Het aanbieden van een snelle verbinding via Internet is de Heilige Graal voor de ICT-industrie. Maar de ongelooflijk snelle groei van het Internetverkeer gaat gepaard met groeistuipen. Een vergroting van de bandbreedte lokt zwaarder dataverkeer uit. De status quo voldoet hierdoor niet langer, en een verbreding van de elektronische snelwegen is opnieuw vereist. Om dit wereldomspannende innovatieproces van het gebruik van telefoonlijnen, kabels, satellieten en de ether enigszins soepel te laten verlopen, is durf van investeerders vereist en de uiterste creativiteit van de bouwers van de Internet-infrastructuur.
Volgens de Universiteit van Texas was de Amerikaanse Internetindustrie vorig jaar meer dan 300 miljard dollar waard. Uit dit door Cisco gefinancierde onderzoek bleek dat in de Amerikaanse digitale economie het meeste geld werd verdiend door bedrijven die bouwen aan de Internetinfrastructuur: bijvoorbeeld Internet-serviceproviders en modemproducenten. Zij zetten gezamenlijk 114 miljard dollar om. Als tweede volgden de bedrijven die zich bezig houden met de elektronische handel, zoals virtuele warenhuizen en online ticket-verkooppunten, die samen 102 miljard dollar opbrachten. Daarna kwamen de intermediaire diensten, bijvoorbeeld poortwachters en elektronische makelaars, die goed waren voor 58 miljard dollar. Tenslotte verdienden de producenten van software-applicaties, die onder andere webbrowsers en zoekmachines maken, 56 miljard dollar. De studie wees verder uit dat de Amerikaanse digitale economie tussen 1995 en 1998 ieder jaar met 174 procent was gestegen, terwijl het bruto nationaal product van Amerika in die periode slechts met 2,8 procent per jaar was gegroeid.
In 1998, vijf jaar na de introductie van het World Wide Web, hadden al 3,3 miljoen Nederlanders toegang tot Internet. Aan het eind van dit jaar zullen dat er volgens Pro Active 5 miljoen zijn. Dit aantal komt overeen met 40 procent van de Nederlandse bevolking boven de 15 jaar. Het online onderzoeksbureau schat de omzet via Internet van de Nederlandse consumenten in 1998 op 200 miljoen gulden en verwacht dit jaar een stijging van 400 procent ofwel 800 miljoen gulden.
De groeicijfers mogen dan verbazingwekkend zijn, toch heeft in Nederland nog meer dan de helft van de bevolking geen toegang tot Internet. Ondanks de indrukwekkende groei van de elektronische handel vindt nog slechts 1 procent van alle verkopen via Internet plaats. Internet staat pas aan het begin van zijn ontwikkeling en heeft een lange weg te gaan voordat haar volledige potentieel bereikt zal worden. Bovendien beloven deskundigen als Kevin Kelly (oprichter van het tijdschrift Wired) dat de handzame en draadloze pda’s (personal digital assistant) en smartphones (telefoon met e-mail) de PC’s zullen verdringen als belangrijkste toegangsverschaffer tot Internet. Daarna zullen miljoenen chipjes in ontelbare apparaten verbonden worden met Internet, die gezamenlijk ons leven voorgoed zullen veranderen.
Groeistuipen
De lokale krant van Silicon Valley, de San Jose Mercury News, meldde op 19 juni dat 15 procent van de Amerikaanse aandelenhandel al online plaatsvindt. Als een website overbelast raakt door teveel bezoekers gaat het systeem plat. Dit overkwam de online effectenmakelaars Schwab & Co. en E*Trade. Zij ondervonden op een pijnlijke manier dat ze het aantal computers moeten aanpassen aan de explosieve groei van het aantal transacties. De gecrashte systemen kostten de online makelaars miljoenen aan gederfde inkomsten en verlies aan goodwill. Ook de online Free Record Shop had het aantal bezoekers van haar website niet goed ingeschat en ging offline. Deze digitale CD- en videowinkel nam een drastische beslissing: zij haalde haar website uit de lucht, en liet een volledig nieuwe site bouwen.
