E-mail tussen bedrijven is nagenoeg wereldwijd ingeburgerd en bedrijfswebsites zijn zo langzamerhand een vereiste voor elk bedrijf van enige betekenis. Naast standaardisatie op het onderliggende protocol zijn voor efficiënte en veilige interactie tussen internationale marktpartijen nog tal van extra afspraken nodig. En, aldus Max Marinussen: om verantwoord ‘Application-to-application’ e-handel te drijven, moet ‘het portaal’ een actievere rol krijgen.
Het internet, en met name de IP-technologieën die hieruit zijn voortgekomen, vormt dé grote inspiratiebron voor elk modern netwerk. De IP-technologie is alom vertegenwoordigd en neemt tal van vormen aan. E-mail tussen bedrijven is nagenoeg wereldwijd ingeburgerd en bedrijfswebsites zijn zo langzamerhand een vereiste voor elk bedrijf van enige betekenis. Ook bedrijfs-intranetten zijn gemeengoed geworden, waarbij de grenzen tussen ‘intra’ en ‘extra’ vervagen.
Al deze varianten onderscheiden zich van elkaar door verschillen in mate van interactie, intensiteit, complexiteit en efficiency. Naast standaardisatie op het onderliggende protocol zijn voor efficiënte en veilige interactie tussen internationale marktpartijen nog tal van extra afspraken nodig, waarbij de legacy van bestaande edi-protocollen (electronic data interchange) zowel een voordeel als een nadeel kan zijn.
Op basis van IP
Wanneer we ergens iets lezen over e-commerce of e-handel dan gaat het vrijwel altijd over een op IP-gebaseerde variant. Begrijpelijk want de invloed van IP-technologie op het elektronisch zakendoen is ingrijpend. Consumentencatalogi, voor zowel het verstrekken van informatie als het uitvoeren van transacties, worden tegenwoordig algemeen toegepast en zijn breed geaccepteerd. Eerdere bezorgdheid in de markt over de beveiliging op internet is aanzienlijk verminderd en de Secure Sockets Layer (SSL)-sessie – weergegeven door het niet langer gebroken sleuteltje in de browser – is inmiddels een aanvaard en vertrouwd niveau van beveiliging voor gevoelige informatie en transacties.
Dit geldt zeker ook voor de ‘business-to-business‘ e-handel waarbij gebruik wordt gemaakt van IP-technologie via zowel het publieke internet als via particuliere extranetten.
Naast de verkopercatalogi voor distributeurs en klanten, zijn er talloze inkoopcatalogi in de maak die de inhoud van catalogi van meerdere leveranciers combineren, hetgeen resulteert in één samengestelde inkoopcatalogus voor de inkoper. Deze catalogi staan gewoonlijk op de site van het inkopende bedrijf en zijn toegankelijk via het bedrijfsintranet.
De meeste ‘business-to-business’ transacties bij het elektronisch handeldrijven echter, zoals inkooporders, facturen en vrachtbrieven, leggen de weg tussen het ene bedrijf en het andere nog steeds grotendeels op dezelfde manier af als voor de opkomst van internet. De hoeveelheid verkeer via value added networks (van’s) en particuliere netwerken en het aantal en soort transacties dat via deze netwerken wordt uitgevoerd is (ondanks internet) in de afgelopen jaren zelfs nog verder toegenomen, net als in het begin van de jaren negentig. Het verkeer via deze netwerken vindt meestal per bestand en in batch plaats en dus niet in ‘real-time’.
Comineer ‘van’ en internet
Voor een echt succesvolle doorbraak van de ‘business-to-business’ variant moeten de voordelen van de van’s, zoals veiligheid, gegarandeerde afzender en bevestigingen van ontvangst, gecombineerd worden met die van internet, zoals universeel protocol, real-time afhandeling en lage kosten. Bedrijven die e-handel op grote schaal willen inzetten vinden (terecht) dat traditionele edi-leveranciers hun expertise op zowel edi als internet-gebied moeten aanwenden om een dergelijke integratie aan te bieden. Een IP-portal zou zo’n ‘best-of-both-worlds’ oplossing kunnen zijn.
