Zo’n 90 procent van de werkgevers is niet klaar voor de CO2-registratieplicht. Uiterlijk vanaf 1 juli 2024 dienen zij deze cijfers te registreren om in juli 2025 een jaartotaal te kunnen opmaken. De nieuwe wetgeving treft alleen de grotere ondernemingen met minimaal honderd werknemers in dienst, die meer dan twintig uur per week werken. Dit stelt bedrijfssoftwareleverancier Afas na een flitsonderzoek.
De afspraak om werkgebonden personenmobiliteit te registreren komt voort uit het Klimaatakkoord, waarin is bepaald dat de CO2-uitstoot door zakelijk verkeer in 2030 één megaton minder moet zijn. Om beter zicht te krijgen in de cijfers en hoe deze doelstelling het beste behaald kan worden, worden werkgevers verplicht deze uitstoot in de vorm van gereisde kilometers bij te houden. Uiterlijk vanaf 1 juli 2024 dienen werkgevers deze cijfers te registreren; in juli 2025 moeten ze een jaartotaal kunnen laten zien.
Onder het aan te leveren jaartotaal aan gereisde kilometers vallen zakelijke lease en/of eigen wagenparken, zakelijke mobiliteitsdiensten zoals openbaar vervoer, zakelijke declaraties en woon-werkmobiliteit. Volgens Nieke Dorland, productmanager bij Afas Software, vragen veel werkgevers zich af hoe ze deze informatie het beste kunnen registreren, en er zijn nog vragen over wat het teweeg gaat brengen.
Handig hulpmiddel
Uit een flitsonderzoek van het bedrijf blijkt dat 90 procent van de werkgevers tot op heden nog niets met hun werknemers heeft besproken. Nog geen 10 procent is volledig klaar voor de CO2-registratie. Ondanks deze weinig bemoedigende cijfers is Dorland optimistisch gestemd. Zij adviseert bedrijven om met de softwareleverancier voor personeelszaken, waarmee ze werken, te onderzoeken welke mogelijkheden bestaan om hier een tool of module aan toe te voegen om de gereisde kilometers en het type vervoersmiddel vast te leggen.
De Afas-productmanager is de verplichte CO2-registratie een handig hulpmiddel om de eigen duurzaamheidsdoelstellingen te behalen. ‘Het biedt handvatten om verdere verduurzaming in te zetten wanneer je je bewust bent van de eigen CO2-uitstoot.’ Verder merkt zij dat als klanten eenmaal aan de slag zijn en weten wat ze moeten doen, het merendeel denkt: het valt echt wel mee. ‘De data zijn er in vrijwel alle gevallen al, de vraag is alleen nog wat je ermee moet doen. Zodra klanten weten wat ze te wachten staat en ze het stadium van onwetendheid voorbij zijn, is het vraagstuk zo opgelost.’