Toch zijn er wel bedrijven waarbij het altijd goed is gegaan: Amazon.com bijvoorbeeld. Maar uit gegevens van de SEC (Securities and Exchange Commission), de waakhond van de beurs van New York, blijkt dat dit meer geluk dan wijsheid is. Deze virtuele boekhandel heeft namelijk geen backup voor het geval er een elektrische stroomonderbreking, zware storm of overstroming plaatsvindt.
Van Schwabs 6 miljoen klanten handelen er 2,7 miljoen via de website. Volgens Fred Matteson, hoofd techniek van de in San Fransisco gevestigde online-makelaar, is het aantal mensen dat zich ’s ochtends bij de opening van de beurs aanmeldt in 15 maanden vertienvoudigd van 3000 naar 30.000. Het bedrijf spendeert nu 15 procent van de omzet aan informatietechnologie om de groei beter te kunnen bijhouden. Matteson: "Met de groei van het aantal klanten zijn ook hun verwachtingen over onze online-diensten meegegroeid. We kunnen het ons niet meer veroorloven uit de lucht te verdwijnen." Schwabs kritische handelssystemen draaien op zeven mainframes en drie reserve mainframes op twee locaties in Phoenix. Vorige week kondigde Schwab aan dat het nog eens 32 mainframes zal toevoegen, die – indien nodig – elkaars taak onmiddellijk kunnen overnemen. De machines zullen zo afgesteld worden dat tijdens pieken de computerkracht voor al het niet-essentiële computergebruik uitgesteld wordt, zodat het kritische systeem blijft draaien. Voor steeds meer bedrijven die zich op het gebied van commerciële transacties begeven, wordt de infrastructuur cruciaal. Net als bijvoorbeeld voor Yahoo!, die nu het online veilinghuis Auctions heeft gekocht. Backup is al jaren heel gebruikelijk in de bankwereld. Als het belangrijkste financiële systeem plat gaat door een softwarefout of natuurramp, zal een tweede systeem vanaf een andere locatie het automatisch en naadloos overnemen.
Juiste mensen voor de groei
Naast hard- en software zijn capabele mensen onmisbaar om de groei op te vangen. Volgens de online-krant The Detroit News ronselde Amazon.com software ontwikkelaars en ingenieurs bij onder andere Wal-Mart. Deze reusachtige keten van meer dan 3.000 supermarkten in de VS, staat bekend om zijn kennis van de manier waarop je de groei het best kunt plannen. Wal-Mart heeft Amazon nu aangeklaagd. Het zou zich schuldig hebben gemaakt aan diefstal van bedrijfsgeheimen door Wal-Marts getalenteerde technici weg te kopen. America Online is meer gedwongen op zoek te gaan naar kwantiteit dan kwaliteit. Met bijna 17 miljoen abonnees is het de grootste Internet-serviceprovider ter wereld. Elke 42 dagen komen er 1 miljoen mensen bij, zodat het totale aantal abonnees in een jaar verdubbelt. Het vinden van voldoende werknemers is het knelpunt bij AOL: daarom kunnen zij ‘slechts’ 1 miljoen nieuwe klanten per 42 dagen verwerken.
