John Gage is hoofdonderzoeker bij Unix-serverleverancier Sun Microsystems en sinds de oprichting al aan boord. De Amerikaan is meer wetenschapper dan bedrijfsman. Op de Sun One Day op het Château du Lac in Genval (België) waarschuwde hij de ict-industrie voor de toekomst.
|
Gage praat graag over de impact van technologie op het dagelijks leven in de toekomst. Daarbij is hij met name bezorgd over de huidige gang van zaken rond auteursrechten op technologie. Zoals het een wetenschapper betaamt, is hij tegen de afscherming van ideeën en ontwikkelingen. "Ik denk dat intellectuele auteursrechten en software-patenten maar een beperkte levensduur moeten hebben. Ze zijn oorspronkelijk bedoeld om innovatie aan te moedigen en de ontwikkelaar er wat geld aan te laten verdienen. Tegenwoordig is juist het tegenovergestelde het geval."
Gage vindt het ook ironisch dat juist de Verenigde Staten zo fel zijn op de handhaving van auteursrechten en patenten. "De VS hebben vroeger, toen ze nog een kleine koloniale overheid hadden, zelf alles gestolen. Zo werden boeken in Groot-Brittannië gedrukt tegen vergoeding. Daarvan werd één exemplaar meegenomen naar de VS en vervolgens gekopieerd. Die houding zie je nu ook in technologisch ontwikkelende landen als China. De Riaa (Recording industry association of America) heeft de afgelopen weken honderden studenten laten arresteren. Dat is bepaald een duidelijk teken van de verschoven houding ten opzichte van auteursrechten."
Doel is aanmoedigen
"Maar je moet het doel van de auteursrechtenwetgeving in de gaten houden: innovatie aanmoedigen en de innovatoren wat geld laten verdienen. In de VS is de geldigheidsduur van auteursrechtenbescherming opgerekt van vijf naar tien naar vijftien naar twintig en nu naar negentig jaar. Er zijn zelfs initiatieven om die verder te verlengen naar honderdvijftig jaar."
Processorhitte is een probleem Sun-wetenschapper John Gage praat niet alleen over brede toekomstproblemen, hij staat ook met beide benen in de technologie. "De it-sector heeft nog een reeks eigen problemen om op te lossen. Die zijn, simpel samengevat: energieverbruik, omvang, snelheid, verbindingssnelheid, hitte en prijs. Hitte is een groot probleem. Intels Itanium-processor verbruikt 130 Watt, terwijl de risc-chips van IBM en Sun op 30 tot 50 Watt zitten. Toch is dit ook voor ons een probleem. IBM’s nieuwe G5-processor is een heel mooi ontwerp, maar veel te heet voor een laptop. Een processor alleen maar sneller maken, is relatief makkelijk." Sun doet dan ook al geruime tijd onderzoek naar alternatieve methoden, zoals meerdere chipkernen in een enkele processor en processoren met een asynchrone klok. Gage heeft samen met Sun-collega Ivan Sutherland al in 1987 een proefschrift geschreven over asynchrone chipklokken. Eerst zijn echter ‘multicore’ processoren en ‘multithreading’ chips een realiteit. "Eigenlijk zijn dat ook oude ideeën. Les Kohn, de ontwerper van de Intel i960-processor (een 32-bit risc-chip – red.), kwam in 1989 naar Sun. Hij zei dat de toekomst aan ‘multicore’ en ‘multithreading’ is. Wij waren te stom om naar hem te luisteren, om zijn gelijk te herkennen. Hij ging dus in 1994 weg en richtte Afara op. Ondertussen gingen wij maar gewoon door met het verkopen van servers aan grote organisaties." Sun heeft processorspecialist Afara in juni gekocht en daarmee concrete technologie in handen gekregen voor processoren met wel acht kernen. De eerste Sun-chips, codenaam Gemini, met de Afara-technologie komen in de loop van komend jaar uit. |
Bill Joy’s wetten
Gage redeneert dat veel innovatie juist voortkomt uit imitatie, kopiëren en verbeteren. "Dat is vooral duidelijk in de ict-sector. Kijk maar naar de reverse engineering die veel bedrijven en markten groot heeft gemaakt. Je moet goed kijken hoe innovatie ontstaat. Bill Joy (medeoprichter van Sun en onderzoeker bij die serverleverancier) heeft twee wetten hierover geformuleerd. Zijn eerste wet over technologie is: er zal innovatie zijn. De tweede wet is: die innovatie zal ergens anders plaatsvinden."
John Gage over de naam Sun, staand voor Stanford University Network: "Toen ik in 1982 samen met Bill Joy en Scott McNealy financiering zocht voor ons op te richten bedrijf, kozen we toch maar voor de naam Sun. Terwijl Bill en ik van Berkeley University kwamen. Maar financiers proberen te trekken onder de naam Bun (Amerikaans slang voor kontje – red.) is niet zo’n succes." |
"Heel veel innovatie wordt gepleegd door studenten. Zij weten vaak niet dat iets niet kan. Of dat het niet mag, vanwege bijvoorbeeld auteursrechten." Gage is dan ook ambassadeur namens Sun, maar ook de ict-industrie, bij universiteiten en onderzoeksinstellingen. Juist om opkomende nieuwe dingen op te sporen. "Ik was laatst nog op een bijeenkomst van de Universiteit van Amsterdam. Ze hebben laatst een nieuwe hogesnelheidsverbinding laten aanleggen en richten die zelf in. Dat doen meer grote organisaties; zij willen onbelichte glasvezelverbindingen om die zelf van diensten te voorzien. Dat zet de telecombedrijven onder druk."
