De Amerikaanse techsector hangt in de touwen nu president Donald Trump zijn dreigement uitvoert om per heden een extra heffing van vijftig procent op de invoer van Chinese goederen te zetten. China kreeg tot gisterenavond de tijd de heffingen van 34 procent die ter vergelding waren aangekondigd op de invoer van Amerikaanse producten in te trekken. China miste de deadline en krijgt nu ‘straf’.
Op snelle onderhandelingen hoeft China niet meer te rekenen. Want Trump heeft het land onderaan de rij geplaatst van landen waarmee hij bereid is een deal te maken. Het lichte herstel van dinsdag op de beurzen werd vanochtend ongedaan gemaakt. De Amsterdamse AEX opende 2,5 procent lager.
Chipmachinefabrikant ASML daalde ruim drie procent. De Japanse Nikkei leverde vier procent in, terwijl ook elders in Azië de stemming negatief was. De beurs van Shanghai toonde zich onaangedaan, wat het zelfvertrouwen van China weerspiegelt.
104 procent
Trump kiest voor een harde handelsoorlog. De nieuwe strafheffing komt boven op het eerder aangekondigde tarief van 54 procent. In totaal maakt dat componenten en in China geproduceerde elektronica 104 procent duurder.
Vooral Apple, dat zo’n negentig procent van de iPhones in China assembleert en daar ook veel Macbooks en iPads produceert, prijst zichzelf de markt uit. De liefde van iPhone-gebruikers is groot, maar het is de vraag of klanten een dikke veertig procent extra voor zo’n toestel willen betalen. De heffing brengt de kostprijs van een iPhone 16 Pro Max op 1.100 dollar. Daar komen nog de marketingkosten en winstmarges (gemiddeld 47%) van Apple bij, wat de winkelprijs op zo’n circa 2.300 dollar brengt.
Ook het overbrengen van de productie naar Vietnam biedt weinig soelaas. Trump wil op de import uit dat land een heffing van 46 procent leggen. Bovendien valt de productiecapaciteit niet in een handomdraai op te schalen.
De leiders van Big Tech-ondernemingen hebben weinig vat op Trump. Miljardairs als Tim Cook (Apple), Sergey Brin (Alphabet), Sundar Picha (Google), Jeff Bezos (Amazon), Elon Musk (Tesla) en Mark Zuckerberg (Meta/Facebook) kregen tijdens de inauguratie van Trump nog de beste plaatsen. Ze hadden zich eerder behoorlijk uitgesloofd om bij de president in het gevlei te komen. Nu blijkt hun loyaliteit zich niet uit te betalen en wacht de techsector een onzekere toekomst.
Chips
De importheffingen treffen niet alleen consumentenelektronica maar ook andere producten waar chips in zitten. Alleen al aan machines, elektronica en voertuigen importeerde Amerika vorig jaar zo’n 1.400 miljard dollar; in al die producten zitten chips. Als consumenten voor die eindproducten meer moeten betalen, dan daalt de vraag wat weer repercussies heeft voor de verkoop van chips.
De chipindustrie heeft nauwelijks uitwijkmogelijkheden. Ook chips die in de VS zijn vervaardigd maar in Azië een verdere bewerking ondergaan, ontkomen niet aan de torenhoge heffingen. Hetzelfde geldt voor tools die nodig zijn voor de productie van chips.
De Amerikaanse zakenkrant Wall Street Journal verwacht veel impact op de ai-sector, verstoringen bij de bouw van datacenters en spanningen in internationale leveringsketens. De techsector is in hoge mate afhankelijk van wereldwijde productienetwerken waarbij Azië een prominente positie inneemt.
Trump wil met zijn handelspolitiek fabrikanten dwingen weer meer in Amerika te produceren. Maar verplaatsing daarvan vergt jaren, zeker als het om complexe productiestructuren gaat. Het betekent extra kosten en die kunnen de innovatie schaden.