Niet eerder klonk in Europa de roep om technologische soevereiniteit zo luid als nu. Nieuwe regels verplichten organisaties tot meer controle over hun data terwijl er een nieuwe geopolitieke wind vanuit de Verenigde Staten waait. Een heet hangijzer is het cloudbeleid in de EU-lidstaten. Velen vinden dat we daarbij te afhankelijk zijn van Amerikaanse techbedrijven; Gaia-X zou een oplossing betekenen.
Het was een tijd stil rond Gaia-X, maar het gedecentraliseerde data- en cloud-initiatief staat weer in de spotlights. Bijna vijf jaar geleden werd het project groots aangekondigd door 22 Franse en Duitse bedrijven. Gaia-X moest een alternatief voor de grote hyperscalers mogelijk maken, met de voordelen van de cloud gecombineerd met Europese waarden voor vertrouwen, interoperabiliteit, transparantie en open standaarden. Want bij de Amazons en Microsofts van deze wereld is het maar de vraag wat er met je gegevens gebeurt. Bovendien: hoe het zit met de leveringszekerheid?
Wat volgde was radiostilte. Tenminste, naar het grote publiek. Achter de schermen ging het werk door. De initiële groep groeide uit tot een club van een paar honderd bedrijven en organisaties die werken aan oplossingen die een alternatief voor het gebruik van AWS of Azure mogelijk maken. Geen eigen cloudomgeving, maar een gedecentraliseerde en opensource-data-infrastructuur naar Europees inzicht.
Helsinki

Inmiddels is het voorbereidende werk afgerond, de papieren tijger getemd, vertelt Ulrich Ahle. De ceo van Gaia-X doet zijn verhaal tijdens de Gaia-X Summit die onlangs in Helsinki plaatsvond. De afgelopen jaren stonden volgens de topman in het teken van de ontwikkeling van de gemeenschappelijke standaarden op technisch, semantisch, organisatorisch en juridisch vlak. Nodig om gegevensuitwisseling tussen deelnemende infrastructuren gevalideerd betrouwbaar te laten plaatsvinden.
En dus spreekt de Duitser liever over de praktijktoepassingen die al op de federatieve data-infrastructuur zijn ontwikkeld. De toepassingen gebruiken sectorgeoriënteerde data-spaces, onderling gekoppelde informatienetwerken waarover gegevensuitwisseling en -verwerking plaatsvinden volgens gevalideerde afspraken. Validatie en certificering vindt plaats via zogeheten Gaia-X Digital Clearing Houses.
Volgens Gaia-X bestaan inmiddels ruim 150 use-cases in sectoren als energie, maakindustrie, landbouw, lucht- en ruimtevaart, finance, mobility, gezondheidszorg en onderwijs. In Nederland zijn het er een handjevol; in de medische hoek maar ook in gebieden als manufacturing, logistiek en mobiliteit. In België zijn het er evenveel, maar dan vooral in de energiemarkt en landbouw.
Wachten op opschaling
De meeste projecten bevinden zich nog in de conceptfase of wachten op opschaling. Toch zijn er initiatieven die commercieel worden ingezet. Zoals het Nederlandse Smart Connected Supplier Network (SCSN), een open dataplatform voor gegevensuitwisseling in de toeleveringsketen van hightechbedrijven in de regio Brainport Eindhoven. Ruim vierhonderd bedrijven gebruiken het platform dat uiteindelijk ook voor andere sectoren beschikbaar moet komen.
Ook Catena-X is een succesverhaal, aldus Ahle. De oorspronkelijk Duitse data-space voor de automobielindustrie is hard op weg om de standaard voor gevalideerde gegevensuitwisseling in de sector te worden. Ook buiten Europa, want de automobielindustrie is bij uitstek een internationale aangelegenheid. Zo’n tweehonderd partijen zijn er bij aangesloten, waaronder autofabrikanten, toeleveranciers, adviesbureaus, ict-dienstverleners en zelfs de grote cloudbedrijven AWS, Google en Microsoft.
Uitdagingen
Tegenover de succesverhalen staan de projecten die moeite hebben op te schalen. Bijvoorbeeld doordat de businesscase voor deelnemers onduidelijk is en het project veel leunt op overheidssubsidie. Zoals Agdatahub, tot kortgeleden een van Frankrijks eerste en verst gevorderde data-spaces. Het initiatief voor de gecontroleerde uitwisseling van landbouwgegevens tussen boer en verwerkende industrie vroeg in november zijn faillissement aan. ‘Het economische model is op problemen gestuit. Het bleek zonder overheidssteun niet houdbaar in de periode die nodig is om de technologie wijdverspreid op te schalen’, schrijven de initiatiefnemers die inmiddels aan een doorstart werken.
