In het Willem de Zwijgerpakhuis vond donderdag 24 april het Computable BI Seminar plaats. Het kreeg de titel 'Wat kan ik met BI in onze organisatie'.Tijdens dit goedbezette en -bezochte seminar viel weer duidelijk op dat er een verschil van opvatting is tussen wat gebruikers en 'business' verstaan onder bi en wat softwareleveranciers er onder verstaan.
Aansprekend waren de praktijkvoorbeelden van mensen die BI trajecten doorlopen hebben, omdat zij doen wat het woord zegt: 'beelden voor' wat het voor de organistatie van de spreker betekent. Zo kan de toehoorder zich dat voor zijn situatie voor zich zien. Die praktijkvoorbeelden gaan vaak over hoe men er in is geslaagd om in de organisatie allerlei problemen te overwinnen om tot een succesvolle implementatie van een BI systeem te komen. Die problemen hebben alles met de implementatie en de organisatie te maken en als ik de sprekers mag geloven, bijzonder weinig met de software die gebruikt is om de technische invulling van de informatievoorziening te regelen.
In schril (als in nagels op het schoolbord) contrast staan de presentaties van leveranciers. De leverancier stapt in zijn presentatie voor het gemak maar even over de zaken die voor de business gebruiker belangrijk zijn heen en legt de nadruk op de dingen die je met de software zou kunnen doen. Dat is op zich logisch, dat is hun gebied. De mensen die in de praktijk de implementatietrajecten doen, ik noem ze maar even BI gebruikers, zijn bezig met het regelen van de ondersteuning van hun processen en hun besluitvorming (is ook een proces), terwijl de leverancier zover gaat dat hij de software zelfs besluiten laat nemen.
Nu zal er in sommige gevallen behoefte zijn aan automatisering van beslissingen, bijvoorbeeld om snel te kunnen beoordelen of een creditcardtransactie frauduleus is of niet, maar in de meeste situaties is er iemand van vlees en bloed (en zenuwen en ongeduld) in een organisatie die een 'vraag' heeft en daar een antwoord op wil. Vragen zoals "waarom gaan er opeens zoveel klanten naar de concurrent?" of 'hoe wordt mijn product gewaardeerd in de markt ten opzichte van de producten van mijn concurrenten?'. Andere leuke vragen zijn 'wat is de kans dat mijn product in de toekomst succesvol is?' en "hoeveel voorraad moet ik de komende maanden voor product x op de schappen leggen om optimaal kosteneffectief maar toch maximaal te kunnen verkopen?".
Als het klopt wat een van de sprekers vertelde, dat aan de basis van alle beslissingen 20% informatie ten grondslag ligt en 80% ervaring, vaardigheden en attitude en dat voor die 20% informatie de inspanningsverdeling ongeveer 50/50 is tussen Business en IT en dat van die 50% IT ongeveer 70% architectuur, analyse, ontwerp, test, communicatie en implementatie is dan blijft er ongeveer 30%x50%x20% over voor software. Dat is 3%. De presentatie van een van de BI platform softwareleveranciers gaf het gevoel dat wanneer we maar voldoende van de beslissingen mee automatiseren die verhouding op 70% software en 30% wat anders ligt.
Een groot verschil dus. Wat we hier natuurlijk zien is het verschil in perceptie van wat BI is. Voor de leverancier van BI softwareplatforms is het een pakket waarmee je informatie kunt maken. Voor hun (potentiële) klanten is het een in te richten (of inmiddels ingericht) proces waaruit uiteindelijk beslissingsondersteuning, management- en procesinformatie en inzicht in de bedrijfsvoering komt.
Zolang we voor zowel het product BI als het proces BI dezelfde term blijven gebruiken zal dit verschil blijven bestaan.
Op zich mooi dat dit verschil/probleem boven tafel komt. Maar eigenlijk vooral triest en typerend dat het er is. De IT in het algemeen en de (grotere) softwareleveranciers in het bijzonder, kapen nieuwe concepten en doen voorkomen dat hun tool de haarlemmerolie is voor elk probleem. De techniek is eigenlijk altijd een secundair (niet te verwarren met klein of minderwaardig) probleem. De allignment met de business is de heilige graal waarnaar we opzoek moeten. Het samenwerken met de business is iets waarin we als IT-er (en BI-ers helemaal) echt een stuk beter moeten worden.
Beste allemaal,
ik word een beetje moe van het aloude vendor-bashing, die alleen maar mooie praatjes zou hebben. Ik heb aan de gebruikerskant gezeten, was jarenlang Gartner analist en zit nu bij Oracle. De hoeveelheid domeinkennis die aanwezig is, is enorm hoog. De passie voor het vakgebied eveneens. De ervaring, ook met de faalfactoren, ook.
Misschien moet ik maar eens gaan consultants-bashen en gebruikers-bashen.
Gebruikers zien in presentaties van leveranciers wat ze willen zien. De software gaat het allemaal oplossen, zodat de gebruiker niet meer hoeft na te denken.
Consultants vinden het vooral leuk om leveranciers te bashen, want dat verhoogt de credibility van de consultant, “kijk mij eens stoer zijn”…
Leveranciers zijn net echte mensen, die gewoon hun bloedende best doen in hun werk, op zondag naar de kerk gaan, en proberen hun kinderen netjes op te voeden.
Zo ;-), knuppel in het hoenderhok. Schopt u maar…
Frank
Ik trek in dit geval graag met Frank B. ten strijde tegen de onaantastbaarheid van gebruikers en consultants. Gebruikers en consultants komen vaak, niet gehinderd door enige kennis, met het verzoek een auto te kopen. Als ze vervolgens de auto hebben zijn ze verbaasd dat ze de was er niet mee kunnen doen. Bezint eer ge begint, en denk eerst eens goed na over je processen en je prioriteiten!