In deze rubriek een greep uit de stroom berichten over artificial intelligence. Ditmaal over de ontwikkelingen bij Microsoft, een ai-landenindex en de ontwerpcode voor de EU AI Act.
Microsoft Ignite
IDC voorspelt dat ondernemingen volgend jaar wereldwijd 152 miljard dollar uitgeven aan de ‘inbouw’ van ai in hun kernactiviteiten. In 2025 wordt het menens. Experimenten maken dan plaats voor duurzame innovatie. Ai-agenten die gebruik maken van grote taalmodellen dringen door tot de werkvloer.
In lijn daarmee presenteerde Microsoft tijdens zijn jaarlijkse Ignite-conferentie een grote verscheidenheid aan ‘ai-agents’. De nadruk viel op aanpasbare agenten afgestemd op verschillende bedrijfsonderdelen. Deze ai-gestuurde tools zijn ontworpen om verschillende bedrijfsprocessen in verschillende afdelingen binnen een organisatie te automatiseren en te verbeteren.
In tegenstelling tot agenten die zijn gebouwd voor specifieke use-cases, zijn deze agenten flexibel. Ze zijn aan te passen om te voldoen aan de bijzondere behoeften van bedrijfseenheden, zoals verkoop, marketing, klantenservice en hr.
Omdat Microsoft in vrijwel elke grote onderneming kind aan huis is en over een zeer breed terrein ai-producten biedt, kan het nog dominanter worden. Microsoft breidt bovendien in hoog tempo de mogelijkheden van zijn agenten uit. Sommige agenten werken in hoge mate zelfstandig. Werknemers hoeven nauwelijks meer toezicht te houden op wat ze doen.
Microsoft heeft ook het voordeel dat ze deze ai-agenten kan laten werken in de bestaande it-landschappen van veel ondernemingen. Met tal van erp-, crm- en hr-systemen van andere leveranciers en allerlei databronnen is integratie mogelijk zodat deze agenten in een ‘vertrouwde omgeving’ kunnen werken en toegang kunnen krijgen tot de juiste data. Ultieme doel is om deze ai-agenten met elkaar te laten samenwerken om lastiger karweitjes te klaren.
Verder onthulde Microsoft nieuwe mogelijkheden voor Azure AI Foundry, een uniform toepassingsplatform voor de hele organisatie in het ai-tijdperk. Doel is de kloof te overbruggen tussen geavanceerde ai-technologieën en praktische zakelijke toepassingen, waardoor het volledige potentieel van ai beter valt te benutten. De vraag is alleen of deze voordelen opwegen tegen de kosten en het gevaar van een vendor lock-in.
Ai-index voor landen
Gekeken naar de ai-ontwikkeling, ligt Nederland ver achter op het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en Spanje. En ook Luxemburg en België staan nog boven Nederland, als we afgaan op de ai-index die Stanford University HAI (Human-Centered Artificial Intelligence) heeft samengesteld.
36 landen werden gerangschikt op basis van 42 indicatoren die in acht pijlers zijn georganiseerd. Nederland kwam daarbij niet verder dan de vijftiende plaats. Koplopers zijn de VS, China en dus het VK. Daarna komen India, de Verenigde Arabische Emiraten, Frankrijk, Zuid-Korea, Duitsland, Japan en Singapore.
Inzichtelijk is de ‘Global AI Vibrancy Tool 2024‘, een interactieve visualisatie die laat zien waar elk land in de ai-race staat. Nederland is met name zwak in r&d. Bij ‘foundation models’ is onze inbreng zelfs nihil. Ook het beleid stelt weinig voor. In de pijler ‘policy & governance’ scoort België twee keer zo hoog als Nederland, wat alles te maken heeft met de ai-wetgeving de Belgen al hebben geregeld.
Qua concentratie van ai-talenten staat Nederland op een zevende plaats. Israël en Singapore scoren op dat onderdeel het beste. Gekeken is naar het percentage LinkedIn-leden dat ai-skills in het profiel vermeldt of in een ai-gerelateerd beroep werkt.
De VS staat in bijna elke categorie met een ruime voorsprong op de eerste plaats. Ook bij ‘responsible ai’, een techniek waarover in Nederland vooral wordt gepraat, slaan de VS de trom.
AI Code
Het EU AI Office heeft het eerste ontwerp van de General-Purpose AI Code of Practice gepubliceerd. Hierna volgen nog drie ronden met verbeterde ontwerpen. Deze gedragscode, onderdeel van de EU AI Act, richt zich op de ‘grote’ ai-modellen die zijn ontworpen om een breed scala aan taken uit te voeren. Deze modellen van technologiebedrijven als OpenAI, Google, Meta en Anthropic spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van geavanceerde ai-toepassingen. De zogeheten GPAI (General-Purpose AI)-modellen moeten voldoen aan strikte eisen voor veilig en verantwoord gebruik, vooral omdat ze een uitgebreide reeks aan toepassingen beïnvloeden.
De code is bedoeld om aanbieders van GPAI-modellen te helpen voldoen aan hun verplichtingen onder de EU AI Act. Belangrijk ook is eventuele systemische risico’s te beperken die voortvloeien uit GPAI-modellen. Momenteel zou slechts een klein aantal GPAI-modellen zo’n risico hebben. Maar als dat verandert, moet de code worden gewijzigd.
De conceptcode bevat veel open vragen die nog zullen worden behandeld en verfijnd. De definitieve code, die naar verwachting op 1 mei klaar is, zal de ‘beste praktijken’ voor aanbieders van GPAI-modellen samenvatten als het gaat om het naleven van de EU AI Act.