De verwachte besparingen door elektronisch in te kopen zijn op korte termijn moeilijk hard te maken. Investeringen in niet alleen peperdure software, maar ook een kostbare aanpassing van bedrijfsprocessen en bijbehorende administratieve systemen slokken de besparingen grotendeels op.
"De drijfveer achter elektronisch inkopen is eerder uit de adviespraktijk afkomstig dan een zelfstandig marktverschijnsel", beweert Arjan van Weelen, Nevi-hoogleraar Inkoop en Supply Chain Management aan de Universiteit Nijenrode en Technische Universiteit Eindhoven, op het Electronic Procurement Congres dat vorige week in de Rotterdamse Doelen plaatsvond. "Vanuit het verstand geredeneerd is het heel logisch dat procurement besparingen oplevert. Toch is het in de praktijk uitermate lastig uit te voeren. Lang niet alle productsegmenten laten zich zo gemakkelijk lenen voor elektronisch inkopen."
Van Weelen laakt de investeringen van bedrijven die zonder strategisch inkoopplan veel geld in dergelijke toepassingen steken. "Heineken voert maandenlang overleg over het inrichten van een nieuwe productielijn. De deelname aan de marktplaats Transora is in enkele weken tijd beslist. Ik vermoed dat die snelheid voortvloeide uit de gedachte dat de boot niet gemist mag worden." In de ogen van de professor is de beschikbare software veel te duur.
Kijk voor het complete bericht in de Computable van 15 juni.