Vijftig lagere scholen in Amsterdam aangesloten op het computernetwerk Ciao, vinden deelname aan Kennisnet niet nodig. Ze vrezen dat dit onderwijsnetwerk geen extra functionaliteiten oplevert, maar wel meer onderhoudswerk. Op dit landelijke onderwijsnetwerk moeten alle drie miljoen scholieren worden aangesloten.
Op de website van de stichting Computers in het Amsterdams Onderwijs (Ciao) heet het: "Kennisnet en Ciao vullen elkaar aan". Toch zouden de vijftig scholen die nu op het thin-client netwerk zijn aangesloten de aansluiting op Kennisnet liever vermijden, zo vertellen Ciao-bestuurslid Joke Dorrepaal en Erik Kleipool, ICT-coordinator voor een zestal scholen in Amsterdam-Zuidoost.
Hun bezwaren zijn technisch van aard. Zo vrezen ze dat de Ciao-scholen hun huidige e-mail systeem moeten opgeven voor dat van Kennisnet. Ciao verdeelt de bezetting op mailservers door van iedere school een subdomein te maken. Bij Kennisnet krijgen alle leerlingen een nummer op het domein Kennisnet. De Ciao-scholen vrezen te maken te krijgen met uitvallende mailservers. Kleipool: "Vrijwel alle e-mailberichten blijven binnen het schooldomein. Waarom moet dat via een machine daarbuiten?"
Bandbreedte
Dorrepaal raadt scholen deelname aan Kennisnet af. Ze voorspelt dat het door een consortium van kabelbedrijven gelegde netwerk problemen oplevert met bandbreedte. Het tijdverlies door capaciteitsproblemen maakt dit netwerk duurder, stelt ze. "Als een school zich de aansluiting op Internet op een andere manier kan veroorloven, is dat te verkiezen boven Kennisnet."
Dorrepaal en Kleipool voorspellen beiden dat deelname aan Kennisnet scholen hogere kostenposten voor beheer oplevert dan de Ciao-opzet. De basisscholen met een aansluiting op het Ciao-netwerk zijn over het functioneren ervan heel tevreden, aldus Kleipool. De keuze van Ciao voor netwerkcomputers (NC’s) gerangschikt rondom een Solaris server, beperkt de zorg van schoolleiding of leerkrachten over het beheer.
Onderhoud van het netwerk, installatie van sofware en maken van back-ups wordt voor meer dan 90 procent op afstand gedaan, door vier medewerkers van het Amsterdamse universitaire rekencentrum Sara. Als volgens plan uiteindelijk alle tweehonderd Amsterdamse basisscholen op Ciao zijn aangesloten, dan vraagt het onderhoud hooguit twaalf automatiseerders, stelt Dorrepaal.
Kleipool voorspelt dat alle scholen met een netwerk van PC’s uiteindelijk een aparte beheerder zullen moeten inzetten om het netwerk draaiende te houden. "Zo’n school is veel tijd kwijt met installeren of onderhoud van die machines." Het op school inzetten van tweedehands computers is een heilloze weg, vindt Dorrepaal: "Het beheer van die zogenaamde tweede kans-computers geeft zoveel ellende."
Privacy
"Wie bepaalt de inhoud van programma’s op Kennisnet? Wordt dat afgestemd op een school in Staphorst of de vooruitstrevende school in Amsterdam?" Dorrepaal ziet naast deze discussie met Kennisnet ook problemen ontstaan op het gebied van privacy. De ouders met kinderen op een van de Ciao-scholen geven één keer toestemming aan de schoolleiding om gegevens op school te bewaren. Bij Kennisnet zorgt dit voor meer hoofdbrekens, zegt Dorrepaal. Ze voorspelt dat onder meer uitgevers die via Kennisnet materiaal aanbieden, controle willen over de gebruikersdatabase. In het ergste geval moeten ouders verschillende malen toestemming geven voor het opslaan of doorgeven van persoonlijke gegevens.
Massaal gebruik
Erik Zegwaart, directeur van Nltree, verantwoordelijk voor de bouw van Kennisnet, hoort op van de bezwaren van Ciao. Kennisnet laat volgens hem de scholen vrij in de keuze voor e-mail-diensten of computersysteem. Een gebrek aan bandbreedte voorziet hij niet: "Het netwerk is juist ontworpen voor massaal gebruik." De gegevens van de scholieren, tenslotte, zullen bij Kennisnet in veilige handen zijn, zegt hij. Uitgevers, kabelbedrijven en ministerie onderzoeken de mogelijkheid om met één enkele login, gebruikers toegang te kunnen geven tot alle diensten. "Kennisnet is vooral bedoeld voor de 95 procent van scholen die nog niet op Internet zijn aangesloten."
Wachten op educatieve programma’s
Scholen kijken reikhalzend uit naar goede didactische software. De huidige programma’s zijn een stap terug, stellen Ciao-medewerker Erik Kleipool en Ciao-bestuurslid Joke Dorrepaal. Invuloefeningen en rekensommetjes op een CD-rom zijn voor het onderwijs geen vernieuwing.
Volgens het tweetal is het met computers mogelijk dat meer leerlingen ieder op hun eigen niveau onderwijs volgen. Dit vergt een andere aanpak van de leerkracht. Die moet zich niet langer op het klasse-gemiddelde richten, maar in staat zijn les te geven op verschillende niveau’s.
Niet alleen de leerkrachten, ook de onderwijskundige programma’s moeten geschikt zijn voor een netwerk met meerdere besturingssystemen. Het merendeel van de bestaande onderwijssoftware is hier niet voor bedoeld. De meeste programma’s zijn geschreven voor gebruik op standalone PC’s met Microsofts Windows — ongeschikt voor Suns Unix-variant Solaris of andere besturingssystemen. Om problemen met gebruik in verschillende systemen en geharrewar met licenties te voorkomen, pleiten Kleipool en Dorrepaal voor het gebruik van open standaarden. Deze maken uitwisseling van gegevens tussen de verschillende platformen makkelijker.
Het tekort aan visie van CIAO onder Bert was dat het over “de hoofden”heen ging. Ik ben ccordinator geweest bij ciao destijds. en verdwenen in het Groningse alwaar ik hetzelfde tegenkwam. Daar sneuveld het nu ook om dezelfde reden
Niks computers POLITIEK !