Onvoldoende capabel IT-personeel mag dan een probleem zijn, te weinig bandbreedte wordt vaak als het belangrijkste knelpunt gezien voor een snelle verbinding van Internet. Volgens Jaap Van Till, hoogleraar Telecommunicatie en Internet-Infrastructuren aan de Technische Universiteit Delft en werkzaam als adviseur bij Stratix Consulting Group, bestaat de misvatting bij het grote publiek dat een snel modem een snelle Internetverbinding garandeert: "Vaak wordt alles wat daar achter zit: de capaciteit van telefoonlijnen, -centrales, switches, routers en verbindingen van Internet-serviceproviders naar de backbones, vergeten. In sommige gevallen kan bovendien de capaciteit van de PC onvoldoende blijken." Op piektijden is er een terabit (triljoen bits) per seconde aan Internetverkeer. Door deze gigantische hoeveelheid kunnen opstoppingen optreden. Ook het aanbieden van multimedia-diensten via Internet levert soms grote problemen op. Denk aan de bereikbaarheid tijdens de Superbowl in Amerika. Volgens Monique van Dusseldorp, oprichter van het bedrijf Van Dusseldorp & Partners dat advies geeft over Europese Internetstrategieën, is de distributie van het huidige Internet niet effectief voor gelijktijdige massadistributie van breedband-‘content’. "Ik ga ervan uit dat in de toekomst distributie op verschillende momenten verschillend zal plaatsvinden. Zonder dat de consument dat merkt. Als iedereen tegelijkertijd een voetbalfinale wil zien is uitzenden (‘broadcasting’) economisch gesproken een uitstekende oplossing. Distributie via ether, satelliet, kabel of adsl, via multicast, en andere mogelijkheden zullen gecombineerd worden om pieken en dalen op te vangen. Maar bottlenecks in Internetverkeer hebben hun nut, want ze stimuleren innovaties", aldus Van Dusseldorp. Ondanks de huidige beperkte mogelijkheden van Internet is zij er zeker van dat Internet ook het medium voor videofilms wordt: "Een krakende radio is nog steeds een radio en haperende videoclipjes op Internet laten zien dat Internet video kan afspelen, en dat de netgebruikers video ook graag willen. Daarna komen de verbeteringen. En met de grote belangen die ermee gemoeid zijn, gaat dat nu zeer rap."
De tijden van de videoclip ter grootte van een postzegel zijn voorbij. Ashu Mathura, consultant interactieve marketing bij Mvlg e-business consultants: "In Amsterdam wordt al een proef gedaan met snelnet (DSL) waarmee via de telefoonlijn een real time, schermvullende videofilm mogelijk wordt gemaakt en TV-uitzendingen op momenten die jou uitkomen." Als de bandbreedte wordt vergroot en audio en video een belangrijk deel gaan uitmaken van het Web-gebruik, zullen de datastromen via Internet gigantisch toenemen.
Hierop anticiperen de telecombedrijven door de capaciteit van hun op glasvezel gebaseerde netwerken zeer snel te vergroten. Een aantal maanden geleden konden bits nog slechts via 32 kleuren door een glasvezelkabel schieten, nu kunnen er maar liefst 160 kleuren per draadje van een galsvezelkabel met een snelheid van 10 Gigabits (10 miljoen bits) per seconde. Iedere kleur in een draadje van de fiberkabel gedraagt zich als een kanaal waar een aparte stroom bits doorheen kan. Volgens Lloyd Carney, president van Nortel Enterprise Data Solutions, wordt het met 160 kleuren in principe mogelijk om 1,6 terabits per seconde door te laten. Meer dan de bandbreedte die AT&T nodig heeft voor de hele Verenigde Staten.
‘Multicasting’
Bij ‘broadcasting’ worden pakketjes verzonden aan alle systemen binnen een bepaald netwerk. Deze technologie is duur in termen van verwerkingstijd, omdat een ‘broadcast’-pakket door elke machine in het netwerk verwerkt moet worden. Multicasting kan een economischer alternatief vormen. Bij ‘multicasting’ worden de pakketjes alleen verstuurd naar groepen van machines, de zogenaamde ‘multicast’-groepen die gekenmerkt worden door een ‘multicast’-groepsnummer. ‘Multicast’-groepen kunnen bestaan uit systemen die verspreid zijn over het hele Internet, en kunnen dynamisch gevormd worden of permanent blijven bestaan. ‘Multicasting’ maakt de schaalvergroting van de Internet-infrastructuur dan ook mogelijk zonder de noodzaak om een kopietje van ieder pakketje van een server naar iedere browser te sturen. In het aprilnummer van Tornado-Insider, gericht op Internetstarters en -investeerders, schrijft Jim Herman (Northeast Consulting) dat het zonder multicasting niet goed mogelijk is om dynamische, ‘live content’ te brengen aan de massa. "Om video uit te zenden is het versturen van data-pakketjes misschien niet de beste manier. Wellicht is een hybride aanpak de oplossing, waarbij het Web de beelden als een TV uitzendt.
