De overheid moet zich schamen over de slechte toegankelijkheid van een aantal websites. Al meer dan twee decennia geleden wordt hierover gesproken en in 2018 is er wetgeving gekomen. Toch zijn niet alle websites van de overheid voor iedereen goed bereikbaar.
Staatssecretaris Zsolt Szabó zei dit tijdens het debat in de Tweede Kamer over de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Sommige betrokkenen blijken doof voor de oproepen vanuit het ministerie om dit goed te regelen.
Szabó, verantwoordelijk voor de digitalisering, vreest dat het met de transparantie van algoritmes en het Algoritmeregister dezelfde kant uitgaat. Het is de bedoeling dat alle overheidsinstanties algoritmes verantwoord gebruiken en de toepassing en impact begrijpelijk maken. Szabó overweegt dat proces minder vrijblijvend te maken en transparantie op korte termijn wettelijk verplicht te maken.
Aanpak
Ook op andere gebieden maakt de staatssecretaris zich zorgen over de trage voortgang. In plaats van een gezamenlijke aanpak waarbij ministeries als één digitale overheid handelen, is het versnippering troef, terwijl strategische keuzes en prioriteiten ontbreken. Szabó wil op een aantal terreinen waar te weinig voortgang is geboekt, doorbraken forceren. Hij denkt daarbij aan standaarden voor gegevensuitwisseling, een soevereine cloud, het inzetten van ai-toepassingen, i-vakmanschap, datagedreven werken en randvoorwaardelijke regie op de digitalisering.
De staatssecretaris vindt dat bij de inzet van digitale technologie de autonomie van het Rijk, de gemeenten en de provincies te groot is. De overheid moet bij de digitalisering veel meer als een eenheid gaan opereren. Ook constateert hij dat de aanpak van het Rijk tot nog toe vaak gericht is geweest op het simpelweg digitaliseren van bestaande processen, waarbij fysieke handelingen worden vervangen door digitale. ‘In plaats daarvan zouden we processen opnieuw moeten vormgeven op basis van moderne it-toepassingen, want alleen op die manier zetten we een kwalitatief goede, toegankelijke en veilige dienstverlening neer, ten dienste van de mensen in het land’, aldus de staatssecretaris.