FME, de ondernemersorganisatie voor techbedrijven in de maakindustrie, pleit voor het oprichten van een Nationale Ontwikkelingsmaatschappij die zich als investeringsinstelling richt op het innoveren, verduurzamen, opschalen en de digitalisering van het mkb. De concurrentiekracht van onze economie en industrie staat onder druk, constateert de FME in een ‘position paper’.
In de afgelopen tien jaar is het aandeel van Europa in de wereldwijde industrie afgenomen van een kwart naar zestien procent. Fors en structureel investeren in innovatie en verduurzaming is de enige manier waarop Nederlandse maakbedrijven mee kunnen blijven doen in de wereld, aldus de oproep van de FME aan de Tweede Kamer die vandaag debatteerde over ondernemerschap en financiering van het mkb.
FME constateert dat de technologische industrie veelal in ecosystemen samenwerkt. Die keten is zo sterk als de zwakste schakel. Het is dus voor de hele techbranche noodzaak dat individuele bedrijven kunnen verduurzamen en digitaliseren. De terugverdientijd van dit soort investeringen is bovendien vaak langer dan in andere sectoren, vanwege het onvoorspelbare en complexe karakter van innovatie. Om de r&d-motor van het mkb op gang te houden is voldoende investeringskracht essentieel.
Speurwerk
Behalve een Nationale Ontwikkelingsmaatschappij voor het mkb is ook nodig dat de stimuleringsregeling voor speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) aantrekkelijker wordt gemaakt voor procesinnovatie. De MIT-regeling die mkb-bedrijven stimuleert om samen te werken bij innovatie, zou een algemener karakter moeten krijgen. Nu blijft die subsidieregeling beperkt tot gebieden zoals energie, gezondheid en water.
De FME wil ook de fieldlabs verbeteren, een essentieel onderdeel van de innovatie-ecosystemen. Deze fieldlabs bieden bedrijven een levensechte experimenteeromgeving, gedeelde testfaciliteiten, machines, een lab-omgeving, toegang tot opleiding, scholing en training (skills) alsmede een breed netwerk. Er is echter een gebrek aan afstemming en samenhang binnen de fieldlab-aanpak, wat tot beperkte kennisuitwisseling tussen fieldlabs leidt. De huidige financieringsinstrumenten voor fieldlabs zijn incidenteel en gefragmenteerd, waardoor fieldlabs moeite hebben om na de eerste financieringsronde nieuwe financiering te verkrijgen.