Mobiele datacommunicatie neemt een aanvang. Aarzelend brengen de telecombedrijven hun netwerken op orde en het aantal abonnees groeit zeer langzaam, maar gestaag. Mobiel breedband is echter een paraplubegrip waaronder diverse technieken schuilgaan. Alleen KPN biedt ze allemaal. Noblesse oblige.
Niet zo heel veel jaren geleden sprak de telecommunicatiesector van ‘derde-generatienetwerken’. In het Nederlandse hoofdkwartier van Alcatel te Rijswijk liet het bedrijf de verzamelde pers enkele jaren geleden smullen van foto’s die met een telefoontoestel waren gemaakt en direct doorgezonden. Een Alcatel-medewerker stond bovenin een van de Petronas Twin Towers in Maleisië (maximaal 452 meter boven straatniveau) en stuurde een kiekje van zichzelf met de stad in vogelperspectief op de achtergrond. GPRS, het snellere broertje van gsm, zou dit mogelijk maken. De oh’s en ah’s waren niet van de lucht, maar nu krijg je niemand meer warm voor digitale fotootjes op een mobiele telefoon, ook al komen ze van de andere kant van de wereld. Bewegend beeld moet het zijn, maar dat vergt heel wat meer bandbreedte.
Nu zal niemand een mobiele telefoon aanschaffen met een duur abonnement om de zonsondergang bij Ayers Rock in Australië op zijn Nederlandse schermpje te aanschouwen. Wel wil de zakelijke gebruiker, die altijd voorloopt op de consument, terwijl hij onderweg is met zijn notebook zijn e-mail kunnen raadplegen of toegang hebben tot het bedrijfsnetwerk. De mobiele datacommunicatie verloopt dan via een kaartje dat hij in het PCMCIA-slot van de draagbare computer stopt. In beginsel zou je ook via een mobiele telefoon dergelijke contacten kunnen leggen, maar de priegeltoetsenbordjes en -schermpjes lenen zich niet echt voor het bekijken en beantwoorden van digitale post, of het invoeren van verkoopgegevens in een zakelijke database. Het (sub)notebook blijft (vooralsnog) het favoriete communicatieapparaat. Uit onderzoek (van T-Mobile) blijkt dat bijna 50 procent de voorkeur geeft aan een laptop, en 25 procent aan een pda.
Hotspots
Door de neergang in de telecomsector die in het jaar 2000 inzette, heeft mobiel breedband lang op zich laten wachten. Desalniettemin zijn alle vijf mobiele aanbieders in Nederland (KPN, Orange, T-Mobile, Telfort en Vodafone) volop bezig met de uitrol van hun netwerken die grotere snelheden voor mobiele datacommunicatie mogelijk moeten maken. Hoewel de NMa (en Opta) onlangs bekend hebben gemaakt geen bezwaar te hebben tegen de overname van Telfort door KPN, is de fusie nog geen feit en opereren beide aanbieders voorlopig nog zelfstandig. Ze hebben elk een eigen insteek, deels ingegeven door kosten, deels door marktverwachtingen.Laten we met het meest opvallende verschil beginnen. Mobiele datacommunicatie is in beginsel op twee manieren mogelijk: er is voortdurend contact tussen het netwerk en het mobiele apparaat; of het apparaat kan alleen contact leggen op los van elkaar staande plaatsen. Die plekken heten ‘hotspots’ en zijn te vinden bij benzinestations, hotels, stations, restaurantketens en dergelijke. Je rijdt met de auto naar zo’n hotspot, legt contact met het mobiele datacomnetwerk, doet je werk en rijdt vervolgens weer verder. Daarna is er geen contact meer met het netwerk, omdat een hotspot een beperkte actieradius heeft. Deze vorm van ‘contact-stukje rijden-weer contact’ heet nomadisch.
T-Mobile heeft zwaar ingezet op hotspots en noemt zichzelf met een marktaandeel van 38 procent marktleider op dit segment. Op een hotspot is een draadloos netwerk beschikbaar (WiFi) en T-Mobile heeft er meer dan 500 in Nederland, onder andere ook bij congrescentra en jachthavens. Voor een flat fee vanaf 19,95 euro per maand (exclusief btw) biedt het bedrijf bestaande abonnees snelle, mobiele datacommunicatie via zijn hotspots. Daarmee concurreert de onderneming naar eigen zeggen met prijzen die voor het vaste adsl worden betaald.
Hoewel T-Mobile flink heeft geïnvesteerd in een netwerk van hotspots, is het bedrijf tevens druk doende een umts-netwerk uit te rollen en dat meteen in de overtreffende trap aan te leggen: HSDPA, zeg maar de tweede fase van umts dat in eerste instantie ongeveer tien keer sneller is, maar uitgroeit naar een techniek die veertig keer sneller is. “Wij hebben geen plannen voor Edge,” zegt woordvoerster Priscilla Tomasoa, “omdat dat niet snel genoeg is om dezelfde breedbandervaring te bieden die men op kantoor of thuis gewend is.”
T-Mobile ziet de zakelijke gebruiker vooraan staan en biedt daarom onder de naam ‘Office in your pocket’ een aantal producten en diensten, waaronder draadloos internetten op de hotspots, e-mailen met de Blackberry of werken met een mda (mobile digital assistant).