Wellicht de grootste uitdaging van de Gaia-X-projecten is de financiering. Het idee is dat de gedecentraliseerde opzet zorgt voor innovatie, nieuwe bedrijfsmodellen en dus een financieel gezonde onderneming. De toepassingen moeten daarvoor wel eerst opschalen. Tot dat moment zijn ze afhankelijk van externe financiering, zoals overheidssubsidies en investeringen van geïnteresseerden. De kost gaat voor de baat uit, is het idee.
En dus luidt ook tijdens het event in Helsinki het devies: zorg voor relevante toepassingen die snel omzet genereren. Dat begint met een goed idee dat beantwoordt aan een concrete marktbehoefte voor het delen van gegevens, en eindigt bij partijen die bereid zijn tijd en geld te investeren in de ontwikkeling ervan.
Kip-ei-impasse
In Nederland is Peter Verkoulen een van de aanjagers van Gaia-X. Hij is directeur van het Centre of Excellence for Data Sharing & Cloud (CoE-DSC) en namens TNO in opdracht van het ministerie van EZ aangesteld als manager van de Nederlandse Gaia-X-hub. Er is volgens hem sprake van een kip-ei-impasse. Daarbij wachten potentiële gebruikers op het moment dat het data-ecosysteem groot genoeg is om erbij aan te haken, terwijl de aanbieders van diensten op zo’n platform moeite hebben om op te schalen zolang er weinig geïnteresseerden zijn.

Volgens Verkoulen is een rol weggelegd voor de overheid. Die zou in aanbestedingen meer kunnen aansturen op datasoevereiniteit via een platform als Gaia-X. ‘Er is nog geen Nederlandse tender waarin Gaia-X staat, maar dit gaat komen. De overheid kan met de portemonnee sturen. Kies goedkoop waar het kan en duurder waar het moet.’ Want zelfs de aanjager beseft dat het vaak niet de goedkoopste keuze zal zijn. Hij vertelt dat Airbus en Électricité de France (EDF) tenders voor clouddiensten voorbereiden, waarbij de inschrijvers hun diensten Gaia-X compliant moeten kunnen aanbieden.
Honderden miljoenen euro’s
In Europa is veel geld beschikbaar voor initiatieven zoals Gaia-X. Het gaat om honderden miljoenen euro’s, zowel vanuit de Europese Commissie als vanuit de lidstaten. Wel zijn er grote verschillen per land. In Duitsland is ruim vierhonderd miljoen beschikbaar, in Spanje zo’n tweehonderd miljoen en in Nederland bijna 220 miljoen, afkomstig uit verschillende potjes die data -paces en soevereine cloudinfrastructuur aanjagen. De EU doet er nog een schep bovenop, met zo’n 2,6 miljard euro via diverse regelingen, weet Verkoulen.
Hoewel cloud- en datasoevereiniteit de pijlers van Gaia-X vormen, is het initiatief niet strikt bedoeld als alternatief voor hyperscalers, vertelt hij. ‘Met de standaarden en interoperabiliteit is het wel mogelijk om de regie terug te nemen. Je kunt de diensten van hyperscalers combineren met die van lokale partijen. Dat is het mooie aan Gaia-X; je bepaalt zelf het data-ecosysteem. Aanbieders van diensten kunnen deze valideren via een clearing house. Daardoor weten de afnemers dat de dataservices echt voldoen aan de afspraken.’ Dat het idee aanslaat, blijkt ook uit Gaia-X-hubs die buiten de EU actief zijn: in Japan, Zuid-Korea en zelfs in de VS.
Toch werd Gaia-X in de begintijd door voorstanders neergezet als het Europese tegenwicht aan de grote Amerikaanse cloudbedrijven. Daarvoor is het te laat, erkent zelfs Gaia-X-directeur Ahle. ‘Europa heeft de strijd in de consumentencloudmarkt (b2c) verloren aan de hyperscalers’, vertelt de Duitser. ‘In de zakelijke cloudmarkt (b2b) maken we nog een kans om significant bij te dragen aan de wereldwijde digitalisering. Maar ook daar kunnen we de hyperscalers niet negeren. Die werken ook aan soevereine clouds in de EU en dat is winst voor iedereen. Het grote voordeel van Europese cloudserviceproviders is dat zij hun businessmodellen en organisatie niet hoeven aan te passen terwijl de hyperscalers dat wel moeten.’
De timing voor een Europees antwoord op de hegemonie van Amerikaanse clouddiensten is nu. Trump en techmiljardair Elon Musk trekken als wervelwind door de wereldorde en vinden daarbij steun van Microsoft, Google en AWS. In plaats van de ontwikkeling van separate nationale cloudomgevingen, zou Europa moeten gaan voor een gezamenlijke standaard zoals Gaia-X.
De tijd van praten is voorbij, besluit Ahle. Aan goede bedoelingen ligt het niet, nu de toepassingen nog.