"Mijn klanten hebben er geen behoefte aan dat ik elke dag de opening van de krant of het journaal ben. Daarbij, waar zou ik over moeten praten? Over hun problemen?" EDS-topman Lester M. Alberthal is een oase van rust vergeleken bij schreeuwlelijkerds als Larry Ellison (Oracle), Scott McNealy (Sun) of Steve Jobs (Apple).
Alberthal: "Mijn klanten willen dat niet. Zij vragen om ondersteuning en wij geven die. Wij zijn dienstverleners, geen verkopers", verklaarde de binnenkort terugtredende opperbaas van een van de grootste IT-bedrijven ter wereld in een interview met de Amerikaanse Forbes-journalist Eric Nee.
Volgens de 54-jarige Alberthal is het overgrote deel van de high-tech-industrie productgeoriënteerd. "De meesten die naar het service-gedeelte willen overstappen, missen het subtiele verschil tussen de twee benaderingen". Hij kan het weten: onder zijn leiding is EDS uitgegroeid tot een IT-gigant met een miljardenomzet en ruim honderdduizend werknemers. Het vizier is allang niet meer gericht op de aloude vertrouwde mainframe-gegevensverwerking, maar op het hogere niveau van dienstverlening.
Hart en nieren
In 1984 werd EDS een dochteronderneming van General Motors. GM haalde de banden met zijn IT-partner strakker aan omdat het één partij wilde die wereldwijd het beheer voor de IT-infrastructuur uitvoerde en ervoor zorg droeg dat de kosten voor technologie niet de pan uit rezen. Voor EDS was de overname belangrijk, omdat het bedrijf profiteerde van de wereldwijde schaal waarop het automobielconcern opereerde. Alberthal: "Zonder onze GM-verbondenheid hadden we nooit zo snel internationaal kunnen groeien. Het gaf ons ook de kans om toegang te krijgen tot andere productiegerichte markten, zoals distributie-ondernemingen."
De verkoop vond plaats toen EDS-oprichter Ross Perot nog de scepter zwaaide. In de jaren daarna gingen Perot en GM-topman Roger Smith herhaaldelijk rollebollend over straat. De strijd werd in het voordeel van Smith beslecht, waarna in 1986 de beminnelijke Les Alberthal aan het bewind kwam. Hoewel beiden Texaan in hart en nieren zijn, is het verschil tussen hen als van dag en nacht. De autoritaire en excentrieke Perot vestigde alle aandacht op zich, zowel binnen als buiten het bedrijf. De haast verlegen en zachtaardige Alberthal – in 1994 ontving hij de ‘vader van het jaar’-oorkonde van de stad Dallas – schuwt de publiciteit en regelt zijn zaken in besloten kring.
Militaristisch
Alberthal is een echte EDS-veteraan. Hij kwam in 1968 als systeemontwikkelaar in dienst, toen het bedrijf zes jaar oud was. Daarna bekleedde hij diverse managementfuncties, waaronder die van de divisies gezondheidszorg en verzekeringen. Hij behoorde tot de EDS-generatie die tussen 1968 en 1971 de eerste groeispurt van het bedrijf meemaakte. Die ervaring vormde de grondslag waarop hij en veel van zijn generatiegenoten de weg naar de top vonden.
Een van zijn verdiensten is dat hij de EDS-organisatie de broodnodige lucht gaf. Na het haast militaristische bewind van Perot achtte hij de tijd rijp voor het bouwen aan een opener cultuur met de nadruk op individuele verantwoordelijkheid, klantgerichtheid en samenwerking. Vanaf 1994 werden alle managers wereldwijd op de cursus thought leadership gestuurd, waarin het leren luisteren naar wat er leeft onder collega’s en klanten centraal stond. Daarna moest het in de praktijk worden gebracht. Zoals een EDS-manager in Fortune toelichtte: "Elke maandagochtend tijdens de vergadering luisteren we eerst naar een stukje rustgevende muziek. Deze week was het een piano-solo met als titel If you believe. Het maakt je sentimenteel en je ziet de toekomst zonnig tegemoet."
