Zorgverleners zijn in 2023 niet veel meer digitale zorg gaan gebruiken dan het jaar daarvoor. Over een breed front is sprake van een afvlakking. De stijging in 2022 heeft zich niet doorgezet. Dit blijkt uit de E-healthmonitor 2023 van de RIVM waarin wordt gemeten hoe het in Nederland gaat met de ‘zorg op afstand’.
Een paar digitale middelen worden wel meer gebruikt. Voorbeelden zijn apparaten waarmee verpleegkundigen op afstand kunnen aangeven welk medicijn een patiënt op welk moment moet innemen. Of waarmee ze in de gaten kunnen houden of iemand thuis in gevaar is.
Sommige digitale middelen waren in 2022 al bij bijna alle zorgverleners in gebruik, zodat het gebruik in 2023 hetzelfde bleef. Denk aan het patiëntportaal waarin patiënten uitslagen van onderzoek kunnen zien, en een e-mail naar de dokter kunnen sturen, het e-consult.
Positief-kritisch
De meeste zorgverleners zijn positief over digitale zorg, maar denken ook dat het niet alle problemen in de zorg kan oplossen. Digitale zorg kan volgens hen een klein beetje helpen om de zorg niet te duur te maken, de werkdruk te verminderen en het werkplezier te verbeteren. Verpleegkundigen zijn iets positiever geworden over de mogelijkheden om de zorg voor patiënten met digitale zorg te verbeteren, bijvoorbeeld doordat patiënten hiermee meer zorg op maat krijgen.
In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is aan zorgverleners ook gevraagd naar hun verwachting over het gebruik van digitale toepassingen in de nabije toekomst. Het merendeel van de artsen geeft aan dat zij elektronische gegevensuitwisseling intensiever willen gaan inzetten. Een groot deel van de huisartsen wil daarnaast het gebruik van digitale gezondheidsinformatie (bijvoorbeeld via websites zoals Thuisarts.nl) intensiveren. Dit aandeel is licht toegenomen sinds 2022.
Vrees voor inkomstenverlies
Onder medisch specialisten is het aandeel dat het gebruik van digitale gezondheidsinformatie via telemonitoring wenst te intensiveren het laagst, en bijna gehalveerd sinds 2022. Manager zorgtransformatie Michiel Menkveld geeft hier in Medisch Contact een verklaring voor. Maatschappelijk kan dit veel kostenbesparing opleveren. Maar de ziekenhuizen staan niet te trappelen, omdat telemonitoring beoogt zorg te voorkomen terwijl zorgaanbieders en dan met name de medisch specialisten nu juist inkomsten krijgen als zij zorg leveren. Opgemerkt wordt dat de Nederlandse zorg meestal is georganiseerd vanuit het perspectief van de zorgverlener, terwijl telemonitoring de patiënt juist centraal stelt. Dit vraagt dan ook om een cultuurverandering waar leiderschap voor nodig is.
Telemonitoring
Van alle huisartsen geeft 30 procent aan dat ze de afgelopen twaalf maanden telemonitoring hebben ingezet, aldus de nieuwe E-healthmonitor. Bij de medisch specialisten is dit 17 procent en bij de sociaal geneeskundigen 6 procent. Deze percentages zijn grotendeels vergelijkbaar met die van 2021 en 2022 Van alle verpleegkundigen geeft 23 procent aan dat ze telemonitoring hebben ingezet.
Voor de E-healthmonitor werden behalve zorgverleners ook patiënten ondervraagd. Vergeleken met 2021 zijn iets meer patiënten digitale middelen, zoals het patiëntportaal, gaan gebruiken. Verder valt op dat patiënten niet al het digitale zorgaanbod ook gebruiken, zoals het e-consult. De meningen van zorggebruikers over digitale zorg zijn verdeeld: ongeveer de helft van hen wil het meer gaan gebruiken, de andere helft is juist terughoudend.