CuspAI, de nieuwe artificial intelligence (ai)-startup van de Nederlandse machine-learning-specialist Max Welling en de Britse chemicus Chad Edwards, krijgt een begininvestering van dertig miljoen euro. Het geld komt van Hoxton Ventures, een grote verstrekker van risicokapitaal uit Londen. Ook managers van Deepmind, de ai-poot van Google, hebben een financiële inbreng.
Een andere vermaarde wetenschapper, Geoffrey Hinton, die weleens de ‘peetvader van ai’ wordt genoemd, komt aan boord als adviseur. Dit heeft CuspAI vanochtend bekend gemaakt. Het bedrijf dat vanuit Amsterdam, Berlijn en Cambridge opereert, gaat nauw samenwerken met onderzoekers van Meta/Facebook.
Hoofddoel van CuspAI wordt de uitstoot van CO2 met behulp van ai terug te dringen. Welling en zijn mensen ontwikkelen een platform dat materialen ontdekt die CO2 direct uit de atmosfeer kunnen halen. Het wordt een soort moleculaire zoekmachine. De simulatie van gigantische aantallen combinaties van moleculen vereist enorm veel rekenkracht. CuspAI gaat zeker vijftien miljoen euro besteden aan de inhuur van voldoende rekencapaciteit bij hyperscalers. De rest wordt besteed aan de salariëring van medewerkers.
Welling begon zijn carrière als wetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam. In 2017 verkocht hij de universitaire spin-off Scyfer aan Qualcomm. Hij trad ook in dienst bij deze Amerikaanse chipontwerper. Later werd hij hoofd van de researchafdeling van Microsofts onderzoekslaboratorium in Amsterdam.
Prof. Dr. Welling licht in een persbericht toe: ‘Stel je een zoekmachine voor, niet alleen voor bestaande materialen, maar voor alle potentiële moleculen en materialen die gecreëerd kunnen worden. Onze ai kan nieuwe materialen op aanvraag genereren en evalueren. Denk aan het aanvragen van materiaal dat selectief kooldioxide bindt onder specifieke omstandigheden – de ai genereert, evalueert en optimaliseert vervolgens de mogelijke moleculaire structuren die aan die exacte criteria voldoen. Door zorgvuldige procesoptimalisatie en labtesten kan CuspAI de cyclus sluiten en ervoor zorgen dat materialen synthetiseerbaar, stabiel en uiteindelijk bruikbaar zijn in de productie.’