Edge
De aanbieder Telfort heeft bewust gekozen voor Edge (Enhanced Datarate for Gsm Evolution). Via Edge zijn snelheden te behalen tot 128 kbps, wat vergelijkbaar is met ADSL-light. Het voordeel van Edge is dat het een softwarematige aanpassing is van het gsm-netwerk. Er hoeven dus geen nieuwe antennes te worden geplaatst om toch hogere snelheden te krijgen.
In april van dit jaar bood Telfort Edge voor zakelijke gebruikers, sinds augustus kunnen ook consumenten hiervan profiteren.
Telfort blijft Edge aanbieden in de toekomst, maar is tegelijkertijd druk doende een umts-netwerk uit de grond te stampen. Daarvoor heeft het Huawei als leverancier in de arm genomen. In augustus is een HSDPA-demonstratie gegeven en binnenkort starten de eerste proefnemingen. Theo van de Wiel, director Networks & Systems van Telfort, kan nog niet zeggen wanneer het HSDPA-netwerk (de snelle umts-versie) commercieel beschikbaar zal zijn, maar het ligt in de lijn der verwachting dat het netwerk in de tweede helft van 2006 beschikbaar komt.
Geen marathon
Ook Orange wil toe naar een HSDPA-netwerk, maar is vrij zwijgzaam over het moment waarop dit een feit zal zijn. Wel is Alcatel al druk bezig een umts-netwerk te bouwen. Dat zal overigens ook wel moeten, omdat de overheid verplicht stelt dat de aanbieders per 1 januari 2007 een umts-netwerk operationeel moeten hebben met een dekking van 60 procent van de Nederlandse bevolking. Orange heeft gemeld aan deze eis te zullen voldoen.
Vodafone was een van de eerste die een umts-netwerk beschikbaar had voor zijn klanten, en ook contact zocht met aanbieders van applicaties voor de zakelijke markt (zoals Triple A, dat een Citrix-achtige oplossing biedt voor Microsoft-omgevingen). Op dit moment biedt Vodafone ruim zestig procent van de Nederlandse bevolking umts. In de loop van 2006 gaat dit over naar HSDPA.
KPN-woordvoerder Stephen Hufton wil het geheel even in historisch perspectief zetten. “We zijn in 1994 begonnen met een gsm-netwerk en we zijn nu elf jaar verder. Zo’n netwerk bouw je niet van de ene op de andere dag. Je praat hier niet over een sprint, maar over een marathon. Al denk ik wel dat het umts-netwerk, met al zijn varianten, sneller zijn beslag krijgt dan de bouw van het gsm-netwerk.”
Behoefte aan mobiele breedband Mensen die met een notebook van de zaak op pad zijn, gebruiken mobiele datacommunicatie voornamelijk voor hun e-mail en een verbinding met het bedrijfsintranet. Dit blijkt uit de Exido mobility study 2005 in Zweden. Van de ondervraagden gebruikt 94 procent de verbinding om e-mail via de draagbare computer af te handelen. 70 procent zoekt verbinding met het bedrijfsnetwerk; 64 procent gaat surfen op internet, 62 procent heeft verbinding om zijn agenda te raadplagen en ten slotte 42 procent duikt via de mobiele dataverbinding in databases. |
Niet onaardig
Hufton zegt dat KPN een naam hoog heeft te houden als het gaat om dekking en kwaliteit van de netwerken die het bedrijf ter beschikking stelt. Behalve gprs (een snelle gsm-variant) beschikt KPN over een umts-netwerk. Deze aanbieder is druk doende dit netwerk fijnmaziger te maken en in 2006 wordt het opgewaardeerd tot HSDPA. KPN heeft nog geen keuze gemaakt voor de leverancier van dit werk.
“HSDPA biedt een theoretische snelheid van veertien megabyte per seconde”, vertelt Hufton. “Maar in de praktijk ga je aanvankelijk uitkomen op tussen de een en twee MB. Toch altijd nog een stuk sneller dan umts dat in theorie op een snelheid zit van twee MB, maar in de praktijk maximaal 384 Kilobyte per seconde oplevert.”
HSDPA staat voor de deur, maar wanneer het algemeen beschikbaar zal zijn, is volgens Hufton niet met zekerheid te zeggen. Hij ziet al wel veel gebruiksmogelijkheden, niet alleen op zakelijk vlak, maar ook op het gebied van mobiel gamen via internet.
KPN heeft inmiddels ook een netwerk met meer dan 400 hotspots in ons land. “Dat zijn we toch wel een beetje aan onze stand verplicht”, zegt Hufton. “Wij willen onze uiteenlopende doelgroep van dienst zijn met uiteenlopende producten.”
Daarbij heeft KPN software ontwikkeld die op een laptop kan worden geïnstalleerd om te ontdekken welke snelle draadloze communicatie op enig moment en enige plek beschikbaar is en welke het goedkoopst is om op dat moment is te gebruiken.
Hufton stelt dat KPN de enige is die ‘alles in huis heeft’. Dé persoon om te vragen of mobiele breedband wel aftrek vindt. “Ik heb daar geen harde cijfers over, maar het gaat niet onaardig”, reageert hij. “Het wordt wel degelijk afgenomen.”