Analysesoftwareleverancier Spss blijft de gereedschapskist vullen met onder meer nieuwe analysemethoden en grafische weergavemogelijkheden. De Amerikanen werken er daarnaast hard aan de combinatie van gegevens in allerlei databases te versnellen.
Datadistilleries Het Nederlandse Datadistilleries werd vorig jaar ingelijfd door Spss en is inmiddels nagenoeg daarin opgegaan. De in Amsterdam uitgevonden software was het hoofdingrediënt van de belangrijkste demonstratie bij de opening van de gebruikerbijeenkomst in Las Vegas. Medewerkers van Spss, waaronder ceo Jack Noonan zelf, beeldden op het toneel de gebeurtenissen op een Amerikaanse bank uit, waar de marketingcampagnes worden aangescherpt op basis van gedetailleerde gegevens over het klantgedrag. Een geïrriteerde klant die te woord wordt gestaan met accurate vragen, loopt niet weg bij de bank en neemt, gelokt met een kleine korting, zelfs nieuwe diensten af. De integratie betekent voor Datadistilleries-oprichter Marcel Holsheimer veel vliegreizen. “Ik heb nu de kans hier in de VS, in andere Europese landen en straks ook in Azië de werking van dit product uit te leggen.” Volgens Holsheimer, voormalig onderzoeker bij het Centrum voor Wiskunde en Informatica, heeft de overname van zijn bedrijf niet veel veranderd. “Niet in de sfeer in ieder geval. Wel zijn we weer iets gegroeid, en we zijn in meer landen actief dan voorheen.” |
Een andere aanpassing betreft de manier waarop de software omgaat met firewalls. “Toen wij vijfendertig jaar terug begonnen, bestonden die nog niet.”
De aanpassingen zijn gericht op de toekomst. De pakketten moeten straks de grote stromen gegevens aankunnen die worden gegenereerd door websites. Daartoe bouwt het bedrijf zowel tekstanalysesoftware in (van het Franse Lexiquest), als de snelle vraag- en antwoordsoftware van het Nederlandse Datadistilleries (zie kader).
Volgens het bedrijf halen Amerikaanse winkels nu al zo’n 30 procent van hun omzet via internet binnen. “Als je die data niet kunt analyseren, dan weet je over een paar jaar niets meer over je klanten.”
Heen en weer
Het bedrijf onderhoudt daarnaast contact met bekende en minder bekende producenten van databases, waaronder SQL Server (Microsoft), DB2 (IBM) en Oracle. Die databases berekenen zelf vaak al statistische kenmerken van de data, zoals het gemiddelde en de mediaan. Spss wil die gegevens aanroepen en biedt de databasefabrikanten tegelijk andere nuttige algoritmes aan. “Dat gaat tonnen schelen in het heen-en-weerzenden van gegevens”, aldus Bob Kemper, verantwoordelijk voor productontwikkeling.
Hij ziet steeds meer ict’ers afkomen op de gebruikersbijeenkomsten. Ze willen van Kemper weten hoe de software valt te koppelen met bestaande applicaties. Eén van zijn antwoorden: niet kiezen voor één platform. “Van onze software heeft het grootste deel een Unix-backend. De klanten gebruiken meestal Windows. We willen niet eens kiezen voor een van de twee.”
Ook kiest Spss niet tussen softwarearchitectuur J2EE (volgens Kemper nu ontwikkelplatform voor zo’n 80 procent van de Spss-producten) of .Net. “Als iets sneller draait in .Net, dan bieden we dat aan. Moet er speciaal voor Java een grafische plugin komen, dan maken we die.”
Het bedrijf blijft beide kampen trouw. Dat verklaart ook de aanwezigheid van koppelingen naar twee verschillende servers met gebruikersgegevens, Ldap in Unix en Active Directory voor Windows. Of de ontwikkeling van software in zowel Eclipse (Java) als Visual Studio (.Net). “Wil de klant werken op een handcomputer, een laptop of een slanke-clientmachine? Dat moeten we aankunnen.”
Realtime
De meeste tijd zal het bedrijf steken in het versnellen van de analyse en de terugkoppeling naar de gebruiker. Dat begint met het koppelen van alle bestaande gereedschappen. Die zijn straks allemaal via webbrowsers aan te roepen, belooft Kemper. De stap naar webdiensten is de eerste op weg naar software die bijna onmiddellijk reageert op invoer. President-directeur Jack Noonan: “Uiteindelijk zal die weg leiden naar bedrijven die het gedrag van hun klant kunnen voorspellen.”< BR>