Expertverslag – Europa heeft gekozen voor een veilige en duurzame digitale transformatie die burgers centraal stelt, conform de kernwaarden en de grondrechten van de Europese Unie (EU) zoals keuzevrijheid, solidariteit, inclusie en participatie. ‘De afgelopen drie jaar hebben laten zien hoe cruciaal digitale technologieën zijn in werk, studie en omgang met mensen’, zegt Yvo Volman, directeur van het directoraat data bij het directoraat-generaal Communications Networks, Content and Technology van de Europese Commissie.
Europa heeft ervoor gekozen om met alle mogelijke middelen te investeren in de digitale transformatie. In januari 2023 is daartoe het beleidsprogramma voor het digitale decennium van start gegaan met als doel ‘burgers en bedrijven de regie te geven in een mensgerichte, duurzame en welvarender digitale toekomst.’
De streefdoelen van dit beleidsprogramma – zoals veilige en duurzame digitale infrastructuur (connectiviteit), digitale vaardigheden, digitaal zakendoen en digitale overheidsdiensten – moeten met meetbare targets voor 2030 zijn gerealiseerd. Zo is er de doelstelling dat tachtig procent van de volwassen bevolking over digitale basisvaardigheden beschikt (versus 54 procent nu). Een ander doel is om het percentage huishoudens met een gigabyte netwerkdekking te verhogen van zeventig procent nu naar honderd procent in 2030.
Yvo Volman is directeur van het directoraat data bij het directoraat-generaal Communications Networks, Content and Technology (DG Connect) van de Europese Commissie in Brussel. DG Connect ontwikkelt en implementeert beleid op het gebied van de digitale economie en digitale samenleving. Volman werkte bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voordat hij in 1998 de overstap maakte naar de Europese Commissie.
Europese verklaring
‘Wij willen deze doelstellingen voor alle EU-landen bereiken door te handelen volgens de Europese verklaring over digitale rechten en beginselen voor het digitale decennium. Deze in december 2022 door de Commissie, het Europees Parlement en de Raad ondertekende verklaring kan worden beschouwd als het ‘sociale contract’ op basis waarvan we in Europa een beveiligde, veilige, mensgerichte en duurzame digitale transformatie zullen gaan realiseren.’
In september 2023 verscheen het eerste jaarverslag over de stand van zaken van het digitale decennium. Conclusie is dat zowel de EU als de lidstaten hun acties zullen moeten opvoeren als ze de doelstellingen voor 2030 willen halen. Wat betreft de specifieke doelstellingen voor Nederland, dat van oudsher koploper is op het gebied van digitale transformatie, concludeert het jaarverslag dat verdere maatregelen nodig zijn met betrekking tot de inzet bij het bedrijfsleven van artificiële intelligentie (ai) en het creëren van de beschikbaarheid van ict-specialisten. Voor beide geldt dat ze nog achterblijven bij de streefdoelen.
Wat is het belang van data voor deze digitale transformatie?
‘Data vormen de kern van de digitale transformatie. We hebben al gezien hoe data bepalend zijn voor de manier waarop we produceren, consumeren en ons dagelijks leven leiden. En er liggen nog veel ontwikkelingen in het verschiet met de inzet van data zoals een slimmer energieverbruik, gepersonaliseerde gezondheidszorg en verbeterde mobiliteit. Data zijn ook de brandstof die algoritmes laten werken en data vormen ook een belangrijke basis voor innovatie. Dit is dan ook de reden waarom de in 2020 gepubliceerde Europese datastrategie ons continent de kans biedt om leidend te kunnen worden in de data-economie. Met ons potentieel aan industriële data zijn het bedrijfsleven en de overheid in staat om betere beslissingen te nemen. En dat is in een snel veranderende wereld cruciaal voor ons concurrentievermogen.’
De datastrategie omvat een reeks beleids-, wetgevende en financieringsmaatregelen met als doel om een Europese interne markt voor data te creëren. ‘Met die interne markt voor data kunnen gegevens binnen de hele EU op een veilige en vertrouwde manier tussen sectoren en EU-lidstaten ‘stromen’ en dat komt weer ten goede aan onze economie en samenleving. Met regie over de eigen gegevens, tools en vaardigheden kunnen gebruikers een actieve rol spelen door te bepalen wie wat kan en mag doen met hun data. Daarmee worden ook de Europese regels in acht genomen voor wat betreft privacy, gegevensbescherming en mededinging.’
Ook gemeenschappelijke Europese dataruimten voor strategische sectoren en domeinen van openbaar belang zullen bijdragen aan de ontwikkeling van de interne markt voor data. Deze dataruimten brengen data infrastructuur en data governance samen, waardoor de toegang tot en het delen en hergebruik van data makkelijker wordt.
