Na bakken vol kritiek op het moderniseringsprogramma Grensverleggende IT (GrIT) heeft Defensie dan toch een eerste, positieve mijlpaal bereikt: het splinternieuwe twin-datacenter is in gebruik genomen op de legerplaats in Stroe bij Barneveld.
Het programma GrIT is gericht op modernisering van de it-infrastructuur van Defensie. Die is nodig om de informatievoorziening tijdens operaties van de Nederlandse krijgsmacht te verbeteren. Het programma kende een moeizame ontstaansgeschiedenis en boekte na de start weinig voortgang. Ook oordeelde het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) dat Defensie de planning nog altijd te veel overlaat aan Athena, het consortium it-leveranciers, bestaand uit Atos, Kyndryl en Unica, dat eind 2020 werd geselecteerd na een aanbesteding.
Half juni kon het ministerie van Defensie dan toch goed nieuws brengen: het nieuwe Twin Datacenter werd officieel geopend en in gebruik genomen. De bouw ervan was gestart in april 2022. Het beheer voor de eerstkomende tien jaar ligt in handen van Unica Datacenters. ‘Met Defensie hebben we een aantal uitdagingen goed weten op te lossen, zodat dit project volledig voldoet aan de stikstofuitstoot die hoort bij Natura 2000-gebieden waarin wij bouwen’, stelt directeur Arno Uiterweerd van deze Unica-tak.
Redundante opzet
Het twin-datacenter dankt zijn naam aan de redundante opzet: alles is in twee- of meervoud opgezet, als backup van elkaar. Het geheel bestaat uit twee gebouwen, op enige afstand van elkaar. Elk gebouw heeft zijn eigen servers en koeling. Valt een koelkanaal uit, dan wordt dat automatisch overgenomen door het tweede koelkanaal. En gaat in datacentrum 1 onverhoopt iets mis, dan neemt datacentrum 2 automatisch alle taken over.
Volgens Defensie zijn de datacentra gebouwd op de toekomst: er is nog volop ruimte beschikbaar voor het bijplaatsen van extra servers en randapparatuur. Het is voor het ministerie overigens voor het eerst dat een locatie vanaf de basis is ontworpen als datacentrum. De nieuwe omgeving biedt daardoor logischerwijs meer technische mogelijkheden. Eerdere locaties werden met name uitgezocht op basis van andere belangrijke factoren als veiligheid, maar fungeerden niet primair als serverpark. Zo fungeerde een vlotbunker in Maasland jarenlang als datacenter. Niet duidelijk is of deze locatie inmiddels is gesloten, net als andere datacenter-ruimtes van Defensie in onder meer Woensdrecht. Het ministerie heeft nog niet gereageerd op vragen daarover.
Raakschieten
Het nieuwe datacentrum is ingericht op het razendsnel verwerken van grote hoeveelheden data waarmee onder andere de informatievoorziening tijdens operaties verbetert. In de praktijk gaat het dan bijvoorbeeld om de verwerking en analyse van data van de sensoren van wapensystemen.
‘Aan het front, waar elke seconde telt, vormen data de basis. Met meer en betere data schiet je eerder raak. Daar helpt dit centrum aan mee’, aldus plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten viceadmiraal Boudewijn Boots.
Groene technieken
Bij de realisatie van deze datacenters is veel aandacht uitgegaan naar duurzaamheid, zoals het toepassen van duurzame technieken op het gebied van koeling, energieopwekking en restwarmte. Er wordt gekoeld met buitenlucht, eventueel aangevuld met adiabatische koeling waarbij grondwater uit een eigen, dertig meter diepe, bron wordt verneveld in de buitenlucht. Deze techniek wordt ook wel verdampingskoeling genoemd, en gebruikt daarvoor dus geen drinkwater – in tegenstelling tot de standaard.
De restwarmte van het datacentrum wordt ingezet om gebouwen op de kazerne te verwarmen. Verder is het gebouw zoveel mogelijk voorzien van zonnepanelen, waarmee zo’n 1 procent van de totale energiebehoefte opgewekt wordt, aldus Unica Datacenters.