In het boek ‘Source Code’, dat vandaag wereldwijd verschijnt (ook in het Nederlands), blikt Bill Gates terug op zijn jeugd. De miljardair en filantroop weidt niet uit over Microsoft, de Gates Foundation of de toekomst van technologie, maar vertelt zijn persoonlijke, nog onbekende verhaal.
Hij vertelt over zijn jeugd en zijn vroege passies. Over zijn principiële grootmoeder en zijn ambitieuze ouders, zijn eerste diepgaande vriendschappen en het plotselinge overlijden van zijn beste vriend. Ook zijn worstelingen om erbij te horen en de ontdekking van de wereld van coderen en computers aan het begin van een nieuw tijdperk komen aan bod. Gates beschrijft hoe hij als tiener een pad insloeg dat hem bracht naar een studentenkamer, waar hij een revolutie ontketende die niet alleen zijn eigen leven ingrijpend zou veranderen. Het is een zelfportret van een zeer succesvolle ondernemer die onderzoekt hoe hij is geworden wie hij is.
De zakelijke triomfen van Bill Gates zijn algemeen bekend: als twintigjarige stopte hij met zijn studie aan Harvard University om een softwarebedrijfje te starten dat uitgroeide tot een reusachtige multinational en dat de manier waarop we werken en leven voorgoed veranderde; als miljardair richtte hij zijn aandacht op filantropische projecten om onder meer de klimaatverandering en de wereldgezondheid aan te pakken. In dit eerste deel van zijn memoires beschrijft Gates zijn leven van 1955 tot 1975, het jaar waarin hij Microsoft – toen nog geschreven als Micro-Soft – oprichtte.
Autisme
Het boek richt zich op zijn jeugd en de invloed van zijn ouders, die worstelden met het opvoeden van een briljant maar eigenzinnig kind. Gates was een complexe mix van een jongetje met een hoog IQ, arrogantie, rebellie en onzekerheid. Hij was klein en had een zachte stem. Zijn ouders moesten regelmatig ingrijpen en stuurden hem uiteindelijk naar een therapeut.
Een belangrijke uitdaging voor Gates was zijn sociale onhandigheid en intense fixatie op specifieke projecten. Hij reflecteert: ‘Als ik nu opgroeide, zou ik waarschijnlijk de diagnose autisme krijgen. Mijn ouders hadden geen handvatten of handleidingen om te begrijpen waarom hun zoon zo geobsedeerd raakte door bepaalde projecten, sociale signalen miste en soms onbeleefd of ongepast was zonder zich bewust te zijn van hoe anderen dat ervoeren.’
Ondanks zijn moeilijkheden had hij het geluk dat zijn welgestelde ouders hem naar de progressieve privéschool Lakeside stuurden, waar hij voor het eerst in aanraking kwam met computers. Hier begon hij met programmeren, wat uiteindelijk leidde tot zijn eerste ondernemersstappen. Het boek eindigt op dit cruciale moment, de groei van zijn techimperium komt mogelijk in een tweede deel aan bod.