Vertrouwen
Als je bereid bent om data te delen, is er ook vertrouwen nodig, stelt Volman. ‘We hebben als EU het belangrijke voordeel dat er een sterke juridische basis is waarop een eerlijke en verantwoorde data-economie kan worden gebouwd.’ Hij verwijst in dit verband naar de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) die de regels voor de verwerking van persoonsgegevens door particuliere bedrijven en overheidsinstanties in de hele EU standaardiseert, en in veel landen over de hele wereld navolging krijgt.
Een nieuwe verordening is de Data Governance Act. Deze is sinds 24 september 2023 van toepassing en heeft tot doel om het vertrouwen in het vrijwillig delen van gegevens te versterken door het reguleren van organisaties die vraag en aanbod op de datamarkten bij elkaar brengen. Een tweede verordening, die daarmee samenhangt, is de Data Act. Deze schrijft voor wie waarde kan creëren uit data en onder welke voorwaarden.
‘Zoomen we wat verder in op de Data Governance Act, dan zien we een reeks van maatregelen om de ontwikkeling van betrouwbare systemen voor gegevensuitwisseling te stimuleren en in de praktijk te laten werken. De eerste is het opzetten van een mechanisme om het hergebruik van bepaalde overheidsgegevens die niet als open data beschikbaar kunnen worden gesteld, te vergemakkelijken. Het hergebruik van gezondheidsgegevens zou bijvoorbeeld onderzoek naar behandelingen voor zeldzame of chronische ziekten kunnen bevorderen. Dit creëert geen nieuwe rechtsgrondslag voor het hergebruik van gegevens, maar waar de nationale wetgeving hergebruik toestaat, spelen deze bepalingen een rol. Zo hebben we al een EU-register opgezet waarin potentiële hergebruikers informatie kunnen vinden over welke gegevens bij welke overheidsinstanties in het bezit zijn.’
Meer maatregelen
Een tweede maatregel zorgt ervoor dat datatussenpersonen of -bemiddelaars een vertrouwde en veilige omgeving creëren binnen de gemeenschappelijke Europese dataruimten waarin bedrijven of individuen gegevens kunnen delen. Deze tussenpersonen zullen fungeren als neutrale derde partijen die individuen en bedrijven met datagebruikers verbinden, maar zij kunnen de data niet zelf gebruiken voor financieel gewin. De derde maatregel zorgt ervoor om het voor burgers en bedrijven gemakkelijker te maken hun gegevens beschikbaar te stellen ten behoeve van de samenleving op basis van altruïsme. ‘Dat zijn data die zonder vergoeding door burgers en bedrijven beschikbaar worden gesteld voor puur niet-commercieel gebruik dat gemeenschappen of de samenleving als geheel ten goede komt. Dit is belangrijk voor de ontwikkeling van een mensgerichte data-economie, omdat het gebruikers in staat stelt hun gegevens beschikbaar te stellen voor doeleinden die voor hen belangrijk zijn.’
In dit kader zijn er EU-registers voor databemiddelaars en data-altruïsme-organisaties opgezet om belanghebbenden te helpen geregistreerde organisaties te identificeren. Er is ook een European Data Innovation Board opgericht, een groep van experts, die toeziet op de implementatie van beide verordeningen en de Europese Commissie adviseert over de prioritering van sector-overschrijdende interoperabiliteitsnormen.
Kunt u meer vertellen over de Data Act?
‘Het is een ambitieuze verordening die op 11 januari 2024 in werking is getreden en er feitelijk voor zorgt dat eerlijkheid wordt gegarandeerd bij de verdeling van de waarde van data onder de belanghebbenden. Het maakt duidelijk wie welke gegevens mag gebruiken en onder welke voorwaarden. De Data Act voorziet in een aantal belangrijke maatregelen. Een daarvan is dat het de gebruikers van ‘slimme apparaten’, apparaten die zijn verbonden met het internet, meer controle geeft over de gegevens die zij genereren. Tot nu toe hadden de producenten van deze apparaten grotendeels de controle over die data – ook al hadden ze daar wettelijk gezien geen recht op. De Data Act regelt dat gebruikers de rechten beheren tot wie er toegang heeft en gebruik mag maken van data uit slimme apparaten. Ze kunnen de gegevens zelf gebruiken en delen met een derde partij. ‘Om producenten er niet van te weerhouden om slimme apparaten te ontwikkelen, kunnen de gegenereerde gegevens niet worden gebruikt door een derde partij om een concurrerend product te ontwikkelen. Ze kunnen echter wel gebruikt worden om een bijkomend of aftermarket product of dienst te ontwikkelen, of een volledig nieuw product of dienst. Deze bepalingen zijn erg belangrijk omdat ze gebruikers meer zeggenschap geven over wat er met hun gegevens gebeurt.’