Onderscheidend
EDS verdient veel geld met het binnenhalen van uitbestedingsopdrachten. Maar Alberthal wilde meer dan alleen het beheren van een computercentrum of een client/server-netwerk. Hij merkte dat klanten IT steeds vaker als een onderscheidende factor beschouwen in het behalen van succes. Onder zijn leiding veranderde het bedrijf van een pure aanbieder van IT-diensten in een leverancier van diensten gebaseerd op IT. EDS begint zijn expertise bijvoorbeeld ook in te zetten om niet-automatiseringsactiviteiten over te nemen. Zo regelt het voor Federal-Mogul, een Amerikaanse toeleverancier voor de auto-industrie, de inkoop van onderdelen voor onderhoud en reparatie. EDS kan – gezien de GM-ervaring en de grootschaligheid waarop het opereert – stukken goedkoper inkopen.
Daarnaast wil EDS samen met de consultants van het overgenomen AT Kearney bijdragen aan het oplossen van strategische problemen bij klanten. Zo denken ze bij Rolls-Royce mee hoe het ontwikkelproces van motoren te versnellen is.
Afsplitsing
De dochterband met de bureaucratische leviathan General Motors stond een verdere ontwikkeling echter steeds meer in de weg. Ook was het sluiten van contracten met partijen in de auto-industrie uit den boze, terwijl EDS zijn GM-expertise op dit terrein graag wilde exploiteren. Verder wilde het IT-bedrijf ‘echte’ aandelen hebben om zo makkelijker toegang tot kapitaal te krijgen voor bijvoorbeeld overnames. "Bovendien", stelde Alberthal, "doen wij zaken over de hele wereld met overheden en multinationals. Dat vereist een eigen board die alleen zicht houdt op onze activiteiten en de lijnen die worden uitgezet."
Op 7 juni 1996 was de zogeheten split-off een feit. EDS stond weer op eigen benen. Maar tot nu toe heeft het de juiste pas nog niet weten te vinden. Het bedrijf kampte met stilvallende winstgroei, hoge afschrijvingen, hoge indirecte kosten en moeizaam verlopende grote uitbestedingscontracten. Enkele duizenden oudere werknemers vloeiden af in het kader van een reorganisatie. Onder de naam Future by design wilde Alberthal de organisatie stroomlijnen om beter op de eisen van de markt te kunnen inspelen.
Ranch
Bijkomend probleem dat Alberthal niet heeft kunnen oplossen is het veranderen van het imago van EDS. De naamsbekendheid van het bedrijf is buiten de markt laag en nog steeds wordt het bedrijf geassocieerd met ex-presidentskandidaat Perot. Hij ziet het zelf zo: "Eerst was EDS een bedrijf van Perot; daarna van General Motors. Pas nu moeten we voor het eerst in onze geschiedenis nadenken over de invulling van het ‘merk’ EDS." Volgens analisten is dit ook een van de redenen van Alberthals aanstaande vertrek. Omdat de top van het bedrijf voornamelijk uit EDS-veteranen bestaat, zou het goed zijn als er een nieuwe wind van buitenaf door het concern gaat waaien. Er zou zachte dwang op Alberthal zijn uitgeoefend om het stokje na twaalf jaar over te geven aan een niet-EDS’er om zo het goede voorbeeld te geven. Het officiële persbericht spreekt echter van persoonlijke redenen – onder andere om meer tijd te besteden aan zijn familie.
Zorgen over de toekomst hoeft Alberthal zich niet te maken met een gouden handdruk van 35 miljoen dollar in de vorm van converteerbare aandelenopties, een vijfjarig contract voor advieswerk en een pensioenuitkering. Stilzitten zal hij zeker niet. Al is het alleen maar om zijn ranch met bijna duizend koeien te bestieren.