Naast de behoefte aan centrale cloudcomputing en bijbehorende grote datazeeën, zien we aan de andere kant edge-computing zich snel ontwikkelen als ondersteuning van het internet of things (IoT). Grootschalige centrale processing en big-data-analyses versus gedistribueerde microservices die zeer snel kleine datasets kunnen verwerken. Twee kanten van dezelfde medaille. De beslissing van een sensor in de bumper van een auto om bij een tegemoetkomende tegenligger te remmen of te ontwijken, is van een andere tijdsorde dan op basis van data-analyse de volgende onderhoudsbeurt voor diezelfde auto te plannen.
Dit vraagt verschillende infrastructuren en data-architecturen. In een ‘mist’ van verspreide sensoren en actuatoren snel kleine datasets te kunnen connecteren en te analyseren, vraagt een andere architectuur dan in grote data-zeeën de relevante verbanden en trends te analyseren. Het verschil tussen mist-computing en machine learning of cloudcomputing en deep learning. Maar ook een wezenlijk verschil tussen de te kiezen data-architecturen en bijbehorende (meta-)datamanagement.
In onze nieuwe digitale realtime-economie en maatschappij zijn beide toepassingen nodig. De digitale transformatie leek in eerste instantie gericht te zijn op het op afstand zetten van informatiediensten bij cloudproviders. Maar meer en meer blijkt dat snelle lokale dataprocessing ook nodig en zinvol is, zeker nu IoT het tipping point heeft gepasseerd. Het cloud-operations-model is niet alleen centraal maar ook decentraal prima bruikbaar om kleinschalige snelle, lokale informatieservices te realiseren. Zeker als bandbreedte en compliance-uitdagingen het transport naar grote hoeveelheden data naar centrale locaties lastiger maakt.
Nieuwe processen
De digitale transformatie maakt nieuwe processen mogelijk, die we eerder in onze analoge maatschappij niet konden realiseren. Dat betekent dat we nieuwe processen en businessmodellen kunnen ontwikkelen die eerder niet mogelijk waren. Waarbij de voordelen van grootschaligheid en de noodzaak voor kleinschaligheid zijn te combineren. Dit vraagt ook om een transformatie in ‘businessdenken’ van het management; het is niet slechts het digitaliseren van het oude analoge proces.
Vertrekpunt moet zijn ‘digital first’: een digitale basis is immers nodig voor én automatisering én voor ondersteuning van (nog) door werknemers uitgevoerde activiteiten. Deze keuze betekent ook ‘data first’ omdat hier een data-gedreven architectuur dominant is in plaats de een applicatie-gedreven architectuur. Het vraagt essentiële keuzes over de welke soorten data waar dienen te worden verwerkt en beheerd. En aan welke compliance- en risicomanagementeisen het moet voldoen. Lastige vragen voor senior businessmanagement, die dacht dat zij ook het ‘nadenken’ over informatie had uitbesteed.
Door: Hans Timmerman, cto bij Dell EMC Nederland
(Deze bijdrage is afkomstig uit Computable Magazine, editie 01/2018.)