Java-gebaseerde server, maar met de introductie van Visual Studio.Net heeft Microsoft een zeer sterke troef in handen voor ontwikkelaars die programmatuur maken voor eindgebruikers. Doordat er weinig of niets wordt gedaan aan ontwikkeling van clients, ligt de onaantastbaarheid van Java op de serverplatforms onder vuur en is .Net in opmars. Vandaar Eclipse, want IBM en consorten zijn van mening dat Sun geen geloofwaardige concurrent voor Visual Studio heeft.
Zowel Sun als IBM zouden graag de desktopgebruikers zien overschakelen van Windows naar Linux, maar dat is alleen op de lange termijn mogelijk. Op de korte en middellange termijn moet allereerst de dreiging van .Net op de servers worden afgewimpeld. Er is slechts één manier om dat voor elkaar te krijgen: door volledige ondersteuning te bieden voor de Windows-client, en op dat punt laat Sun behoorlijk wat steken vallen.
Eclipse heeft vorig jaar een eigen modelling framework (EMF) uitgebracht. Op zichzelf al weer een flinke stap voorwaarts, omdat onafhankelijke ontwikkelaars van programmeertools hiermee hun producten met die van andere leveranciers kunnen samenvoegen. Zo kunnen zij een geïntegreerde ontwikkelomgeving maken die lijkt op Visual Studio van Microsoft, maar dan met een ruime keuze aan tools. De belangrijkste ontwikkeling is echter de aandacht voor de ondersteuning van Java door de Windows-client.
Het belangrijkste verschil in benadering tussen Eclipse en Sun zit hem in de focus op portabiliteit. De Sun-benadering, de Java-standaard Netbeans met Abstract Window Toolkit (AWT) en de Swing-bibliotheken, gebruikt meerdere lagen software om de portabiliteit van een grafische toepassing tussen Windows en andere grafische gebruikersinterfaces (gui’s) mogelijk te maken. Eclips heeft als tegenhanger hiervan de Standard Widget Toolkit (SWT) uitgebracht, waarin standaard Windows ‘widgets’ zitten en Jface voor de geavanceerde effecten. Deze koppelen Java direct aan C, waardoor de faciliteiten van het besturingssysteem effectief en transparant gebruikt kunnen worden. Hoewel Windows het voornaamste doelwit is, heeft Eclipse ook ondersteuning uitgebracht voor Motif en de oss Gimp-toolkit.
Er bestaat geen twijfel over dat Sun de theoretisch meer correcte benadering hanteert, maar het is eveneens duidelijk dat Eclipse de werkbare manier toepast. Het betekent namelijk dat een client die is ontwikkeld met SWT er als een Windows-toepassing uitziet en zich ook zo gedraagt. Het is natuurlijk gemakkelijk nu te beginnen over een beter ontworpen gui, maar gebruikers zijn nu eenmaal gewend aan de gui van Windows en zullen iets dat veel gelijkenis toont gemakkelijker accepteren. Het is voor een gebruiker totaal niet belangrijk met welk ontwikkeltool een programma is geschreven, het maakt echter wel degelijk uit of een programma gemakkelijk aan te leren is.< BR>
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.