Het kabinet pompt miljoenen euro’s in wetenschappelijk onderzoek naar cybersecurity. Dat maakt minister Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) bekend. De investering is onderdeel van in totaal 160,5 miljoen euro die in zeven grote onderzoeksprojecten van Nederlandse universiteiten worden gestoken.
Van genoemd bedrag gaat 21,6 miljoen euro naar cybersecurity, bedoeld voor een periode van tien jaar. Het gaat om het Challenges in Cyber Security-project. Dat moet toponderzoekers uit de hoek van de harde wetenschap samenbrengen op het cybersecurityterrein om problemen op te lossen. De onderzoekers ontvangen eerst de eerste helft van het bedrag. Na vijf jaar volgt een evaluatie en als die positief is, krijgen ze het tweede deel.
Het onderzoek is richt zich op cryptografie, software en hardware, meldt hoofdonderzoeker prof. dr. Tanja Lange van de Technische Universiteit Eindhoven. Het gaat bijvoorbeeld om het doorbreken van cryptografie door quantumcomputers en toekomstige systemen voor complexe versleuteling. Ook softwarebeveiliging voor kwetsbare hardware, machine learning en efficiënte hardware-architecturen worden onderzocht.
OCW. ‘Cybersecurity wordt vaak afgeschilderd als een onderwijsprobleem of een gebrek aan middelen, waarbij de schuld geschoven wordt op gebruikers, systeembeheerders of budgethouders die de mogelijkheden voor systeembeheer beperken.’ Volgens het ministerie is gecoördineerd wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk om tot oplossingen te komen.
Langlopend investeringsprogramma
De geldstromen die Dijkgraaf bekend maakte, komen uit afspraken over langlopende investeringsprogramma’s, het zogeheten Zwaartekrachtprogramma . Naast cybersecurity gaat er onderzoeksgeld naar mechanische spanningen in planten, beter begrip van eiwitten in ons lichaam, therapie tegen blindheid, de chemische basis van geestelijke aandoeningen, crisisbestrijding en chemische opslag van elektriciteit. Volgens het ministerie behoort Nederland op die terreinen tot de wetenschappelijke wereldtop of zijn we op weg daarnaartoe.
Nationale technologiestrategie
Cybersecurity wordt ook genoemd in de nationale technologiestrategie waarmee de ministerraad onlangs akkoord is gegaan. Dat gebeurde op voorstel van minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Ondernemers, onderzoekers en de overheid hebben samen op een rij gezet voor welke technologieën en markten de grootste kansen voor Nederland liggen. Door in die technologieën te investeren wordt het (toekomstig) verdienvermogen versterkt. Ook moeten ongewenste afhankelijkheden en maatschappelijke uitdagingen aangepakt worden met technologie.
De tien technologieën waarin Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen de komende jaren de meeste kansen kunnen gaan benutten, zijn:
- Optica en geïntegreerde fotonica
- Quantum
- Groene chemische productieprocessen
- Biotechnologie gericht op moleculen en cellen
- Beeldvormingstechnologie
- (opto)Mechatronica (industriële systemen/machines en apparaten)
- Kunstmatige intelligentie (ai) en data
- Energiematerialen
- Halfgeleiders
- Cybersecurity
De ambities voor die tien technologieën zijn afzonderlijk uitgewerkt. Daarin staat ook een doelstelling over welke positie Nederland in 2035 moet hebben bereikt. Zoals ‘wereldwijd toonaangevend zijn met het ontwikkelen en produceren van geïntegreerde fotonica’. Doel is ook om de EU-kopgroep te vormen op het gebied van fabricage en commercialisatie van quantumtechnologie.