Het carrièrepad van Jan Willem des Tombe, sinds 1 februari 2000 COO (Chief Operating Officer) van Sapenda International, is altijd gericht geweest op één doel: het beginnen van een eigen bedrijf. Samen met Kees Zegers en Sacha Prins wist hij dat doel begin dit jaar te realiseren. En niet zonder succes, want Sapenda is in een half jaar uitgegroeid tot een bedrijf met twintig medewerkers. De onderneming biedt per e-mail onder meer een gratis nieuws- en informatieservice in vier landen: Nederland, Duitsland, Frankrijk en Italië.
"Het starten van een eigen bedrijf is steeds mijn doel geweest. Eerst heb ik in loondienst zoveel mogelijk geleerd, op kosten van een ander, om daarna de sprong in het diepe te wagen. Dat ik daardoor in de nieuwe economie terecht ben gekomen, heeft alles te maken met de tijdgeest. Ik reed als het ware in een grote, zware vrachtwagen en zag dat ik doorlopend werd ingehaald door snelle sportauto’s. Dat wilde ik ook! In die vrachtwagen kwam ik weliswaar vooruit, had ik goed zicht op de weg en zat ik veilig in een stevige cabine, maar het ging me niet snel genoeg.
Begrijp me goed, met die beeldspraak wil ik niet zeggen dat ik erop uit ben een ‘snelle’ jongen te worden, met een snel pak en een flitsende auto. Nee, het gaat mij meer om het groeitempo in de nieuwe economie. Het gaat allemaal sneller en gemakkelijker. Je hoeft minder ballast mee te zeulen."
Het was dus vooral een keuze voor vrijheid?
"Min of meer. In een eigen bedrijf, dat bovendien nog niet al te groot is, ben je verantwoordelijk voor je eigen succes. Bij mijn vorige werkgevers – Unilever, Heineken en Reckitt-Benckiser – was ik slechts een radertje in het geheel. Mijn eigen bijdrage in de resultaten van zo’n onderneming is moeilijk meetbaar. In de huidige situatie zijn alle successen, maar ook alle fouten, direct zichtbaar. Daar hou ik wel van."
Maar dat alles heeft niet zoveel te maken met ‘oude’ of ‘nieuwe’ economie.
"Nee, dat klopt. Ik geloof ook niet zo in een strikte scheiding tussen ‘oude’ en ‘nieuwe’ economie. Over een jaar zullen die termen achterhaald zijn en hebben we het weer gewoon over ‘de’ economie. ICT- en internetbedrijven vormen dan een bedrijfstak als alle andere. Het enige waarin zij zich nog onderscheiden van de traditionele branches, is het hoge groeitempo . Bij mijn laatste werkgever, Reckitt-Benckiser, was ik global marketing director in de Fast Moving Consumer Goods. Over de gehele wereld verkocht ik producten als Calgon, Veet en Glassex. Die markt groeit jaarlijks met zo’n dertig procent. Indrukwekkend, zou je zeggen. Dat is het ook, maar in de nieuwe economie kom je marktgroeipercentages tegen van driehonderd procent!"
Helaas weten lang niet alle IT- en internet-bedrijven die groei ook om te zetten in winst. Sterker nog, een behoorlijk aantal ‘nieuwe-economiebedrijven’ noteert alleen maar torenhoge verliezen.
"Dat klopt, en daardoor heeft de term ‘nieuwe economie’ een negatieve bijklank gekregen. Veel ondernemers hebben zich gek laten maken. De bomen zouden tot in de hemel groeien, alles was mogelijk en alles zou geld opleveren. Nonsens natuurlijk. Internet is dan weliswaar een nieuw medium, een nieuw distributie- en communicatiekanaal met veel nieuwe mogelijkheden, maar de oude economische wetten blijven gewoon gelden. En ondernemers zullen daar rekening mee moeten houden. Ze moeten het internet beslist meenemen in hun bedrijfsplannen, maar zich niet laten verleiden tot allerlei experimenten. Je moet zo goed mogelijk communiceren met je klanten. Een goed CRM-systeem (Customer Relationship Management) is cruciaal. Het gaat om kwaliteit en betrouwbaarheid. Je mag dat waarden uit de oude economie noemen, maar ze gelden nog steeds!
Sapenda is daarvan het levende bewijs. Ons bedrijf is winstgevend en dat komt voor een groot deel omdat we alleen proven technology gebruiken. We richten ons op het aanbieden van diensten via e-mail. Dat is immers de meest gebruikte functionaliteit van het internet. Tachtig procent van de internetaansluitingen communiceert met elektronische post. Bovendien is het push-technology, waardoor je veel zekerder bent van het bereiken van je doelgroep. Het experimenteren met nieuwe technologie laten we aan anderen over.