Een inkoper vindt het misschien fantastisch om een product in een online webcatalogus te kunnen bekijken, maar diezelfde inkoper zal zeker teleurgesteld zijn als blijkt dat de gewenste informatie meerdere keren in de inkoopmodule van het erp-systeem (enterprise resource planning) van zijn bedrijf moet worden ingevoerd. En als eenmaal de keuze is gemaakt, zal de inkoper waarschijnlijk willen dat het erp-systeem automatisch het product op het gewenste moment opnieuw bestelt, zonder zijn tussenkomst. Hiervoor is een transactie tussen applicaties onderling – dus tussen het webcatalogus-systeem en de erp-inkoopmodule – nodig die de procedure voor goedkeuring van de bestelling in werking zet, met alle gewenste informatie – en foutloos!
De uitdaging voor aanbieders van producten en diensten op het gebied van ‘business-to-business’ e-handel is om een mate van samenwerking tussen applicaties, gegevenstypen en netwerkelementen te bieden die het mogelijk maakt het doel van een volledig geautomatiseerd proces van e-handeltransacties tussen twee bedrijven te verwezenlijken. We noemen dit ‘application-to-application transacties’, een verwijzing naar het uiteindelijke doel van e-handel om het proces van selecteren, bestellen, ontvangen en betalen van goederen en services zoveel mogelijk te automatiseren. Het invoeren van twee keer dezelfde informatie of het handmatig verwerken van transacties is niet acceptabel bij bedrijfskritische, herhaalde aankopen. De gewenste transactievorm zal dus een transactie tussen applicaties onderling zijn, zonder dat er een gebruikersinterface of zelfs een browser aan te pas komt.
IP-portalen
Het concept van een portaal is onlangs in het internet-jargon opgenomen en houdt verband met de filter en de bemiddelingsrol die bepaalde websites spelen bij het aanbieden van toegang tot het wereldwijde netwerk en de overvloed aan informatie die daar aanwezig is. Sommige portalen bieden alleen informatie. Andere bieden naast informatie tevens toegang tot het wereldwijde internet. Weer andere bieden transactiefaciliteiten. Een IP-portaal voor ‘application-to-application’ e-handel voegt idealiter al deze elementen samen.
Toegangsportalen zijn toegangspunten tot internet, gewoonlijk aangeboden door grote Internet Service Providers (ISP’s). Naast een toegangsportaal bieden veel ISP’s tevens een informatieportaal; bekende voorbeelden zijn America Online, Mindspring, Microsoft Network en Prodigy.
Informatieportalen zijn websites die voorzieningen bieden voor het zoeken op het Web en het gebruik van het Web, en tevens een persoonlijk en aantrekkelijk tussenstation (of elektronische thuishaven) bieden. Bekende informatieportalen zijn onder andere Yahoo, Excite, Lycos en Netscapes Netcenter.
Zowel toegangsportalen als informatieportalen vereisen een gebruiker die interactief via een browser het internet afzoekt. Deze portalen bieden de mogelijkheid om informatie te bekijken en verder te gaan naar andere sites waar transacties kunnen worden uitgevoerd, zoals elektronisch winkelen. Maar bij toegangs- en informatieportalen is bijna altijd sprake van interactie tussen een browser en een server, waarbij het browsen of de transactie door een persoon wordt uitgevoerd.
Begin jaren negentig gingen velen er nog van uit dat met de komst van internet informatie niet langer verzameld of via intermediairs aangeboden zou hoeven te worden. Door het toenemend gebruik van de portalen is de behoefte aan tussenkomst door een derde partij voor het optimaal functioneren van het netwerk echter groter dan ooit. Hoewel elk punt toegankelijk is voor elk ander punt, zijn voorzieningen en bemiddeling nog steeds vereist voor een efficiënt, georganiseerd en gecontroleerd gebruik van internet.
Portaal voor e-commerce
Terwijl IP-technologie onbeperkte mogelijkheden biedt voor e-handel, leiden nieuwe applicaties, nieuwe standaards en nieuwe voorzieningen tot een toenemende heterogeniteit. Het e-handelsportaal vervangt het huidige ‘van’ in het beheer van deze heterogeniteit en biedt bedrijven krachtige nieuwe opties en services. Door de explosieve groei van internet en de snelle ontwikkeling van IP-technologieën groeit de noodzaak van een e-handelsportaal met elke nieuwe netwerknode.
