HP en Sun zijn verwikkeld in een wedloop waarbij zij elkaar voortdurend de loef afsteken met zware Unix-servers. HP bracht vorige week een 240 MHz PA-8200-processor uit, met systemen die deze chip gebruiken. Tegelijkertijd lanceerde Sun de nieuwste Ultrasparc II-processor, die een snelheid haalt van 336 MHz.
HP breidt zijn zware V- en middelzware K-series Unix-systemen uit met drie modellen die de opgevoerde PA-risc chip gebruiken. Naar verwachting is dit de laatste sprong voorwaarts van de 8200-generatie van deze Risc-processoren. HP gaat dit jaar nog over naar de PA-8500, in wezen een opstapje naar Intels Merced. De levensduur van deze chips lijkt daardoor relatief kort.
HP weerspreekt dit en benadrukt de prestatiewinsten van de nieuwe servers. Het beweert dat de nieuwe V2250-server met zestien van de nieuwe processoren 30 procent beter presteert dan de voorgaande V2200 met hetzelfde aantal 200 MHz-processoren. "De exacte systeemverbetering is natuurlijk wel sterk afhankelijk van de gebruikte applicatie", relativeert ingenieur John Wiltschut van HP. Gebruikers van oudere V-systemen moeten voor een overstap wel een keuze maken tussen maximale rekenkracht of maximale communicatiemogelijkheden. "Vanwege de fysieke ruimte voor uitbreidingen kan een ouder systeem zes processoren en negen communicatiepoorten bevatten, of vier chips en dertien IO-kaarten."
Ondertussen verhevigt de strijd tussen HP en Sun met de lancering van Suns nieuwste Ultrasparc II-chips die draaien op 336 MHz. Hiermee verovert het bedrijf weer de koppositie van chipgigant Intel. Door de overname van Digital door Compaq geldt Sun meer en meer als de laatste of belangrijkste processor-concurrent van Intel. De Ultrasparc II is gebaseerd op een 64-bit architectuur, die robuuster en schaalbaarder is dan Intels huidige processorontwerp. Intel stapt pas eind 1999 over naar een 64-bit processor, de Merced.