We zijn niet uit op het ‘snelle geld’. De horizon van Sapenda ligt verder dan twee jaar. Het bedrijf is er gezond genoeg voor. De kosten zijn zoveel mogelijk gecentraliseerd in Amsterdam, terwijl we exposure hebben in verschillende landen. De variabele kosten die we hebben, zijn grotendeels marketingkosten. Daar staan veel verschillende inkomsten tegenover: advertenties, sponsoring, affiliate deals (waarbij andere bedrijven geld overmaken voor iedere Sapenda-abonnee die ‘doorklikt’ naar hun websites – red.), syndication (waarbij een bedrijf betaalt voor het doorgeven van een Sapenda-nieuwsbrief aan bijvoorbeeld de eigen relaties, voorzien van het bedrijfslogo in plaats van de naam Sapenda – red.) en niet te vergeten het in licentie geven van door onszelf ontwikkelde software. Voor laatstgenoemde activiteit hebben we een apart softwarebedrijf opgezet. Dat maakt winst met de software die we hebben ontwikkeld om onze e-maildiensten te kunnen leveren. Die software is er tenslotte toch, dus waarom zou je daar niet van profiteren?"
Gouden tijden voor arbeidsbemiddeling
De uitspraak dat er een ware volksverhuizing van arbeidskrachten op gang is gekomen van de oude naar de nieuwe economie, durft Wim Trouw niet voor zijn rekening te nemen. Maar hij is er wél van overtuigd dat de snelle opkomst van het internet de wereld van de werving en selectie geheel op z’n kop heeft gezet. "Het op internet gebaseerde zakendoen kent twee absolute succesnummers: de business-to-business elektronische handel en de werving & selectie", beweert hij als één van de twee oprichters van wervings- en selectiebureau PCI Consultants. Dat bureau is gespecialiseerd in ICT- en financiële functies.
Voor ondernemingen als PCI snijdt het mes van de nieuwe economie aan twee kanten. Enerzijds creëert de nieuwe economie extra vacatures, anderzijds is het bureau zélf een onderneming die een groot deel van zijn zaken via het internet doet. Trouw: "Paradoxaal genoeg worden we via het web overspoeld met cv’tjes van mensen die interesse hebben in een nieuwe baan. Toch is het niet gemakkelijk om alle vacatures in te vullen. Het is namelijk veel moeilijker geworden om de juiste mensen voor de juiste functies te selecteren."
"Door het internet is de functie van een wervings- en selectiebureau veranderd", vervolgt Trouw. "Eerst moesten we vooral mensen opsporen. Via het internet kunnen de bedrijven dat nu in principe heel goed zelf. Daarom heeft een wervings- en selectiebureau in de nieuwe economie een andere toegevoegde waarde: zo’n bureau heeft namelijk de expertise in huis om het kaf van het koren te scheiden, om de beste mensen te selecteren en ‘opgeblazen’ cv’tjes door te prikken."
Enige tijd geleden verkocht Trouw zijn vijftig-procentsbelang in PCI, waardoor hij de handen vrij had voor iets nieuws. Dat werd http://www.intrimacy.com, een internet-startup die zich richt op zelfstandig werkende interim-managers. Potentiële opdrachtgevers en zelfstandig opererende specialisten worden via het web aan elkaar gekoppeld. Op dit moment bestaat Intrimacy.com nog slechts uit een ’teasing website’, maar voor het eind van het jaar moet de dienst volledig draaien.
"Intrimacy speelt in op belangrijke ontwikkelingen in de arbeidsmarkt", stelt Trouw. "Veel werk, niet genoeg arbeidskrachten. De werknemer van deze tijd is directeur van zijn eigen BV-privé. In de 21ste eeuw zijn flexibiliteit en individualiteit troef. Geen vaste werktijden, geen vaste werkplek, geen vast salaris. Voor opdrachtgevers is het echter een probleem om op tijd de juiste experts te vinden. Precies daar kan onze onderneming uitkomst bieden."
Trouw benadrukt dat Intrimacy meer moet worden dan een kille zoekmachine die vraag en aanbod met elkaar ‘matcht’: "Persoonlijk contact blijft belangrijk, zeker in deze branche. In Intrimacy trachten we de nieuwe technologie te combineren met de kracht van het persoonlijke netwerk. De service wordt heel erg belangrijk."