BLOG – Organisaties moderniseren de digitale werkplek om flexibel en onafhankelijk van tijd, plaats en device te kunnen werken. Om die flexibiliteit te kunnen bieden, neemt de werkplek bijna altijd een hybride vorm aan. Maar is het overal diezelfde gestandaardiseerde variant, en spreken we dus van een uniforme ‘moderne’ werkplek? Of neemt de moderne werkplek verschillende vormen aan? En wat betekent dat dan voor het beheer ervan?
In de dagelijkse praktijk zie je vaak dat organisaties de werkplek proberen te standaardiseren om zo de beheerlast met bijbehorende kosten zo laag mogelijk te houden. Hierbij kijken ze vaker naar de belangen van it dan naar de behoeften van de gebruiker. En wanneer wél naar de behoeften van de gebruiker gekeken wordt, dan wordt (onterecht) aangenomen dat alle gebruikers dezelfde behoeften hebben. Hierbij wordt ook aangenomen dat standaardisatie op de werkplek goedkoop is en diversiteit juist duur. Tegelijkertijd moeten er vaak verschillende typen werkplekken naast elkaar blijven bestaan, bijvoorbeeld om legacy-applicaties te kunnen blijven aanbieden.
Opsplitsen
Met name bij migraties (naar een volgende besturingssysteemversie of naar een ander platform) blijkt dat verschillende varianten van de werkplek vragen om verschillende beheermethoden. Ofwel, hoe krijg je de applicaties ingezet en de gebruikersomgeving geconfigureerd? Een manier om dit eenvoudiger te maken, is het modulair bekijken van de werkplek en deze op te splitsen in losse elementen die tevens los zijn te beheren.
- Delivery platform;
- Windows OS;
- Security;
- Applicaties;
- User environment;
- End-user management.
Nu zou je deze elementen nog verder kunnen opsplitsen, maar het is van belang om de componenten ‘groot’ genoeg te houden zodat nog wel schaalvoordeel te behalen is.
Standaardisatie
Vaak is er al een vorm van standaardisatie ingevoerd op deze verschillende componenten. Zo wordt vaak gekozen voor maar één antivirusproduct en wordt zoveel mogelijk hergebruikt van de functionaliteit die reeds in een aangeschafte oplossing zit (‘best-of-breed’ vs ‘best-of-suite’). Zolang dit geen beperkingen oplegt aan de vrijheid op andere vlakken, is dat zeker aan te raden. Voor het applicatiebeheer ligt het echter vaak complexer: verschillende beheeromgevingen (en in sommige gevallen zelfs verschillende beheerafdelingen!) voor virtuele, fysieke en cloudwerkplekken, is niet ideaal en al zeker niet kostenefficiënt. Hier is nog veel synergie (en dus winst) te behalen.
Beheermethoden
Technisch gezien zijn er vier smaken als het gaat om applicatiemanagement: installeren, virtualiseren, containerizeren of ‘layeren’. Elke aanpak heeft zo zijn beperkingen in relatie tot de moderne werkplek. Zo leidt traditionele installatie vaak tot een extreem hoge beheerlast door de vele beveiligingsupdates die langs een proces van (re)packaging en golden images doorgevoerd moeten worden. Als hier geen capaciteit voor is, leidt dit vervolgens tot veiligheidsrisico’s. Het virtualiseren met Microsofts App-V is vanaf april 2026 verleden tijd en het containerizeren met behulp van opvolger MSIX brengt vooralsnog grote compatibiliteitsproblemen met zich mee. Natuurlijk is dit gechargeerd geformuleerd, maar feit blijft dat onze vertrouwde beheermethoden geen efficiënte oplossing bieden voor die moderne werkplek – die dus eigenlijk uit een combinatie van verschillende typen werkplekken bestaat.
De bekendste layering-oplossingen komen van VMware (AppVolumes) en Citrix (App Layering)
De laatste smaak is het ‘layeren’ van applicaties. Dat is niet zozeer nieuw, maar wel relevanter dan ooit. Application layering is een technologie die de mogelijkheid biedt om applicaties in hun eigen laag onder te brengen, met volledige interoperabiliteit tussen andere lagen en het onderliggende besturingssysteem. Dat betekent dat met één en dezelfde oplossing alle typen werkplekken zijn te beheren (dus toch nog uniformiteit). De bekendste layering-oplossingen komen van VMware (AppVolumes) en Citrix (App Layering). Beide oplossingen bestaan voornamelijk binnen de eigen ecosystemen, hoewel er vanuit AppVolumes ook diverse integratiemogelijkheden zijn.
In relatie tot de moderne werkplek is de uitdaging dat deze oplossingen niet in staat zijn om die combinatie van werkplekken te bedienen. Zo integreert AppVolumes niet met Intune en werkt Citrix alleen op Citrix. Er bestaan ook onafhankelijke layering-oplossingen die de applicaties in een transparante laag onderbrengen, van waaruit de applicatie met alle verschillende platforms (cloud, fysiek, virtueel) en alle verschillende Windows-besturingssystemen kan communiceren.
Kortom, bezig met de moderne werkplek? Realiseer je dan dat deze een combinatie vormt van verschillende typen werkplekken, maar dat er heus mogelijkheden zijn om dit uniform te beheren en alsnog te standaardiseren.
Horizontale lagen van beheer en vertikale silos maakt duidelijk dat een applicatiegerichte aanpak niet past bij een datagedreven organisatie. De legacy zit meer in de architectuur dan de applicaties want vertrouwde beheermethoden geven geen garanties voor de toekomst als we kijken naar interoperabiliteit op de datalaag. Puntje informatiebeveiliging in de wereld van bestandsuitwisselingen gaat om de gegevenslekken om het cryptisch te zeggen;-)