Het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) kraakt het beleid dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) voert met betrekking tot de Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO). Het college benadrukt in een kritisch rapport dat VWS te veel verantwoordelijkheid naar zich toe heeft getrokken bij de ontwikkeling van Mijn Gezondheidsoverzicht en bij de aanbesteding van een PGO. Dat brengt aanzienlijke risico’s met zich mee, meldt Dutch Health Hub.
AcICT betreurt het dat ambtenaren zelf de ontwikkeling zijn gaan doen van Mijn Gezondheidsoverzicht (MGO), een publieke voorziening die burgers toegang geeft tot een integraal overzicht van hun medische gegevens. De ontwikkeling van dit basisoverzicht, te vergelijken met Mijn Pensioenoverzicht, krijgt de kwalificatie ‘voorbarig’. Uit het rapport van AcICT blijkt dat dit project is gestart zonder duidelijke wettelijke basis, wat juridische risico’s met zich meebrengt. Ook heeft het ministerie te veel petten opgezet en dreigen ambtenaren het wiel opnieuw uit te vinden.
Interactiviteit
Verkeerd ook zit het departement met de aanbesteding van PGO’s die meer interactiviteit en aanvullende functies bieden voor het beheer van persoonlijke gezondheidsinformatie. Dat kunnen apps of websites zijn waar burgers zelf gegevens invoeren. Deze aanbesteding betekent een aanzienlijke marktinterventie. Volgens AcICT is het overnemen van het PGO-stelsel het meest risicovolle scenario. De aanbesteding moet ertoe leiden dat drie marktpartijen aan burgers een inzage-functie bieden op de eigen zorggegevens. Tot voor kort waren er achttien leveranciers actief. De aanbestedingsprocedure wordt als problematisch gezien, met te weinig aandacht voor bestaande kennis en voorzieningen.
Het college is het ermee eens dat de gegevensuitwisseling in de zorg te wensen overlaat. Maar uit eigen onderzoek blijkt dat de gekozen aanpak niet leidt tot verbeterde inzage door burgers; een conclusie die voor het ministerie pijnlijk moet zijn. De aanbesteding PGO alleen kan de gebruikerstevredenheid niet verbeteren, stelt het instutuut. Bovendien wordt VWS verweten onvoldoende regie te voeren op de verbetering van de inzage van zorggegevens.
Bottlenecks
Het adviescollege vindt het onrealistisch om te denken dat het aanwijzen van drie voorkeursleveranciers de grote problemen zal oplossen. De technologische bottlenecks zijn namelijk niet door de leveranciers zelf op te lossen, wat de voortgang van de PGO’s belemmert.
AcICT adviseert VWS de nadruk te verleggen van zelf doen naar regisseren van andere partijen. Creëer randvoorwaarden voor een beter PGO-stelsel en richt je meer op de knelpunten, luidt het advies. Ook de juridische onderbouwing moet beter. En versterk de rol van VWS als opdrachtgever. Verder signaleert het college een verwarring van rollen. Het ministerie heeft bij Mijn Gezondheidsoverzicht de petten op van beleidsmaker, eindverantwoordelijke, opdrachtgever, gegevensbeheerder en softwareontwikkelaar. Dat laatste leidt tot onduidelijkheid en concurrentie met externe partijen.
Het adviescollege vindt dat het ministerie een slechte beslissing heeft genomen door bestaande oplossingen te negeren en zelf nieuwe applicaties te maken voor bijvoorbeeld inloggen en locatiebepaling. VWS heeft vorig jaar al ruim vijf miljoen euro uitgegeven aan de ict-ontwikkeling van Mijn Gezondheidsoverzicht zonder helder wettelijk kader. Dat is voorbarig en het risico is groot dat het werk straks opnieuw moet. De stap om de ontwikkeling zelf ter hand te nemen, terwijl een flink aantal leveranciers hier al geruime tijd mee bezig is, noemt het adviescollege ‘voorbarig, zwak onderbouwd en risicovol’.