Falende infrastructuur
De omgeving waarin innovatie en de reacties daarop zich afspelen, is erg groot. Gage somt een reeks bijkomende invloedsfactoren op: "Ten eerste de grote ontwikkelingen die in de loop van de komende twintig jaar tot ons komen. Zoals wereldwijde netwerken die ingebedde apparaten verbinden, dat verandert de menselijke conversatie. Zoals de stijging van de gemiddelde leeftijd en de daaruit voortkomende verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. In de VS worden zestig- tot zeventigjarige werknemers nu relatief het meest aangenomen."
Gage’s lijst van grote factoren omvat ook immigratiegolven, die volgens hem een positief effect hebben op het vervullen van banen. "De reguliere aanwas van de beroepsbevolking stagneert immers door de vergrijzing enerzijds en de daling van het aantal geboorten anderzijds. Kijk maar naar landen als Italië, Frankrijk en Spanje." Daar bestaat een groot en groeiend deel van de beroepsbevolking uit allochtonen. Daarnaast verschuift arbeid – ook kennisintensieve – naar landen als India, China en Afrika, vertelt Gage.
Op de korte termijn spelen er factoren als het falen van verouderde, grootschalige infrastructuren. Gage voorspelt al geruime tijd dat de water- en elektra-infrastructuren, ook in grote steden, achteruit hollen. Hij noemt Tokia als concreet voorbeeld, maar kan daar sinds kort de oostkust van de VS aan toevoegen. "Om daarin verbetering te brengen, zijn grote investeringen vereist én de tijd om die in te schatten, waardoor het lange termijn werk wordt. En grote dingen werken door. Kijk maar naar de klap die de wereldwijde economie kreeg, die kwam hard aan bij infrastructuurleveranciers zoals de telecombedrijven, en via hen ook bij Sun."
De staat Californië is per dag tien miljard dollar kwijt aan zijn elektriciteitsverbruik, rekent Gage voor. "Ok, er was iets met Enron. En zij gebruikten Sun 15000-servers", grapt Gage. "Ruim zestig procent van de verbruikte elektra is voor motoren, zoals in liften, koelkasten en airco-systemen, die niet online zijn. Als je die motoren online zou brengen, kun je een automatisch vraag-en-aanbod-systeem via het netwerk laten lopen. Dan kun je de afweging maken of je vijf dollar aan ijs in de koelkast wilt blijven koelen als dat meer dan vijf dollar kost."
Creatieve vernietiging
Gage stelt dat er strategische gesprekken gevoerd moeten worden om deze invloeden, in bepaalde gevallen problemen, de baas te kunnen zijn. "Daarnaast moeten we letten op vroege waarschuwingssignalen. Bijvoorbeeld de prijs van een vat olie, of de overtrokken verhouding tussen de aandelenkoers en de waarde van een bedrijf. We moeten ook niet bang zijn voor ‘creatieve vernietiging’. Bijvoorbeeld met het overstappen van oude beslissingen of technologie naar iets geheel nieuws. En tot slot moeten we niet de kop in het zand steken. Denk aan het gevaar van prijsfluctuaties." Hiermee maant Gage bedrijven er niet vanuit te gaan dat hun product of dienst altijd een meerwaarde zal vertegenwoordigen. "Je moet dus denken alsof je een leverancier bent van verbruiksgoederen, zoals rijst en koper. Daar zijn wel degelijk markten voor, maar die vereisen een heel ander bedrijfsmodel."
Sun zelf ondervindt dit ook, maar in een zeldzame uiting van bedrijfsfocus benadrukt wetenschapper Gage dat Sun een platformenleverancier is en blijft. "Wij gaan niet advieswerk of diensten leveren, maar wel onze partners daarmee helpen." De afbakening van platformen verschuift echter. "Jaren geleden waren gebruikers bezig met sectoren op harde schijven. Toen kwamen er bestandssystemen, dat was een eerste abstractie."
"Tegenwoordig omvat een platform ook een beheer-directory, encryptie-mogelijkheden, netwerkbeheer, enzovoort. We praten dan ook over het stijgende niveau van de abstractie." Sun zet dat voort met N1, zijn strategie voor zelfconfigurerende systemen die tezamen een computer vormen om zo it als nutsmiddel te brengen. "Er zijn al wat zelfconfigurerende systemen. Kijk maar naar het gebruik van gsm’s in het buitenland; de achterliggende servers, van diverse leveranciers, praten dan met elkaar om toch je gesprek in het buitenland mogelijk te maken. En dat gaan we ook mogelijk maken, en verbreden, voor algemene computers."< BR>