Van de 280 miljoen euro die het kabinet extra uittrekt voor politie en veiligheid, gaat bijna veertig miljoen naar digitale opsporing en ruim 52 miljoen naar bestrijding van cybercrime en gedigitaliseerde misdaad. Dit blijkt uit een brief van minister David van Weel (Justitie en Veiligheid) aan de Tweede Kamer.
De bewindsman gaat de versnippering te lijf, zowel bij de opsporing als bij het vergroten van de digitale weerbaarheid. Centralisatie is het motto. Hij houdt daarbij nadrukkelijk rekening met schaarste aan cybersecurity-specialisten. Daarom legt Van Weel de nadruk op versterkingen die kunnen komen van specialistische zij-instromers.
Deze zij-instromers volgen een cursus van een aantal maanden waarna zij aan de slag kunnen voor de tactische opsporing in de basisteams. Zo is er de komende jaren meer capaciteit voor de opsporing van veelvoorkomende criminaliteit te realiseren. Het is nodig dat deze kennis en vaardigheden in de breedte worden ingezet bij de politie en het OM. De politie krijgt een centrale voorziening voor digitale opsporing opgericht. Deze centrale voorziening zorgt voor regie en coördinatie van de aanpak op landelijk niveau in wisselwerking met de aanpak in en tussen de eenheden, en de inzet op lokaal niveau.
Ook bij de aanpak van cybercrime en gedigitaliseerde misdaad rekent Justitie en Veiligheid af met de versnippering. Op dit gebied komen er centrale voorzieningen ten behoeve van de regionale eenheden en de Eenheid Landelijke Opsporing en Interventies. Het Team High Tech Crime heeft daar baat bij.
Extra mankracht komt er voor de aanpak van gedigitaliseerde criminaliteit in de eenheden. Daarnaast wordt bezien of extra geïnvesteerd kan worden in het Digital Intrusion Team dat heimelijk en op afstand mag binnendringen in computers en smartphones van verdachten.
De centrale voorziening voor cybercrime heeft als doel meer samenhang te brengen in de aanpak van cybercrime; van regionaal tot internationaal. Vanuit de centrale voorziening worden strategie, intelligence en operationele inzet bijeen gebracht voor een integrale aanpak. Voor de versterking en doorontwikkeling van de bestrijding van cybercrime wordt tevens geïnvesteerd in personeel met andere kennis en vaardigheden en een hoger opleidingsniveau. Ook hierbij wordt overwegend gebruik gemaakt van specialistische zij-instromers. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) krijgt extra geld om de noodzakelijke forensische expertise op het onderwerp cybercrime uit te bouwen. Dit leidt naar verwachting tot effectievere opsporing van complexe delicten.