Concurrentievermogen
De Data Act omvat ook maatregelen om het concurrentievermogen van de Europese cloud markt te vergroten en het mkb te beschermen tegen oneerlijke contractvoorwaarden met betrekking tot toegang tot en gebruik van data. Een andere maatregel is dat overheidsinstanties toegang moeten kunnen krijgen tot data van bedrijven wanneer het algemeen belang dat vereist. ‘Denk aan noodsituaties zoals een pandemie, aardbeving of overstroming. Dankzij het gebruik van data kan sneller worden gereageerd op de betreffende omstandigheden. Wel gelden duidelijke regels over de manier waarop een dergelijk verzoek moet worden gedaan.’
Ook voorziet de verordening, als dat in strijd zou zijn met het Europees recht, in het voorkomen van toegang door overheidsinstanties uit derde landen tot niet-persoonlijke gegevens. Tot slot definieert de Data Act essentiële eisen met betrekking tot de interoperabiliteit van de Europese dataruimten, aldus Volman.
Hoe gaat het met de ontwikkeling van de gemeenschappelijke Europese dataruimten?
‘In februari 2020 is de oprichting van zulke dataruimten aangekondigd op diverse strategische gebieden: gezondheid, landbouw, industrie, energie, mobiliteit, financiën, overheid, vaardigheden, de European Open Science Cloud en de Green Deal. Sindsdien zijn er ook andere dataruimten aangekondigd op andere belangrijke gebieden, zoals media en cultureel erfgoed. Elke dataruimte wordt door de deelnemers georganiseerd, rekening houdend met de unieke kenmerken van de specifieke sector of het kennisdomein. Hoewel er geen one-size-fits-all-structuur bestaat hebben Europese dataruimten twee gemeenschappelijke elementen: ze moeten relevante data-infrastructuren én de kaders voor de data-governance samenbrengen. Dit om het vinden en delen van data te vergemakkelijken en meer data beschikbaar te maken voor innovatie. Want daarmee kan de concurrentiepositie van de bedrijven die eraan deelnemen worden verbeterd.’
EDIC
De ontwikkeling van de dataruimten wordt gefinancierd vanuit het programma Digitaal Europa. Ook stimuleert de Europese Commissie zogenaamde ‘meer-landen-projecten’, grootschalige projecten die geen enkel EU-land alleen kan ontwikkelen. Hiervoor is als instrument het Europees consortium voor digitale infrastructuur (EDIC) ter beschikking van de lidstaten gesteld. De EDIC maakt het gemakkelijker om Europees en nationaal geld bij elkaar te brengen. Nederland werkt samen met andere lidstaten aan twee EDIC’s voor het ontwikkelen van gemeenschappelijke Europese dataruimtes op het gebied van mobiliteit en logistiek, en van data- en taaltechnologieën.
Wat gaan de Europese burgers merken van al deze Europese initiatieven en verordeningen?
‘De Data Governance Act en de Data Act zullen bijdragen aan het creëren van een mensgerichte data-economie, waarin burgers meer regie zullen hebben over hun gegevens. Uit onderzoek blijkt dat er onder burgers een hoge bereidheid bestaat voor data-altruïsme, maar in de praktijk wordt dit belemmerd door een gebrek aan concrete tools voor het delen van die gegevens. De Data Governance Act is voor burgers een hulpmiddel om hun gegevens op een veilige en gemakkelijke manier te delen. Ik zou bijvoorbeeld kunnen besluiten om mijn mobiliteitsgegevens te delen om de lokale verkeerssituatie te verbeteren of mijn gezondheidsgegevens voor onderzoeksdoeleinden. Dit in het volste vertrouwen dat er veilig wordt omgegaan met mijn gegevens en dat ze niet voor andere doeleinden kunnen worden gebruikt.’
‘De Data Act zal voor wat betreft slimme producten en diensten meer controle geven aan individuen over hun gegevens. Ik zou ervoor kunnen kiezen om de door mijn auto gegenereerde data te delen met bedrijven die deze kunnen gebruiken in de aftermarket of om aanvullende of andere producten of diensten te ontwikkelen. Dit levert mij als burger voordeel op omdat ik daarmee voor een goedkopere reparatieservice kan kiezen of wellicht zelf kan repareren. Dit is ook belangrijk vanuit ecologisch perspectief, omdat de levensduur van slimme producten wordt verlengd.’
Wat zijn de volgende stappen?
‘Naast de implementatie van de twee verordeningen ligt het accent op het verder ontwikkelen van gemeenschappelijke dataruimten. We rekenen op steun van de lidstaten en deelnemers om met ons samen te werken en onze visie te verwezenlijken. De European Data Innovation Board zal er mede voor zorgen dat de belangrijkste instrumenten van de datastrategie op dezelfde manier worden geïmplementeerd en dat goede ervaringen tussen lidstaten worden uitgewisseld. We streven ernaar wereldleider te worden, wat betekent dat tegen 2030 het aandeel van de EU in de data-economie (gegevens die in Europa worden opgeslagen, verwerkt en waardevol worden gebruikt) op zijn minst overeenkomt met ons economisch gewicht.’
Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 20 van Eviden.