Kabel versus telefoonlijn
In het online-magazine The Industry Standard van 23 juni stond dat de Europese Unie akkoord is gegaan met een beslissing van Van Miert, voorzitter van de mededingingscommissie. Telecombedrijven moeten voortaan hun kabelactiviteiten in juridisch verschillende bedrijven onderbrengen. Dit zou de concurrentie moeten vergroten. Deze stap moet voorkomen dat de voormalige monopolisten hun klanten een pakket van TV èn telecomdiensten aanbieden, waardoor de gezamenlijke prijs lager kan uitvallen door kruis-subsidiëring. Daarnaast zouden kabel- en telecombedrijven hierdoor afzonderlijk meer gaan investeren in hun eigen infrastructuur, zodat deze geschikt wordt voor een snelle verbinding met Internet. Je kunt je afvragen in hoeverre de EU-wetgeving zin heeft. De oude telecombedrijven British Telecommunications en Deutsche Telekom, die in het bezit waren van de grootste kabelactiviteiten hadden al aangekondigd om deze af te stoten. Dit gaat verder dan de EU-wetgeving.
In Amerika wordt bepaald of kabelbedrijven, Internet-serviceproviders en lokale telefoonbedrijven toegang tot Internet moeten verlenen, zo viel onlangs te lezen in Business Week. De kabelbedrijven hebben net hun kabels geschikt gemaakt voor supersnelle Internetverbindingen. Deze investeringen kostten hen 36 miljard dollar. At Home, het kabelbedrijf van AT&T, biedt Internet aan voor 40 dollar per maand. Willen de abonnees de ‘content’ van America Online (AOL), dan moeten ze nog 9,95 dollar bijbetalen. AOL, andere Internet-serviceproviders en lokale telefoonbedrijven willen de mogelijkheid krijgen om ruimte te leasen op de kabel van At Home tegen een bulktarief. Op deze manier willen ze de klant direct toegang tot Internet verlenen en hun ‘content’ leveren.
Petabit-capaciteit
Internet en TV groeien naar elkaar toe. De vraag is echter hoe deze geconvergeerde communicatiediensten de huiskamer binnen zullen komen, via de satelliet, draadloos, via kabel of telefoonlijnen? Volgens Ashu Mathura, oprichter van Mvlg E-business Consultants, ligt het er vooral aan hoe snel bepaalde infrastructuur zal worden aangelegd: "Hier in Nederland is kabel voor consumenten het goedkoopste: ieder huis heeft er een. In Afrika daarentegen zul je eerder aan satellietverbindingen denken. Maar uiteindelijk zou iedereen altijd en overal toegang tot Internet moeten hebben. Dan kom je toch bij draadloze verbindingen uit." Bedrijven en investeerders moeten wel groots kunnen denken om bij te kunnen blijven in deze vloedgolf van Internetgroei. Gigabit-routers zijn verouderd en de terabit-routers komen er aan. Je vraagt je af hoe al deze satellieten, die in een lage baan om de aarde scheren, het moeten redden met hun beperkte bandbreedte. Teledisc, een bedrijf dat zich speciaal op dataverkeer richt, heeft capaciteit voor ongeveer 21.000 T-1 lijnen (minder dan 0,05 terabit per seconde). Wanneer ze over vier jaar gelanceerd zijn, kunnen ze al weer verouderd zijn. Online-magazine Computer Reseller News meldde eind juni dat ’s werelds eerste netwerk met een petabit-capaciteit (1000 terabits per seconde) er aan komt. Alcatel, de Franse bouwer van telecom-infrastructuur zal samen met andere bedrijven de meer dan 20.000 kilometer aanleggen. Het project vertegenwoordigt een waarde van 2 miljard dollar en moet in het jaar 2000 voor meer dan 90 procent gereed zijn. Het peta-project lokt kritiek uit, omdat er nog niet eens routers bestaan die zulke snelheden aankunnen. Het is duidelijk dat de honger naar bandbreedte niet te stillen is.
Danny Friedmann,
freelance medewerker