Ik denk dat het het beste is om uit te gaan van een e-handelsportaal met één toegangspunt waar de specialist in elektronisch zakendoen informatie kan verkrijgen, ‘links’ naar relevante bestemmingen kan vinden en catalogustransacties kan uitvoeren via het Web. Bij dergelijke applicaties zouden browsers worden gebruikt, waarbij de gebruiker de browser bedient om toegang te krijgen tot de server.
Maar belangrijker dan toegang tot informatie is dat ditzelfde e-handelsportaal ook als toegangspunt fungeert voor ‘application-to-application’ transacties. Vooral wanneer het gaat om transacties tussen veel verschillende leveranciers. Immers, tussen twee partners kun je ook gewoon rechtstreeks links leggen, maar met elke toetredende partner wordt dit lastiger. In een complexe omgeving met honderden leveranciers, ieder met hun eigen standaarden en protocollen, is het een absolute noodzaak om een dergelijke intermediair te hebben.
Naar verwachting zal de volledig geautomatiseerde vorm van transactieverwerking via portalen de komende paar jaar exponentieel groeien. Het zal steeds meer gegevenstypen en transportprotocollen moeten kunnen ondersteunen. Bovendien zal aan een groot aantal eisen op het gebied van integratie, snelheid, beschikbaarheid en veiligheid moeten worden voldaan. De principes van het overzetten van het ene formaat in het andere formaat zijn niet zo ingewikkeld. Het portaal moet voldoende intelligentie hebben om een inkomend formaat te herkennen, het gewenste formaat van de ontvanger is eveneens bekend en het portaal kiest de daarbijbehorende conversie. De complexiteit ervan zit met name in snelheid, een absoluut foutloze afhandeling, continue beschikbaarheid en hoge volumes.
Intermediair
Aangezien het e-handelsportaal als intermediair voor bedrijfskritische transacties dient, moet het de specialist in elektronische handelszaken ook de mogelijkheid bieden het verloop van de transactie te controleren. Via de toegang die het portaal tot het netwerk biedt moet de ‘specialist’ de transactie van het ene punt naar het andere kunnen volgen en over voldoende informatie beschikken om analyses te kunnen uitvoeren. Via deze toegang zou het ook mogelijk moeten zijn problemen te melden, te bekijken en te verwerken en prioriteiten en tijdslimieten in te stellen voor transacties.
Bovendien moet het mogelijk zijn bepaalde ‘events’ of storingen te melden en op te sporen. Het e-handelsportaal moet de ‘specialist’ ook in staat stellen foutcondities te bekijken en, waar mogelijk, wijzigingen aan te brengen om deze condities on line te corrigeren. Alles natuurlijk onder de voorwaarde dat het portaal beheerd wordt door een ‘vertrouwde partij’, een ’trusted third party’.
Gedurende de laatste 25 jaar hebben zowel particuliere bedrijven (IBM, AT&T, Harbinger) als overheidsinstanties voorzien in ‘clearing house’ voorzieningen. Gezien het feit dat dergelijke bedrijven geen competitieve belangen in een bedrijfsketen hebben en als enige bestaansrecht afhankelijk zijn van het volgens afspraak afleveren van berichten, zullen zij alles in het werk stellen om klanten optimaal te bedienen.
Toekomstige informatiebehoeften
Eveneens van belang voor het e-handelsportaal zijn voorzieningen om na te gaan in welke mate een handelsgemeenschap gebruik kan maken van deze vorm van handeldrijven en welk type transacties mogelijk is. Ook het beheer van de uitwisseling van zakentransacties moet voor elke handelspartner mogelijk zijn wanneer in de loop van de tijd de informatiebehoeften veranderen.
Deze verschillende niveaus van interactie tussen handelspartners en het e-handelsportaal zijn noodzakelijk om de ‘business-to-business’ transacties bij het elektronisch zakendoen in een steeds complexere omgeving in goede banen te leiden.
In de toekomst is ‘real-time’ of ‘near real-time’ connectiviteit vereist, via wijdverbreide, betrouwbare en goed beheerde netwerkverbindingen. Ongetwijfeld zullen dit IP-verbindingen zijn, via het internet, een extranet of op een andere manier, waardoor nieuwe en wat creatievere aanbiedingen mogelijk zijn dan nu het geval is.
Max Marinussen
General Manager Harbinger
Capelle a/d IJssel